Dit wil Caroline van der Plas (BBB) met Nederland

Na weken van debatten, campagnes en media-optredens gaat Nederland vandaag eindelijk naar de stembus voor de Tweede Kamerverkiezingen. Leon Verdonschot vroeg de voorbije periode talloze lijsttrekkers naar hun plannen voor ons land. Voor alle zwevende kiezers laten we ze vandaag nog één keer beknopt de revue passeren.

Caroline van der Plas

‘Voor mij is het kernwoord: vertrouwen. Vertrouwen van burgers in de overheid en in de politiek. Dat is de kern, nog vóór andere zaken in ons programma, zoals meer geld voor de ouderenzorg en meer investeren in de zorg. Toen ik in de Tweede Kamer kwam, lag mijn focus bij boeren en het platteland, bij goede voorzieningen en mobiliteit, en daar ligt die nog steeds. Maar ik ben me er nog veel bewuster van geworden dat de samenleving de laatste jaren ontwricht is, en daar maak ik me echt veel zorgen over. Ik maak het dagelijks mee als ik buiten de Kamer op een muurtje een sigaretje zit te roken; dan zie ik zoveel boze en bange mensen daar staan te demonstreren.

De polarisatie is enorm toegenomen: mensen hebben heel korte lontjes, politici worden meer en meer bedreigd, maar ook rechters, advocaten, burgemeesters en journalisten. Mensen denken dat je alles maar kunt roepen en schreeuwen, en het wantrouwen in de overheid is heel diep geworteld geraakt. Het idee dat de overheid niet meer je vriend is, terwijl dat eigenlijk wel zo zou moeten zijn. Daar heeft de overheid zélf ook een verantwoordelijkheid in gehad, met technocratisch beleid en spreadsheat-denken, met steeds minder mensen uit de praktijk op de ministeries. De burger is niet afgedreven van de overheid, de overheid is afgedreven van de burger. Om dat te herstellen, wordt onze grootste opgave.

Ik heb het er over gehad in mijn HJ Schoo-lezing, en Marianne Zwagerman reageerde daarop met de opmerking dat ik terug wil naar de jaren vijftig. Dat is niet zo. Ik hoef niet terug naar de spruitjes op tafel en de vader die op zondag het vlees snijdt. Maar hoe het nu gaat, zie ik het zwaar in, ook democratisch. Die polarisatie is zelfs zo groot geworden dat mensen de democratie ter discussie stellen, dat mensen denken dat de overheid eropuit is ze als puppets aan het lijntje te houden.

Als de grote groep genuanceerden zich uit het debat terugtrekt, blijven alleen de flanken over en valt het gesprek eigenlijk weg. Dat is echt een probleem. Zo kun je als overheid ook nooit meer iets goed doen. Dat moet dus anders. De overheid zelf moet daar zijn rol in pakken, en de burgers ook. Daarom hebben wij het over de overheid als nabuurstaat: we willen graag een Nederland zien waarin de overheid een goede buurman is, een betrouwbare partner, je vangnet en trampoline, maar wel op gepaste afstand van je erf. Die dus niet alles dicht regelt, of mensen vertelt wat ze wel of niet mogen eten. Laat mensen ook vrij in hun ontwikkeling. En vertrouw ze. Zoals die Groninger met scheuren in zijn huis die nu moet bewijzen dat dat níét door die langsrijdende vrachtauto’s komt. Nee, dat is gewoon aardbevingsschade – punt uit. De overheid dus als partij die er gewoon voor je ís, en die dan ook iets mag terugverwachten.’

Politiek
  • NL Beeld / Regiofotografie