Bart Nijman

Bart Nijman: 'Terwijl Wilders water bij de formatiewijn giet, staat Timmermans geluiden uit het verleden te maken'

'Als een vleesgeworden Vader Abraham van het linkse reveil draait Frenske onderwijl vervelende vingerwijs-riedels af'

Bart Nijman

Sinds de verkiezingen maakt Frans Timmermans een uitgebluste indruk. Bij debatten zie je hem – voor zover dat fysiek mogelijk is – onderuitgezakt in het blauwe pluche gepropt zitten, ogenschijnlijk ongeïnteresseerd in hetgeen om hem heen gebeurt. Op de schaarse momenten dat het verwende ventje toch zijn voedseltrechter gebruikt om verveelde oneliners uit te stoten, denk je slechts: een flets politiek fossiel.

Het onverstandige verstandshuwelijk tussen GroenLinks en de PvdA moest tot een linkse premier leiden en dat zou Frenske worden, maar het liep allemaal anders. De eens zo machtige PvdA wordt opgegeten door GroenLinks, een amalgaam van de makkelijk op te stoken jeugdige onwetendheid van radicale studentjes en het rijklinkse schuldgevoel van binnenstedelijke tweeverdieners met drie kinderen, een Tesla en een garderobekast vol lawaaibloesjes, die op zaterdagen onder goedkeurend staatstoezicht verzamelen op een A-weg – ‘voor het klimaat’.

De zachtewandjesvleugel van de partij vult onderwijl stationshallen met genocidale leuzen of probeert samen met zelfverklaard ‘antifascistische’ hooligans de herdenking van de Februaristaking te kapen – waarom klinkt die zogenaamde Palestijnse zaak toch iedere keer als een knisperende oven?

Als een vleesgeworden Vader Abraham van het linkse reveil draait Frenske onderwijl vervelende vingerwijs-riedels af. Afgewassen evergreens uit de sociaaldemocratische karaokemachine, aangezwengeld door iemand die zijn jeugdige schwung voor de parlementaire dansvloer al lang geleden heeft omgezet in hoogcalorische consumptiemunten voor de gewatteerde viploges van het politieke establishment.

Wat weet hij nou van werkvloeren? Hij stond te bekvechten met Ronald Plasterk over wie van hen de échte arbeider is – zelfs zijn profilering op een bescheiden afkomst komt er uit als lawaaierige ijdelheid.

Hij beklaagt zich over verdeeldheid, maar wijst in dezelfde ademteug Geert Wilders aan als een ‘bedreiging voor de nationale veiligheid’. Hij jammert over de lengte van de formatie omdat ‘de mensen in het land om oplossingen schreeuwen’, maar is zelf druk met larmoyante clichélezingen voor de eigen linkse navel, waarin reactieve elite-retoriek over een sterk Europa en het redden van het klimaat een gebrek aan eigen inbreng voor die noodzakelijke oplossingen verhult.
Mensen in het land liggen niet zo wakker van oprukkende Russen in de Donbas, wel van rellende Eritreeërs in Den Haag. Mensen in het land willen geen miljarden in een klimaatfonds, maar een aanpak van de migratiecrisis. Mensen in het land willen geen onderdanigheid aan de islam, ze willen zich herkennen in het Nederland van hun jeugd.

Het politieke tij keert. Terwijl Wilders als volleerd politiek flessentrekker water bij de formatiewijn giet, staat Timmermans geluiden uit het verleden te maken. Plichtmatig, omdat hij premier had willen zijn. Nu gorgelt hij, als lauw restwater dat uit de badkuip stroomt, de restjes schuim van het linkse geweten.

Als je zowel Timmermans als sociaaldemocratisch links in twee woorden moet vatten, zou ik zeggen: zwaar verval.

Column
  • NL Beeld / Regiofotografie