Premium

Neerlands Hoop: Abderrahmane Trabsini

Nieuwe Revu portretteert de leiders van een nieuwe generatie. Zij helpen Nederland vooruit door de juiste vragen te stellen of door zelf de antwoorden te geven.

Abderrahmane Trabsini

Deze week: Abderrahmane Trabsini, medeoprichter van Daily Paper.

Wat is je beste beslissing van de laatste twaalf maanden?

‘Om beter voor mezelf te zorgen. Als je veel reist, zoals ik voor mijn werk doe, kan een ongezonde levensstijl op de loer liggen. Ik heb dagen gehad dat ik echt gesloopt was en mijn bed niet uit kon komen. Dat was mijn wake-upcall. Sinds twee maanden ben ik heel bewust bezig met mezelf. Ik sport veel, let op mijn voeding, drink veel water en heb bijna geen last meer van jetlags omdat ik heb geleerd slim te reizen: nachtvluchten naar Azië, ochtendvluchten naar Amerika, zodat ik de dag door kan trekken. Je kunt pas 100 procent geven als je eerst 100 procent aan jezelf geeft. Anders ga je het niet redden. Tegenwoordig blijf ik doordeweeks na werk lekker thuis: op de bank liggen met wat goede jazz van Roy Ayers of Herbie Hancock, alles verwerken, vroeg slapen en de volgende dag weer verder. Ondernemen is voor mij geen sprint, maar een marathon, ik zit hierin voor de long run en niet voor het kortstondige succes.’

Hoe is het met je?

‘Goed, ik voel me gezegend. Elke keer als ik in het buitenland ben voor Daily Paper, realiseer ik me: ik ben hier gekomen door keihard te werken. Ik vind het zo tof dat mensen ons merk kennen. Soms loop ik door de stad en zie ik om de paar minuten iemand met Daily Paper-kleren lopen. Ik ben Jeff en Hussein (Jeff Osei en Hussein Suleiman, de twee andere oprichters van Daily Paper, red.) dankbaar dat we dit samen hebben gedaan en ik ben mezelf dankbaar dat ik dit heb volgehouden. Elf jaar geleden waren we een lifestyle-blog dat vijf T-shirts met het Daily Paper-logo liet bedrukken, nu ligt onze kleding in 180 winkels in 26 landen.’

Wat voor jeugd heb jij gehad?

‘Een leuke. Ik ben het jongste kind, ik heb vier oudere zussen en twee broers. We zijn opgegroeid in Osdorp. Mijn vader kwam hier vanuit Marokko toen hij negentien was om zijn kinderen een betere toekomst te geven. Mijn ouders hebben me netjes en gedisciplineerd opgevoed. Tot mijn twaalfde moest ik altijd om 20.30 uur in bed liggen. Maar ze lieten me ook vrij. Ik mocht naar de kunstacademie in Den Haag, als een van de weinige Marokkaanse kinderen in de buurt. Toen ik zei dat ik de mode in wilde, snapte mijn moeder daar niks van. Maar ze stond wel achter mijn keuze.’

Wanneer begon je liefde voor kleding en mode?

‘Dat kwam eigenlijk door mijn zussen. Die hadden allemaal baantjes in kledingzaken. Als jongste broertje werd ik best verwend. Ze kochten altijd nieuwe spullen voor me. Mijn oudste zus werkte bij Zipper, een vintage kledingzaak in Amsterdam. Mensen vonden het raar dat ik in muf ruikende vintage broeken van Dickies liep. Jongens keken me aan, zo van: ben je een zwerver of zo dat je tweedehands kleding draagt?’

Werd je gepest?

‘Nee, maar in Osdorp werd ik wel soms raar aan- gekeken. Ik droeg op jonge leeftijd al slimfit-jeans met Dr. Martens eronder. Als ik de tram instapte, merkte ik dat mensen me een bepaalde blik gaven. Ik moest bloeden voor mijn volk, haha. Ik moest de eerste Marokkaan zijn die liet zien dat je met je kleding niet mee hoeft te lopen met de kudde. Vroeger trok ik me dat heel persoonlijk aan, nu niet meer. Ik heb geen trek om te verdrinken in andermans negativiteit.’

Hoe heb jij Jeff en Hussein leren kennen?

‘Jeff en ik komen uit dezelfde buurt in Amsterdam-West. Daily Paper was toen, in 2008, nog een blog waar Jeff en Hussein schreven over mode, muziek en sport. Op Koninginnenacht in 2009 was ik in de stad en kwam ik de jongens tegen. Ze gingen naar de club Bitterzoet en ik vroeg of ik mee mocht. Sindsdien ben ik nooit meer weggegaan.’

Mijn droom is om in elke toffe wereldstad een eigen Daily Paper- winkel te hebben. Tokio, Shanghai, Londen, zoveel als kan

Waarom klikt het zo goed tussen jullie?

‘We hebben dezelfde interesses en vullen elkaar goed aan. In onze vriendengroep kan iedereen zichzelf zijn, niemand zal worden uitgelachen. Daarom vind ik het fijn om met ze te hangen. Afrika is daarbij het kloppend hart van Daily Paper. Alledrie hebben wij onze roots in Afrika liggen: Jeff is Ghanees, Hussein Somalisch en ik dus Marokkaans. Het is een rijk, puur en rauw continent: elk land heeft zijn eigen cultuur, zijn eigen voedsel, zijn eigen prints. Als Afrika niet meer de esthetiek van Daily Paper bepaalt, dan is het een zielloos merk.’

Van drie bloggende vrienden zijn jullie uitgegroeid tot een cool streetwearmerk met internationaal aanzien. Hoe hebben jullie dat geflikt?

‘Je moet blijven geloven in wat je doet. We hebben geen van drieën bedrijfskunde gestudeerd of de modevakschool gedaan. We deden alles zelf en zijn vaak op ons bek gegaan. Natuurlijk heb ik weleens momenten gehad dat ik dacht: het is makkelijker om gewoon te stoppen. Maar dat was voor ons nooit een serieuze optie. Je hebt een plan, je houdt je aan je plan en let’s go. We zijn altijd vastberaden geweest. Toen we net begonnen, werden we gezien als een T-shirt-merk. In onze tweede collectie kwamen we ook met sweaters en petjes, in onze derde collectie met jassen, broeken en overhemden. Nu zijn we een sterk allround merk dat mooie kleding maakt. We wisten dat we iets unieks hadden en dat probeerden we door te drukken. Niemand in onze omgeving kon ons helpen met hoe je een bedrijf runt. Weet je wie ons heeft geholpen? Google. Als Afrika de moeder is van Daily Paper, dan is Google de vader.’

Wat willen jullie?

‘In december gaan we onze eerste winkel in New York openen. Mijn droom is om in elke toffe wereldstad een eigen Daily Paper-winkel te hebben. Tokio, Shanghai, Londen, zoveel als kan. Het merk moet overal worden gezien. Amsterdam is onze thuisbasis, maar als ik volgend jaar in New York ook mensen zie rondlopen in kleding van ons, ja, dat is voor mij wel echt succes.’

CV

Blog

Jeff, Hussein en Abderrahmane, drie vrienden uit Amsterdam-West, beginnen in 2008 T-shirts te verkopen om hun lifestyle-blog Daily Paper te promoten.

Streetwear

Sinds hun eerste collectie in 2010 is Daily Paper uitgegroeid tot een volwaardig modebedrijf dat niet meer uit het straatbeeld weg te denken is.

Afrika

De Afrikaanse roots van de drie oprichters komt duidelijk terug in de kledingontwerpen en zelfs het Daily Paper-logo (een Masai-schild).

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct