‘Captain Rambau, what the hell are you doing?’ Nick Fury, gespeeld door Samuel L. Jackson, loopt opgejaagd door het SABER-ruimtestation. Hij is kaal, heeft een grijszwart baardje en draagt zijn karakteristieke ooglapje. Op de achtergrond klinkt Intergalactic van de Beastie Boys: ‘Well, now, don’t you tell me to smile/ You stick around I’ll make it worth your while.’ De trailer van superheldenfilm The Marvels eindigt met de mededeling: in theaters 10 november.
De hoofdrol wordt gespeeld door Brie Larson. Jackson vertolkt een belangrijke bijrol. Miljoenen mensen zullen speciaal voor hem een kaartje kopen. Ze zijn jong, oud, man, vrouw of binair, wit of zwart, Republikeinen en Democraten. Iedereen lijkt hem sinds zijn legendarische vertolking in 1994 als Jules Winnfield in Pulp Fiction de King of Cool te vinden. Zijn leeftijd, politieke overtuiging, achtergrond als junkie, alcoholist of radicale zwarte nationalist. Zijn expliciete taalgebruik lijkt hem bij de meeste mensen alleen maar populairder te maken. In 2020 zei hij: ‘Ik gebruik motherfucker minstens acht keer in elke alinea. Ik noem alles een motherfucker. Ik zeg: “Oh, this shit was a motherfucker.” Of: “Je weet wel, dat motherfucking ding.” Dat is mijn perfecte zelfstandig naamwoord, voorzetsel, scheldwoord, alles.’
‘Motherfucker is mijn perfecte zelfstandig naamwoord, voorzetsel, scheldwoord, alles’
Samuel L. Jackson is 74 jaar. Hij vertelt nog steeds in interviews dat de ‘L’ in zijn naam voor Lucky staat, maar dat is een leugen. Hij werd op 21 december 1948 in Washington DC geboren als Samuel Leroy Jackson. Zijn moeder Elizabeth Harriett Montgomery reisde tijdens de Tweede Wereldoorlog van de zuidelijke staat Tennessee naar Washington D.C. om daar te werken voor het leger als typiste. Ze ontmoette twee jaar na de vrede een soldaat genaamd Roy Henry Jackson. Ze hadden seks, Elizabeth baarde negen maanden later een zoon. Roy schrok daar nogal van en ze gingen uit elkaar toen Samuel Leroy een baby was. Elizabeth bracht Samuel naar haar ouders en zus in het stadje Chattanooga, Tennessee. Hij zag zijn vader de jaren erna nooit en zijn moeder bijna nooit.
De meeste mensen noemden Samuel ‘Sam’. Hij stotterde. Zijn tante stuurde hem naar een specialist en daarna ging het iets beter. De wijk waar hij woonde was arm en gevaarlijk. Er werd soms geschoten en zo nu en dan iemand neergestoken. In twee panden zaten bordelen. In drie andere huizen werd moonshine verkocht: zelfgestookte, extreem sterke drank. Een van hun buren was volgens Samuel een ‘P.W.T. family’: een Poor White Trash-familie. De kinderen noemden Sam ‘nigger boy’ en oma Pearl ‘Miss Nigger’. Witte leeftijdsgenoten reden soms in de schoolbus door de zwarte buurt en dan gooiden ze losgeschroefde lampjes naar Sam en de andere zwarte kinderen.
Sams grootouders heetten Pearl en Edgar Montgomery. Opa was Sams beste vriend. Edgar leerde zijn kleinzoon dat hard werken bij een deugdzaam leven hoorde. Edgar zelf zwoegde als liftbediende bij een hotel en hij had nog een tweede baan als schoonmaker. Sam ging soms mee met Edgar en dan leegde hij vuilnisbakken of hij veegde de vloer. Witte collega’s voelden soms aan zijn kroeshaar. ‘I’d fucking look ’em in the eye to make them uncomfortable’, zou Sam later zeggen. Hij wist dat dit niet mocht, zijn opa vertelde hem altijd: ‘Buig je hoofd. Kijk de witte man nooit aan. Dat denken ze dat je je gelijkwaardig voelt en dat kan levensgevaarlijk zijn.’
Sam floot als 5-jarige toch eens naar een wit meisje dat voorbij liep. Zijn opa en oma duwden Sam zo snel mogelijk naar binnen. Ze sloten de luiken en waren opgelucht dat er geen witte buurtgenoten naar hun huis kwamen om Sam te lynchen.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.
- ANP