Premium

Glen Faria: 'Ik wilde vooral mijn verhaal kwijt'

In 2013 bracht Glen Faria (43) zijn eerste album uit. Nu, ruim tien jaar later, is het tijd voor een nieuwe plaat: FARIA. Want hoewel hij het schrijven en produceren voor andere artiesten ook leuk vindt, had Glen zelf nog wat te vertellen. ‘Het is fucking mooi meegenomen als er hits op staan, maar ik wilde vooral mijn verhaal kwijt.’

Glen Faria

Nieuwe Revu ontmoet Glen Faria
Waar? In zijn studio in Amsterdam. Iets genuttigd? Allebei een kopje koffie. Nog iets bijzonders? Glen zegt dat we allemaal naar Radio mArt moeten luisteren, een Surinaams radiostation: ‘Echt een aanrader. Suriname in de puurste, ongepolijste vorm. Love it.’

Ik had iets meer verwacht van de studio van een bekende succesproducer, Glen.
Lachend: ‘Ja man, we zijn er nog druk mee. Boven is het klaar, die studio zat er al in toen ik het huurde. Ik heb hem overgenomen van Mr. Probz en daarvoor zat Eva Simons hier. Maar beneden was nog niks, een kale ruimte. Toch moet het woensdag af zijn, want dan staat er een luistersessie gepland. Komen er allemaal mensen luisteren naar mijn nieuwe album.’

Het is nu vrijdag.
‘Dat wordt dus een weekendje doorwerken, en rapido ook. Maar het gaat wel lukken, hoor.’

Waar nam je eerder je muziek op?
‘In de studio van John Ewbank, maar die heeft dat pand verkocht. Balen, want ik zat daar prima, maar nu zit ik hier in Diemen, op 10 minuten fietsen van mijn huis.’

Waarom heb je eigenlijk twee ruimtes nodig in je studio?
‘Een voor het team waarmee ik vaak werk, eentje voor mezelf. Maar als mijn team niet werkt, kan ik er eentje verhuren.’

‘Je mag me best getikt noemen, maar ik vind het maken van kunst een van de belangrijkste dingen in het leven’

Dure grap, zo’n studio bouwen?
‘Ja man, maar het moet wel, want ik kan thuis ook wel min of meer een studiootje creëren, maar voor mij werkt dat niet. Ik kan moeilijk aan mensen als Tino Martin, Tony Junior of Davina Michelle vragen of ze hun volgende album bij mij op de slaapkamer komen opnemen, snap je.’

Je schrijft de laatste jaren voornamelijk liedjes voor anderen, met veel succes. Waarom nu toch die nieuwe plaat?
‘Tien jaar geleden heb ik een album gemaakt en sinds die tijd ben ik in veel opzichten gegroeid. Ik heb veel meegemaakt, heb dingen te vertellen. Zo voelde dat. Het was tijd voor reflectie op mijn leven als artiest, als vader, whatever. Hits zijn voor mij daarbij van ondergeschikt belang, altijd al zo geweest, trouwens. Fucking mooi meegenomen als ze erop staan, maar ik wilde vooral mijn verhaal kwijt.’

Wat is dat verhaal?
‘Het zijn meerdere verhalen. Een deel gaat over wat je als man met je emoties aan moet. Zoek je afleiding of juist de stilte? Houd je ze voor jezelf? Deel je ze? Een ander verhaal gaat over begrip. Want we veroordelen elkaar tegenwoordig heel snel. Zonder dat we weten wat het verhaal van de ander is, zonder ons af te vragen waarom iemand een bepaalde keuze maakt. Ik kwam erop toen ik zag dat een rapper tijdens een bijeenkomst in de Bijlmer helemaal losging op Elvira Sweet, de stadsdeelvoorzitter van Amsterdam-Zuidoost. Dat was nadat er daar iemand was neergeschoten. Volgens die jongen kwam Sweet alleen maar een mooi praatje houden en dat pikte hij niet. Tijdens het nieuwsitem liep hij ineens in beeld en begon tegen haar uit te varen. Ze was nooit in de Bijlmer, schreeuwde hij, waarom nu dan wel? Waarom was ze nu ineens wel betrokken? Hij schreeuwde echt, scheldwoorden en alles. Veel mensen reageerden daar boos op. Zo praatte je namelijk niet tegen een volwassen vrouw, hij moest respect hebben. Daar hebben ze gelijk in, maar wat ik jammer vind aan zo’n situatie is dat zijn vraag vervolgens onbeantwoord blijft. En waarom reageert die jongen eigenlijk zo? Waarom is hij zo boos? Wat zijn zijn trauma’s? We veroordelen die jongen en voor de rest is het klaar, afgedaan.

