Bart Nijman: 'Wat Nederland nodig heeft is minder suikerbeesten en meer democratische ballen'

‘In alle media doen de bekende beroepsmoslims luidkeels hun gesluierde beklag, hobby-progressievelingen weeklagen gratuit met hen mee’

‘Haha, nu ben jij zelf een vriendje van de macht!’ lachte een vriendin me uit na de monsterzege van de PVV. Als bloggertje en columnist mag ik immers graag denken dat mijn culturele hokje tegen de tegenmacht aanschurkt. Oppositie, niet als noblesse oblige, maar als plebejer-plicht. Het gepeupel heeft me altijd nader gestaan dan de gegoeden.

Gelukkig is het niet moeilijk om de teneur van tegenmacht te behouden wanneer je beziet hoe lelijk, voorspelbaar en in tegenspraak met eigen dogma’s over verbinding en solidariteit de Goede Gegoeden omgaan met Geert Wilders’ zege. Het is een wonderlijke situatie dat de partij die met overmacht de grootste werd, veruit de meeste moeite zal hebben om de premier te leveren of wellicht zelfs maar in de regering plaats te nemen.

Ja, er is die breed opgerakelde anekdote uit het jaar kruik dat Joop den Uyl als grootste winnaar toch in de oppositie kwam, maar we zijn een halve eeuw verder en in het digitale nu ziet iedereen hoe van Wilders de worst wordt gemaakt.

Over zijn voorgestelde verkenner, PVV-senator Gom van Strien, lag nog een vuige roddel te wachten op het juiste moment en diens vervanger Ronald Plasterk is daarna stante pede verketterd uit de linkse kerk, waar de kudde hem toch al met groeiende argwaan bekeek. In alle media doen de bekende beroepsmoslims luidkeels hun gesluierde beklag, hobby-progressievelingen weeklagen gratuit met hen mee en we leven voelbaar in een land dat het sluipende gif van het slachtofferschap boven de draagkracht van de democratie heeft verheven. Het gedramatiseerde moralisme is zo sáái.

Politiek gezien is het vraagstuk interessanter. Natuurlijk huppelt een staatsrechtpredikant als Pieter Omtzigt niet fluitend een formatie met Wilders in. Hij moet zelf een gloednieuwe partij nog smoel geven en gezichtsverlies is snel geleden als Geert Wilders straks je eerste beste vriend op het bordes blijkt. Op moment van schrijven vliegen de verwijtende smeekbedes over sociale media. ‘Ik wil verdomme verkering,’ dreint Geert tegen Pieter, die de grondwet niet tot het poëzie-album van een kalverliefde wil reduceren en een lange lijst relatie-eisen op tafel heeft gelegd.

In het voor de kiezer meest wenselijke geval komt er een binnen-grondwettelijk blok van sociaal-rechtse partijen die enkele sleutelzaken relatief eensgezind oppakken. Woningbouw. Asielbeperkingen. Een minder bukkende houding jegens bazig Brussel en gepast ongeduld met de idiote eindtijdretoriek van het klimaatactivisme en het identitaire slachtofferschap van de eigenbelang-kermers.

Wat Nederland nodig heeft is minder suikerbeesten en meer democratische ballen, in een systeem dat zichzelf controleert omdat het huis daarop gebouwd is. Als raspopulist zal ik vast te lichtzinnig denken. En anders doen we toch lekker nieuwe verkiezingen? Kies ik wederom voor Martin Bosma, want een PVV-stem is nog steeds tegenmacht en geen knieval voor onmacht.

Politiek
  • NL Beeld