James Worthy

James Worthy: 'Twee mannen op de rij achter mij, beginnen de film al een recensie te geven terwijl die nog bezig is'

'Vrijwel direct sta ik op ontploffen. Ik haat veel dingen, maar niets zo erg als mensen die alles onmiddellijk gaan recenseren'

James Worthy

De aftiteling is bezig. De lichten in de bioscoopzaal zijn nog niet eens compleet aan. Twee mannen die op de rij achter mij zitten, beginnen de film die nog bezig is te recenseren. ‘Het is een mooie film, maar ik ben niet omvergeblazen of zo,’ zegt de man met de schreeuwerige sjaal. ‘Dit is precies waarom ik niet zo van de sciencefiction ben. Het is vaak schitterend, maar ook zo leeg. De beelden zeggen veel, maar in feite zeggen ze niets,’ zegt de man die de stem van een gescheiden hockeyvader heeft.

Ik sta vrijwel direct op ontploffen. Ik haat veel dingen, maar ik haat niets zo erg als mensen die de behoefte voelen om alles onmiddellijk te gaan recenseren. Hotelkamers, restaurants, taxichauffeurs, films. ‘Het is een ruime hotelkamer, maar misschien net iets te ruim om huiselijk aan te voelen. Ook zijn de gordijnen niet lichtdicht. In slaap vallen was hierdoor lastig. Ik wilde wel een film kijken, maar alle films waren in het Duits. Ook gleed mijn vrouw bijna uit in de badkamer. Bijna. Dus de tegels in de badkamer mogen wel wat gladder. Ik geef onze overnachting een 6.7.’

Sodemieter op. Vroeger was de klant koning, maar tegenwoordig is de klant niets minder dan een god. ‘Ik snap dat deze film vijf sterren in de krant krijgt, maar ik zie het toch echt anders. De kostuums zijn wonderschoon, maar nogmaals: filmmakers gebruiken schoonheid puur als kleedje om over de leegte heen te leggen,’ vervolgt de sjaal. ‘Helemaal mee eens, Pieter-Jan. Schoonheid is afleiding. Dit is een ideale film voor mensen die schoonheid belangrijker dan een verhaal vinden. Dit is een cinematografische botox-injectie.’

‘Jongens, even serieus. Kunnen we de dingen niet eerst even laten marineren voordat we het afslachten?’ vraag ik.

‘Het slachten komt altijd voor het marineren, vriend,’ zegt de hockeyvader.

‘Ja, maar dingen kunnen groeien, toch?’ foeter ik.

‘Cinema is geen bloedlul. Ik geloof niet dat kunst kan groeien. Je ziet het of je ziet het niet.’

‘Dat wat Pieter-Jan zegt. Hij zat vroeger in de filmwereld. Hij weet van de hoed en de rand. Hij heeft een keer met Monique van de Ven mogen werken.’

‘Maar in elk shot zit liefde. Voelden jullie dat niet? Deze film is als een uitmuntende barkeeper, alle shots zitten vol liefde,’ vervolg ik.

‘Dat voelden wij zeker. Of niet dan Pieter-Jan?’

‘Ja, wij voelden dat zeker, maar een overdosis aan liefde is ook gewoon een overdosis. Daarnaast kan iedereen deze film mooi vinden. Dat is het probleem. Wij zijn iedereen niet. Een film die voor iedereen is gemaakt, is niet voor ons gemaakt. Wij verwachten meer. Dit was cinematografische fastfood. Een briljante kroket zonder vulling.’

‘Zonder vulling! Deze film is een ragoutloze kroket,’ herhaalt de sjaal.

De aftiteling loopt nog steeds. ‘Mijn conclusie: weer een film die de hype niet heeft kunnen waarmaken,’ zegt de hockeyvader.

‘Dat is jullie probleem, hè? Jullie zijn allergisch voor hypes. Alles wat succesvol is, is pulp. Ik geef jullie een 4.3,’ zeg ik.

‘Uit jouw mond klinkt dat als een voldoende,’ zegt de sjaal.

‘Een dikke voldoende,’ herhaalt de hockeyvader.