Zo zag ik laatst ook een documentaire over Boef. Veel mensen hebben een heftige mening over hem, maar toen ik die docu zag en doorkreeg wat die jongen allemaal heeft meegemaakt, begreep ik meer van zijn frustratie en woede. Ik kon zijn gedrag beter begrijpen, waardoor je minder snel over zo iemand oordeelt. Verder heb ik een liedje gemaakt dat gaat over hoe iedereen tegenwoordig perfect wil zijn. Schoonheid heet het. Al die influencers en jonge mensen zijn ermee bezig zonder dat ze echt begrijpen wat schoonheid nou precies inhoudt. Man, weet je, het zijn gewoon mijn hersenspinsels, dingen waar ik de afgelopen tien jaar over heb nagedacht.’

Dure hersenspinsels.
Lachend: ‘Ja, en je mag me ook best getikt noemen, maar ik vind het maken van kunst een van de belangrijkste dingen in het leven. En deze liedjes blijven forever.’

En je vriendin? Die is het er ook mee eens?
‘Zij is zangeres, ze snapt het wel. We zitten hier straks vast veel samen.’

Net als je zoon Jaïr, gok ik. Die zit zelf ook in het vak en je zei in een vorig interview dat hij eigenlijk beter is dan jij. Waar zit hem dat in?
‘Hij denkt vrijer, is niet genre-gebonden. Het is inmiddels minder aanwezig dan vroeger, maar bij mij hoor je altijd nog de hiphopinvloed. Bij Jaïr niet, bij hem hoor je alles langskomen. Ik denk dat hij daardoor ook een goede schrijver is geworden: omdat hij breed luistert, veel hoort en dus een bredere woordkeuze heeft. Hij is gewoon ook creatiever. En hij is geboren met een veel betere zangstem. Als ik schrijf, hoor ik soms bepaalde dingen in mijn hoofd, maar als ik het inzing, denk ik: leuk man, maar het was nog vetter geweest als ik het écht kon zingen. Wat Jaïr in zijn hoofd hoort, kan hij daadwerkelijk zingen.’

Wat vindt hij van de plaat?
‘Hij heeft de demo al twintigduizend keer voorbij horen komen in de auto, maar volgens mij vindt hij het vet. Alleen qua teksten had ie wel een opmerking. Hij zei: “Papa, jouw muziek gaat altijd over break-ups en daddy-issues.” Leuk man, Jaïr, thank you. Maar ik snap ergens wel dat hij dat zegt, want hij heeft dat soort shit niet. Hij kent geen daddy-issues, hij heeft een heel fijne jeugd gehad. Daarom is hij nu ook zo vrij, denk ik. Ik heb wat vrienden die gay zijn en als ik het verhaal van hun jeugd hoor, breekt mijn hart. Die guys zaten locked-up in hun eigen lichaam. Daar heeft mijn zoon – die ook gay is – nooit last van gehad. Het was bij ons geen issue. Hij vertelde destijds in de familie-app dat hij niet op vrouwen viel. Waarop ik appte: “Duh, tell me something I don’t know.” Dus, ja, dat gevoel van vrijheid moet iets met je doen... Daardoor durf je meer, is het niet eng om fouten te maken, op je bek te gaan, imperfect te zijn.’

Zijn die daddy-issues van jou inmiddels wat minder rauw? Je vader vertrok op je vijftiende naar Suriname, liet jou en je broertje Melvin bij je moeder achter.
‘Jazeker is het minder rauw. Daar gaan die nummers ook over, dat ik er inmiddels anders naar kijk. Mijn vader is van een andere generatie: de positie die Surinaamse mannen van zijn leeftijd hier in Nederland hadden, kun je niet met mijn situatie vergelijken. Ik ben hier geboren, heb altijd met kinderen van verschillende culturen in de klas gezeten, kwam thuis bij gezinnen waar iedereen ’s avonds tijdens het eten sprak over wat er die dag was gebeurd. Mijn referentiekader is dus heel anders dan dat van mijn vader, zijn jeugd was totaal anders. Net zoals zijn jeugd weer enorm verschilde met die van zijn vader. Hij heeft zijn best gedaan, zo zie ik het nu, want mijn vader is gewoon een goed mens. Als volwassen man kijk je toch anders naar dingen dan als kind. Ik heb vrienden die dezelfde fout hebben gemaakt, maar hen veroordeel ik niet. Dus waarom mijn vader wel? Ik heb nu het begrip dat ik als kind – logischerwijs – niet kon opbrengen.’

