Geniale 'Tarantino van Afrika' maakt films voor 200 dollar

De Amerikaanse documentaire Once Upon a Time in Uganda draait sinds een paar weken in arthousebioscopen. De film speelt zich voor een groot deel af in Oeganda en gaat over ‘Afrika’s Tarantino’, een geniale regisseur die bloederige actiefilms maakt voor gemiddeld 200 dollar. ‘Het is als Hollywood, maar beter.’

Isaac Godfrey Geoffrey Nabwana

Er ontploft een hoofd. Het bloed spuit eruit. Geiten roepen mèèèèèèèèèè. Kippen tokken. Uit een riool stroomt bruin water. Huisjes hebben daken van golfplaten. Acteurs voeren karatetrappen uit in stof of modder. Ze stinken, hun gezichten zijn zwart. De regisseur roept ‘cut!’ De scène is geslaagd. Welkom in Wakilage, een sloppenwijk bij Kampala, de hoofdstad van Oeganda.

Isaac Godfrey Geoffrey Nabwana (45) is de Godfather van ‘Wakaliwood’, zoals de sloppenwijk tegenwoordig wordt genoemd. Hij maakte zijn school niet af en ging als jongen uit geldgebrek nooit naar de bioscoop. In 2023 heeft hij meer dan veertig films gemaakt. Dat doet hij in zijn eigen studio in zijn sloppenwijk. Er werken meer dan tien extreem arme Oegandezen op de set. Ze krijgen niet betaald en zijn te herkennen aan T-shirts waarop staat: Wakaliwood. De stroom valt er vaak uit. Nabwana verliest daardoor soms een net gemaakte film omdat hij vergat de beelden op te slaan. Er is geen stromend water, bijna geen elektriciteit of een functionerend riool. Kogels lijken net echt, maar zijn uit hout gesneden. Nabwana’s vrouw heet Harriet. Ze houdt de camera vast en verandert de acteurs met goedkope make-up in zombies, kannibalen of andere monsters. Films hebben titels als Boda Boda Killer, Hotman Predator en Attack on Nyege Nyege Island. Westerlingen doopten Nabwana vanwege al het geweld in zijn films om tot ‘Afrika’s Tarantino’. Gemiddelde budget van een Wakaliwood-productie: 200 dollar.

In 2023 heeft Nabwana meer dan veertig films gemaakt. Dat doet hij in zijn eigen studio in zijn sloppenwijk

Slapstickgeweld

De lokale filmzaal ligt op een paar minuten van Nabwana’s huisje. Het is gemaakt van bakstenen en hout. De stoeltjes zijn getimmerd door een neef van de regisseur. Op zondagen worden er Premier League-wedstrijden vertoond en het zit vol als er een Tom Cruise-film uit de jaren 80 of 90 draait. Minstens drie keer per jaar staan er rijen van honderden meters lang in de sloppenwijk. Dan staat er weer een première van een Wakaliwood-film op het programma. Net als in de Amerikaanse Blaxploitation-films uit de jaren 70 zijn de hoofdpersonen altijd zwart. Er wordt veel in geknokt en er vallen veel doden, maar het is geen humorloos geweld: er moet om worden gelachen. Condooms worden opgehaald bij de lokale kliniek en gevuld met rood gekleurd water. Bij het openbarsten lijken de slachtoffers snel of langzaam dood te bloeden. Nabwana wil de toeschouwers door het ‘slapstickgeweld’ in zijn films even laten ontsnappen aan de werkelijkheid.

Een Oegandees met de bijnaam Emmy speelt een belangrijke rol in Wakaliwood. Zijn officiële functie: VJ, de afkorting voor Video Joker. Hij zit bij elke voorstelling op de eerste rij om livecommentaar te geven. VJ Emmy imiteert het geluid van geweren, schreeuwt door dialogen heen, vertaalt Swahili in het Engels, moedigt de personages aan en roept dingen als: ‘Watta hell!’, ‘This is serious!’, ‘Spice it up!’, ‘Action! Action!’ of ‘Jesus Kung fu!’ Wat is Wakaliwood? Volgens VJ Emmy is het ‘als Hollywood, maar beter.’

Een van de vaste acteurs is eigenlijk monteur en sleutelt de wapens in elkaar van gevonden metaal. Een man met de artiestennaam ‘Supa kung fu-master Bruce U’ traint de acteurs voor de vechtscènes en leidt gettokinderen op tot Bruce Lee’s op een kungfuschooltje.

Riolen en krotten komen prominent in Nabwana’s film voor. Het getto moet duidelijk herkenbaar zijn, want Nabwana is trots op de mensen uit Wakaliga. In zijn documentaire Wakaliwood uit 2012 zei hij: ‘Ik laat de wereld zien met hoeveel plezier wij leven. Wakaliga wordt “getto” genoemd, maar weet je, het is niet alleen gevaarlijk, maar ook goed.’