Bart Nijman: 'Pieter Omtzigt heeft bestaanszekerheid tot het modewoord van de verkiezingen verheven'
‘Sluw goochelen met omkeringen van betekenissen, dat is de werkelijke politieke mode. Wees alert op partijen die ‘bestaanszekerheid’ roepen’
Zo Pieter Omtzigt iets alvast bereikt heeft, is het wel om ‘bestaanszekerheid’ tot hét modewoord van de verkiezingen te verheffen. Sinds het orakel uit Enschede het één-maat-past-niemand modeldenken van de rijksoverheid vertaalde naar de destructieve effecten daarvan op individuele bestaanszekerheid en daarmee alle peilingen begon aan te voeren, vinden meerdere partijen het plotseling superbelangrijk dat de burgers van Nederland in hun bestaan verzekerd blijven.
Gek genoeg vertelt de laatste Miljoenennota een heel ander verhaal, want daarin wordt duidelijk dat de middeninkomens nergens op hoeven te rekenen voor de komende jaren. Alles blijft immers duurder (gemaakt) worden en niet goedkoper. De laagste inkomens kunnen weliswaar wat belastingverlaging tegemoet zien en de regering trekt 2 miljard uit voor armoedebestrijding, maar de begroting toont ook hogere accijnzen op brandstoffen, stijgende energiekosten, duurdere zorg, extra taxatie op producten met suiker en hogere tabaksaccijnzen.
Van die 2 miljard voor armoedebestrijding weet je op voorhand al dat het ten eerste niet zo heel veel is in een land waar – volgens de rekenmodellen – ongeveer een miljoen mensen rond of onder de armoedegrens leven: het is namelijk maar 2000 euro per persoon, eenmalig. Je weet ook dat een significant deel van het geld aan strijkstokken van consultants, overheidsadviseurs, tussenpersonen en coaches zal blijven hangen zonder ook maar één armoedzaaier structureel uit de goot te tillen. Ter (oneerlijk, maar toch) vergelijk: aan de Nederlandse boekhoudposten voor Oekraïne werd over de hele linie in 2022 ongeveer 4 miljard euro uitgegeven, blijkt uit cijfers van het MinFin.
Middeninkomens zullen ondertussen hun eigen huishoudmodellen strakker moeten tekenen, want lastenverzwaring, belastingdruk en de stijgende prijzen van basisbehoeften maken iedere euro minder waard. En dan nog vond Sigrid Kaag, nog heel even (demissionair!) minister van Financiën die het duimschroefdocument heeft opgesteld, dat ze ruimhartig is geweest met haar krappe overheidsbeurs.
Vanuit electoraal opportunisme roept een Kamermeerderheid nu om het schrappen van de accijnsverhoging op brandstof per 1 januari, maar let wel: iets niet nóg duurder maken, betekent niet dat het goedkoper wordt.
Jesse Klaver speelde ook zo’n retorisch spelletje. Bij Op1 zei hij in een klimaatpleidooi tegen individueel autobezit dat de auto ‘een luxebezit’ is: ‘We zien dat de lagere inkomens veel minder vaak een auto bezitten,’ verklaarde de nummer 3 van de nieuwe lijst van Frans Timmermans (die zelf momenteel in zijn bestaanszekerheid voorziet door een dik modaal salaris per maand aan wachtgeld uit Brussel op te strijken). Kom nou, Klavertje. Als stijgende kosten een nieuwe definitie zijn van luxe, dan zijn boodschappen, de verwarming van je huis en een tandartsbezoek ook luxeproducten.
Sluw goochelen met omkeringen van betekenissen, dat is de werkelijke politieke mode. Wees alert op partijen die ‘bestaanszekerheid’ roepen, het is een toverwoord voor de korte termijn: tot aan het kieshokje.
- NL Beeld / Regiofotografie