Is er iets wat jou van je stuk kan brengen? Je motto is ‘leef en lach’, maar er wordt toch weleens lekker gejankt in huize Verveer?
‘Nee man.’
Ook niet bij de dood van je moeder?
‘Niet bij de dood van mijn tante en zelfs niet bij de dood van mijn moeder. De dood heeft bij ons een plek in het leven, ook bij mijn kinderen. Als er verdriet is, moet je janken, daar is niks mis mee. Maar als je rekening houdt met de dood, helpt dat met het verwerken. Natuurlijk mis ik de mensen die zijn overleden, maar ik kan het een plaats geven.’
Je zoon Randy noemde de begrafenis van jouw moeder in Suriname ‘een soort festival’.
‘Hij was acht toen mijn vader overleed. Randy snapte er niks van: opa is dood, waarom zijn we blij? En nu was hij zelf een van de mannen die met de kist van mijn moeder door de straten dansten. Hij snapt het nu, ook omdat ik gaandeweg twee goede vrienden heb verloren, mannen die Randy en Julian ook goed kenden, mannen die ze oom noemden. Randy heeft van dichtbij meegemaakt hoe een van die mannen twee jaar lang sukkelde met kanker. Hij bezocht hem elke dag, zag hoe het voor die kinderen was om een ouder te verliezen. Dat dat erg is, maar niet het eind van de wereld hoeft te betekenen. Ze hebben gezien hoe die mensen ermee omgaan, hoe Farah en ik ermee omgaan. Ze hebben gezien dat je verder kunt.
En we praten er veel over, het is een onderwerp dat we niet uit de weg gaan. Al eindigt het altijd in humor, dat wel.’
- ANP