Ben je hiervoor in therapie geweest?
‘Zeker wel. Dat was nodig, omdat je er zelf te dicht op zit. Die guy vroeg eerst hoe mijn jeugd was. Ik vertelde. Daarna vroeg hij: “Hoe was jouw vaders jeugd?” Ik vertelde iets, het beetje wat ik ervan wist. En toen vroeg hij me hoe mijn opa’s jeugd was geweest, mijn vaders vader. En diens vader, wist ik daar eigenlijk wel iets van? Toen realiseerde ik me pas dat die man slaaf moet zijn geweest, dat hij geleefd had in een tijd dat gezinnen letterlijk uit elkaar getrokken werden. Dat was een eyeopener voor mij. En ik hoop dat meer mensen dit soort dingen gaan inzien, dat ze leren beseffen dat ieder mens een ander vertrekpunt heeft, dat iedereen andere leermeesters heeft gehad, andere issues, andere trauma’s.’

Je was in interviews altijd al lyrisch over je moeder, maar ik kan me voorstellen dat met het klimmen van de jaren je respect voor haar nog groter moet zijn geworden.
‘Precies, want zij heeft ook haar verhaal, haar issues, maar zij heeft wel de kracht gehad om mijn broertje en mij in haar eentje te laten opgroeien... Dat is superhero shit. Ik denk niet dat ik dat op die manier had gekund. Haar man ging weg, ze had meerdere banen en twee zoons op te voeden. En toen ze dat allemaal overwonnen had, verloor ze haar zoon, mijn broertje Melvin. En nog stééds is ze on her feet. Zij is niet normaal.’

Hoe vaak zie je je moeder?
‘Heel vaak, meer dan voor Melvins dood, eigenlijk. Toen hij nog leefde, was hij er vaker dan ik. Zij waren Peppi en Kokki, die twee waren altijd samen, hadden elkaar echt nodig. Ik was die nomade, druk met dingen, bezig met alles, behalve met mijn moeder. Wat het nog heftiger maakte toen Melvin eind 2019, op zijn 41ste, aan bloedvergiftiging overleed. Want zij raakte niet alleen haar kind kwijt, maar ook haar beste maatje. De dag voor hij doodging, voelde hij zich al een beetje ziek. Hij lag op de bank, mijn moeder en ik zaten tegenover hem. Samen te praten, hard te praten, want als mijn moeder en ik elkaar zien, gaat het er heftig aan toe, alsof we honderd verhalen in 10 minuten willen vertellen. “Hé,” zei Melvin toen, “jullie praten alsof je elkaar tien jaar niet gezien hebben, jullie moeten váker praten.” Dat is de laatste zin die hij tegen mij heeft gezegd.’

En je hebt je daaraan gehouden...
‘Ja, mijn moeder en ik communiceren elke dag. Soms bellen, soms iets drinken. Af en toe gaan we naar Melvins graf, maken we dat samen schoon. Dat soort ritueeltjes hebben we. Ik ben er daardoor achter gekomen hoe leuk ze is. Als in: echt een fijne vrouw om mee te hangen. En we zijn elkaar steeds beter gaan begrijpen. We waren altijd al cool, maar nu zijn we echt buddy’s.’

Hoe is het contact met je vader?
‘Af en toe hebben we contact. Hij woont nog altijd in Suriname, maar ik ben blij dat hij gezond is en ik ben cool met hem. We kunnen zelfs samen lachen, zijn toch wat meer naar elkaar toe gegroeid.’

Heeft hij jou ooit uitgelegd waarom hij deed wat hij deed, weggaan bij zijn gezin?
‘Zeker wel. Vooral omdat hij vond dat hij dat moest uitleggen, niet omdat ik het wilde – voor mij was het niet echt meer nodig. Ik wist namelijk al dat zijn spirit goed was, dat hij een goed mens was. Een man die het even niet meer wist, die zijn redenen had om weg te gaan. Iedereen maakt fouten, ik ook, ik weet ook niet alles. Toen de moeder van Jaïr en ik uit elkaar gingen, moest ik daar ook een vorm voor vinden, hem uitleggen dat het niet aan hem lag, dat het iets tussen mama en mij was. Ik heb dat destijds meteen uitgelegd, mijn vader deed dat pas veel later, maar het komt uiteindelijk op hetzelfde neer: het was gewoon een break-up.’

