Ponte City: overleven in de beruchtste torenflat van Johannesburg

Onlangs kwam de verloederde binnenstad van Johannesburg weer eens op een trieste manier in het nieuws. Bij een brand in een flatgebouw kwamen meer dan zeventig bewoners om het leven. In de Zuid-Afrikaanse stad wemelt het van de hoogbouw, met torenflat Ponte City als de meest beruchte. ‘Een beest zonder ingewanden, in een stad zonder hart.’

Ponte City

Johannesburg 1989. Er hangt iets in de lucht, omineus en onbestemd – een mix van verandering en onzekerheid. Er zijn vergevorderde onderhandelingen gaande over de vrijlating van Nelson Mandela, die nu al 26 jaar vastzit. Het ziet er ook naar uit dat verboden politieke partijen zoals het ANC en PAC binnenkort legaal mogen opereren.

Maar dat is toekomstmuziek. In 1989 wordt Zuid-Afrika nog gewoon bestuurd door een wit minderheidsregime dat uit naam van de apartheid zijn donkere landgenoten talloze basisrechten heeft ontzegd, inclusief stemrecht en het recht om te wonen waar je wilt. Daarom zijn er wijken voor witten, wijken voor zwarten, wijken voor ‘kleurlingen’ en wijken voor Indiërs. Maar er is een handjevol uitzonderingen. Een daarvan is Hillbrow, dicht tegen het centrum van Johannesburg, een driehoek vol torenflats en vier drukke, brede straten met winkels, bars en restaurants. In de volksmond staat Hillbrow te boek als ‘grijs’, een gemengde buurt.

1989 is ook het jaar waarin Paul Riekert zijn militaire dienst heeft volbracht en aan de universiteit van Witwatersrand gaat studeren. Hij is muzikant, zanger/gitarist van de alternatieve rockband Joos Tonteldoos & Die Dwarstrekkers. Paul zoekt woonruimte, niet te ver van de universiteit en dicht bij ‘waar het gebeurt.’

De constructie van Ponte City was een architectonisch huzarenstukje, waar duizend bouwvakkers aan te pas kwamen

1989 is ook het jaar waarin Paul Riekert zijn militaire dienst heeft volbracht en aan de universiteit van Witwatersrand gaat studeren. Hij is muzikant, zanger/gitarist van de alternatieve rockband Joos Tonteldoos & Die Dwarstrekkers. Paul zoekt woonruimte, niet te ver van de universiteit en dicht bij ‘waar het gebeurt.’

Hillbrow is in die tijd de Zuid-Afrikaanse variant van de Wallen, Soho, Pigalle, East Village, Reeperbahn, noem maar op, verlicht door neon, gedrenkt in alcohol, gehuld in rook, stampvol, dag en nacht voortrazend. ’s Ochtends mengt het hippe volkje zich in Café Zürich en Café Paris met kaartende Griekse migranten en prostituees die een espresso komen halen na een zware nacht. ’s Avonds komt datzelfde hippe volk in het Chelsea Hotel bijeen om rockbands te zien. En ver na middernacht wordt er met smaak vette kip gegeten in Fontana. Hillbrow is opwindend en prettig gevaarlijk. Af en toe een knokpartij, wellicht een getrokken mes, een beroving van een dronkaard. Maar nog geen schietpartijen. Nee, dat komt later.

54 verdiepingen

Paul vindt woonruimte in Ponte City, een in 1975 voltooide 173 meter hoge cilindervormige torenflat van 54 verdiepingen en 464 appartementen, gebouwd op een rotswand aan de rand van Hillbrow, ingeklemd tussen Joe Slovo Drive, Saratoga Avenue en een park. Ponte City is zonder meer spectaculair, de hoogste woontorenflat van Afrika, aanvankelijk bedoeld voor de witte elite, met wervende teksten als ‘to concentrate the advantages and conveniences of urban life’ en ‘all the facilities required by a household’.

Architectenbureau Manfred Hermer and Grosskopf was verantwoordelijk voor het project. Een belangrijke bijdrage werd geleverd door hun jonge ontwerper Mannie Feldman, die in Londen had gewerkt en onder de indruk was van de Trellick Tower nabij Portobello Road, het ultieme voorbeeld van een bouwstijl die als brutalisme bekend werd. Ook de twee torenflats van Marina City in Chicago (te zien op de hoes van Wilco’s album Yankee Hotel Foxtrot) hadden als inspiratie gediend.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.

Mens & Maatschappij
  • ANP, Google Streetview, Apple Maps