Floris Schreuder: 'Ex-gevangene Earlene draait dubbele shifts achter de receptie om de eindjes aan elkaar te knopen'
‘Stigmatisering is aan de orde van de dag in West-Virginia, vuil werk tegen een hongerloontje ligt in het verschiet’
Met een strafblad ben je momenteel spekkoper. Amerika is ernstig in de war. Buiten deze uitzonderlijke tijd om, valt het leven van een ex-gevangene niet te benijden. De strafmaat is hoog, het gevangenisregime ronduit spartaans. Eenmaal op vrije voeten wacht de volgende beproeving. Stigmatisering is aan de orde van de dag, hulp bij re-integratie ontbreekt. Vuil werk tegen een hongerloontje ligt in het verschiet.
De kloof tussen arm en rijk doet zich goed gevoelen in Lewisburg (West-Virginia), gekroond tot ‘America’s coolest town’, waar de happy few onbezorgd geniet van bistro’s en boetiekhotels. Motels – toevluchtsoord voor verslaafden en vreemdgangers met een kleine buidel – zijn naar de rand van de stad gedirigeerd, pal tegen de snelweg aan.
Earlene (niet haar echte naam) – neuspiercing, tatoeages van beiden zoons op de arm – draait dubbele shifts achter de receptie om de eindjes aan elkaar te knopen. Moderne slavernij, onder het mom van gerechtigheid oogluikend toegestaan. Wat begon met oxycodon tegen psychisch lijden groeide uit tot verslaving – tekenend voor de aanhoudende drugsepidemie. Om de pillen te bekostigen, hield Earlene er een handeltje op na, wat leidde tot haar arrestatie. Een voor een vielen de dominosteentjes om met huwelijk en voogdij als voornaamste verliezers. Barmhartige Samaritanen vullen het gat dat de overheid achterlaat, vaak vanuit geloofsovertuiging.
Ik denk terug aan Sarah en Tony. Na jarenlang in de relatieve luxe van de grote stad geleefd te hebben, konden zij de schreeuw om hulp niet langer negeren. Op Sarah’s geboortegrond, en ver daarbuiten, woedt een gevecht tegen de eisen van het moderne bestaan. Langs het spoor van de Peninsular Road – ooit hét symbool van vooruitgang en pioniersgeest – staan verzakte huizen met dichtgetimmerde ramen als stille getuigen van vervlogen tijden. Wetteloosheid tiert er welig.
Sarah nam me in Marcellus (Michigan) – jonge strijder in het Latijn – mee naar het stadhuis. Bij de ingang onthult een aanplakbiljet de kille cijfers: het niet-leeftijdsgebonden minimumloon voor werknemers die – in theorie althans – aanspraak maken op fooi is in een jaar tijd met 9 dollarcent gestegen naar 3,93 dollar per uur. In een pand met ‘do it best’ op de gevel – een overblijfsel van de hardwarestore die een jaar of tien geleden noodgedwongen de deuren sloot – runt het duo een buurthuis annex expositieruimte. Stabiel internet vind je alleen in de hoofdstraat, dus mogen de buurtkinderen hier hun huiswerk komen maken. Kosteloos. Vorig jaar zag radiozender WRM Marcellus het levenslicht, bezigheidstherapie voor het personeel. Op een goede dag luisteren er twee zielen tegelijk naar royaltyvrije muziek en het laatste nieuws.
Officiële cijfers schetsen een rooskleurig beeld; het gemiddeld huishoudinkomen steeg sinds de laatste volkstelling in 2010 met tientallen procenten naar 52.000 dollar per jaar. Verschanst in de beschutting van hun trailer dikken inwoners de omstandigheden geregeld aan, gedreven door een combinatie van trots en schaamte. Interviewers schrijven braaf mee. Et voilà; overheidsbijdrage gehalveerd.
Inmiddels is Earlene clean. En er valt meer te vieren. Geconfronteerd met een parodie op presidentskandidaten, worstelt zowel liberaal als conservatief Amerika met een duivels dilemma; hoofdbrekens die Earlene als veroordeelde zonder stemrecht in West-Virginia bespaard blijven. Voor even maakt ze zich los van de ketens van een meedogenloos systeem. Toch balanceert Earlene in dit klimaat van uitsluiting en uitbuiting continu op een dun koordje. Mocht Earlene ooit in oude gewoonten vervallen, dan staan er twee jonge strijders klaar om haar op te vangen. Een geruststellende en sombere gedachte tegelijkertijd.
- Floris Schreuder