Voelde het naar dat je hetzelfde deed als je vader?
‘Ik zat daar wel mee, ja, ook ik brak met de moeder van ons kind. Tot mijn moeder zei dat ik daar niet zo op moest focussen: jij bent je vader niet, jullie zijn twee verschillende personen. En als ik te krampachtig zou proberen om hem niet te zijn, zou ik daarmee ook zijn goede kanten uit het oog verliezen. Want die had hij. Mijn vader was voor sommige mensen in de Bijlmer een held. Hij hielp jongeren die op straat terecht waren gekomen, begeleidde ze. Gingen mijn broertje en ik iets doen met mijn vader, waren er ineens twee extra guys bij. Wie zijn dit? Maakt niet uit, we gaan met deze jongens chillen. Bleken dan jongens te zijn die helemaal niks hadden, echt niks. Wat mij deed realiseren dat wij het thuis misschien niet al te breed hadden, maar dat het altijd nog slechter kon. Laatst vroeg een rapper me of ik me nog kon herinneren dat ik hem altijd naar school bracht. Wist ik niet meer, man. Die guy werd dan bij ons thuis afgezet, maakte mijn moeder ontbijt voor hem en daarna bracht ik hem naar school. Nog zoiets: mijn moeder heeft de eerste Speel-O-Theek opgericht in de Bijlmer. Verzamelde ze allemaal speelgoed van buren, dat armere gezinnen dan konden huren voor een paar cent. Hadden die kinderen ook iets om mee te spelen. Zowel mijn vader als mijn moeder heeft zich altijd ingezet voor anderen. Over dat soort dingen ga je toch meer nadenken als je ouder wordt. Mijn vader is dus veel meer dan de man die ons verliet toen ik vijftien was.’

Je woont inmiddels zelf ook weer in de Bijlmer.
‘Sinds kort, ja. Ik heb een tijdje in Nieuw-Sloten gewoond, maar ik vroeg me steeds vaker af waarom ik überhaupt uit de Bijlmer weg was gegaan. Het is de leukste buurt van Amsterdam, dit is mijn plek. Al is het soms wel heftig, hoor. Als ik “even” naar de Albert Heijn ga, kan dat zomaar drie uur duren vanwege alle gesprekken die ik onderweg heb. Ik ben daar opgegroeid, ik ken er zoveel mensen. Er is altijd something going on daar. Staat er ineens weer een podium waar mensen optreden, feest hier, feest daar.’

Over feest gesproken: hoe was kerst?
‘Met kerst snappen we allemaal hoe het zit, hoe we met elkaar om moeten gaan. We zijn het de dag erna ook meteen weer vergeten, maar dat gevoel vind ik prachtig. Overal diezelfde sfeer. Van de televisie en de radio tot aan het winkelcentrum: we zitten allemaal in dezelfde vibe. Het maakt niet uit hoe slecht je jaar was, je koopt die kerstboom, hangt de ballen erin en of die kalkoen nou droog is of niet: we gaan het leuk maken. Soms is dat even nodig, dat gevoel dat het allemaal wel meevalt. Want ik ben helemaal leeggelopen op deze studio, maar die kerstboom kwam er.’

‘Het is elke keer weer vet als je via dat trappetje uit het vliegtuig op de landingsbaan stapt. Dat gevoel is niet te begrijpen, maar elke Surinamer kent het’

Wat staat er verder op de planning voor dit jaar?
‘Niks. Heb ik expres zo gedaan, juist omdat ik het zo druk heb gehad. Even niets, dan komen er vanzelf weer nieuwe plannen. Ik wil trouwens wel reizen, onder andere naar Suriname. Dat is te lang geleden. Ik kom er te weinig, ben daar al vijf jaar niet geweest. En dat terwijl mijn moeder drie keer per jaar gaat.’

Wat houdt je tegen?
‘Druk natuurlijk, maar het slaat nergens op. In 2024 moet ik gaan, ook omdat ik het mis. Ik wil het oerwoud weer in, de geur en het gevoel in me opnemen. Dat je denkt: is dit zweet of regent het? Terwijl je weet dat het zweet is, man, altijd zweet. Het is elke keer weer vet als je via dat trappetje uit het vliegtuig op de landingsbaan stapt. Dat gevoel is niet te begrijpen, maar elke Surinamer kent het. Er gebeurt iets lijps met je, iets magics. Je ruikt het, je voelt het.’

Is je zoon vaak geweest?
‘Eén keer. Hij vond het helemaal niks. Mijn zoon is een Anne-Fleur, zo’n meisje met een kakkerige stem en een Gooise R, weet je wel. “Ja, maar papa, het is hier veel te warm.” Echt, dat zei ie. Hij kon er ook niks, want geen strand en het winkelcentrum had alleen maar nepspullen. Deze generatie, jongen, niet normaal.’

Dus Anne-Fleur gaat volgend jaar niet mee.
Lachend: ‘Nee, die gaat naar Ibiza. Want dat is veel dichterbij. En “superchill” natuurlijk, dat ook.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct