Uw campagne leek een wat valse start te kennen. Heeft u dat gevoel ook?
‘Nee, dat niet. Ik heb in het begin inderdaad wat persoonlijke aanvallen te verduren gehad. Dat kun je op twee manieren uitleggen. Of: wat vervelend. Of: rechts weet dus waar de bedreiging vandaan komt. Ik denk dat we wat moois laten zien met twee partijen die over hun eigen schaduw heenstappen, gaan samenwerken, iets gaan stellen tegenover de steeds grotere verdeeldheid, de hand reiken naar andere partijen om samen te werken, niet met modder gaan gooien in de campagne.’
Dat gevoel komt voort uit twee discussies over u toen bekend werd dat u lijsttrekker werd. Ten eerste was er die over uw wachtgeld. U heeft daar recht op, maar heeft u overwogen ervan af te zien, alleen al om het verwijt van ‘links lullen, rechts vullen’ te vermijden?
‘Nee, want ik heb ook een gezin, dus ik heb ook met belangen van anderen rekening te houden. Ik ben de enige van de lijsttrekkers die wettelijk verplicht was om ontslag te nemen om lijsttrekker te worden. Jetten en Yeşilgöz behouden hun salaris als minister, Van der Plas en Omtzigt dat als Kamerlid. De wachtgeldregeling is bedoeld voor dit soort gevallen, en ik maak er ook alleen maar gebruik van in de periode dat ik geen ander inkomen heb. En ik weet heel erg zeker dat er anders wel een andere stok was gevonden, bijvoorbeeld mijn inkomen als eurocommissaris.’
Ten tweede werd uw betrouwbaarheid bevraagd in talkshows. Uw speech over de slachtoffers van MH17 bij de VN Veiligheidsraad, vijf dagen na de aanslag, maakte veel indruk. U kreeg er op televisie kritische vragen over van Jeroen Pauw, die stelde dat u ten onrechte suggereerde dat het mogelijk was dat de slachtoffers zich in de laatste seconden bewust waren van het gevaar. U antwoordde toen dat er een zuurstofkapje was aangetroffen op een passagier. Dat zeer omstreden antwoord kwam opnieuw ter sprake.
‘Dat was fout van me, dat heb ik ook meteen gezegd. Ik had het niet moeten zeggen, ik heb me laten provoceren, dat had ik niet moeten doen. Het was een fout, maar geen léugen. Ik laat me door niemand zeggen dat ik daar heb gelogen. Wat me verbaast, is dat er met de kritiek helemaal voorbijgegaan wordt aan het feit dat die toespraak in de Verenigde Naties plaatsvond toen we als Nederland nog geen toegang hadden tot de stoffelijke resten, en dat ik die toegang toen voor elkaar heb gekregen. Die context over de toespraak wordt niet meer gegeven, alsof dat er niet toe deed.. Het was een van de moeilijkste momenten in de recente Nederlandse geschiedenis, en we hebben in het kabinet met man en macht geprobeerd om zo goed mogelijk de belangen van de slachtoffers en nabestaanden te dienen.’
Het hele interview met Frans Timmermans lees je in Nieuwe Revu 42, die vanaf volgende week woensdag in de winkels ligt of digitaal te lezen op Blendle en tijdschrift.nl
- NL Beeld / Belga