De kunst van het keihard rondjes draaien in afgeragde BMWs: als de spinners van Soweto hun kunsten vertonen, gaat het publiek los. Het is de passie voor autos. Het is vrijheid. Het is protest. Het is ontspanning. Het is gevaarlijk.
Fotografie Bram Lammers
Spinnen is, simpel gezegd, de kunst van het keihard rondjes draaien in je auto met continu slippende banden. Maar zoals elke spinner je zal vertellen: het is zoveel meer dan dat. Het is de passie voor autos. Het is vrijheid. Het is de liefde voor BMW. Het is protest. Het is ontspanning. Het is gevaarlijk. En het is vooral, om het op zn Afrikaans te zeggen: Lekker.
Je banden laten slippen in een auto met achterwielaandrijving is natuurlijk zo oud als de eerste autos die dat konden. Het gebeurde in de jaren 60 en 70 overal in Zuid-Afrika, zegt Pule Motloung, die een film maakte over het fenomeen. Met een Chevrolet Command of een Ford Cortina kon je schitterend spinnen. Maar het werd pas groot toen de gangsters in Soweto het gingen doen.
Soweto is het legendarische township van Johannesburg. De plek waar zwarte arbeiders mochten wonen, nadat ze hun werk hadden gedaan in de mijnen en huizen van hun blanke onderdrukkers. Soweto, ten zuid-westen van Johannesburg (vandaar ook de naam, SOuth WEstern TOwnship), groeide uit tot een stad van ruim een miljoen inwoners. Het werd de plek waar in de jaren 70 het grote verzet tegen het apartheidsregime begon, en het was waar Nelson Mandela en Desmond Tutu woonden.
In de jaren 80 was criminaliteit voor zwarte Zuid-Afrikanen, behalve de enige manier om een beetje luxe in het leven te krijgen, ook een daad van verzet tegen de blanken. In die tijd was de haast vierkante BMW 3-serie het summum van luxe. Zwarten konden zoiets niet betalen, dus stalen ze de autos, zegt filmmaker Motloung. Dat kon ook makkelijk, want als de auto eenmaal in Soweto was, was er geen blanke die hem durfde terug te halen, grinnikt hij.