Premium

Soundos el Ahmadi (42): ‘Als je me fokt, ben ik je worst nightmare’

Soundos is klaar met zich druk maken over mensen-die-iets-van-haar-vinden. Die energie steekt ze liever in familie en vrienden. Maar Soundos blijft Soundos: ‘Woede is heerlijk, net als rancune.’  

Soundos

Je bent helemaal doorgestyled Soundos, om door een ringetje te halen.
‘Dank je, maar ik vind dat ook wel zo respectvol naar jou toe. Wij hebben een afspraak, gaan dit interview doen, dan kom ik niet met mijn joggingpak en Crocs aanzetten.’

Heb je echt Crocs?
‘Twee paar. Die horen bij de outfit waarmee ik mijn kinderen naar school verplaats – daar zijn ze gewend om me als zwerver te zien. Vind je het trouwens goed als ik wat eet? Ik ontbijt nooit ’s ochtends, maar ik heb er nu al een halve dag opzitten. Keuken opruimen, stofzuigen, wasje draaien. Niet erg, daar word ik happy van, maar ik neem nu dus wel een omeletje zonder toast. Ik heb hem liever mét, maar ik probeer niet meer dik te zijn. Dat is vrij moeilijk.’

Toch is het je gelukt.
‘Ja, ik ben aardig wat kilo’s kwijt. Ik begin gewoon eindelijk te ontzwangeren, mijn hormoonhuishouding wordt weer normaal. Nu pas, want mijn zoon wordt in november al 2 jaar. Sowieso is het anders, jongens en meisjes. Die energie... Knettergek is ie – en hij kent alleen de woorden “mijn” en “nee”. Mijn dochter is tien en die aait me ’s ochtends wakker, geeft me een kop koffie en een kus: “Heb je lekker geslapen? Je stinkt een beetje uit je mond, maar dat is niet erg.” Ze is zó lief. En ze vertelt me alles, al haar gevoelens, al haar twijfels.’

Van wie heeft ze dat?
‘Van mij. Ik ben een open boek. Thuis dan, hè, want ik heb jou gegoogeld en zag dat jij onder meer de biografieën van Gordon en Najib Amhali hebt geschreven, maar daar hoef je mij niet voor te bellen. Nou ja, je kunt best bellen, maar dan neem ik niet op.’

Genoteerd. Hoe gaat het met de try-outs van Witte ruis, je nieuwe show?
‘Ik heb er net twee gedaan in Pepijn, Den Haag. Klein zaaltje, maar ik ging dood van de spanning. Mijn laatste show maakte ik vlak voor covid, maar ik kon hem pas naderhand spelen. Tussendoor werd ik zwanger, was ik er dus even uit, en daarna heb ik de reprise gedaan. En toen nog België. Ik heb die show dus lang gespeeld en dat is fijn, maar ik moest nu weer helemaal opnieuw beginnen.’

Hoe doe je dat?
‘Ik heb altijd wel dingen te vertellen en ik heb genoeg meegemaakt, dus dan ga ik zitten met Joeri Tijdink. Hij is mijn regisseur en “issue man” – een soort psychiater is ie voor mij, hij werkt graag met gekke mensen. Wij viben heel goed, hij begrijpt precies waar ik naartoe wil. Dat is belangrijk, want mijn shows moeten altijd ergens naartoe gaan, een soort overkoepelend thema hebben. Alles, elk verhaal dat ik vertel, of ik nou lach of schreeuw: het moet een functie hebben, onderdeel zijn van dat thema. Wel grappig als recensenten die rode lijn vinden, maar denken dat ik die lijn zelf niet zie. Sukkels, want ik weet echt wel wat ik aan het doen ben. Die structuur komt erin door met Joeri te praten, maar ook door het gewoon te doen, dat podium opgaan en praten met m’n bek. Ga maar staan, Soundos, red je maar. Kijken wat voor mij lekker voelt en wat niet.’

‘Johan Derksen is gewoon een racist fuck, ik heb geen respect voor hem. Maar ik lach me kapot om die man, want elke keer als hij over mij praat, verkoop ik kaartjes’

Eng?
‘Altijd, maar ik merk nu voor het eerst dat er iets is veranderd in mijn publiek: ze hebben er écht zin in. Dit is waar ik van droomde, waar ik altijd voor gewerkt heb: mensen die al bij binnenkomst enthousiast zijn, mensen die voor míj́ komen.’

Je hebt fans.
‘Dat woord klinkt altijd een beetje goor, maar ik heb jarenlang op een podium gestaan, terwijl mensen niet echt wisten wat mijn stijl was, mijn stem – wist ik zelf ook niet. Daardoor was ik voorzichtiger. Dat is voorbij, ik ben klaar met voorzichtig doen. Blijkbaar voelen mensen dat.’

Ik heb jou nooit echt voorzichtig gevonden.
‘...Hm, nee, oké, daar heb je een punt. Ik vind het inderdaad leuk om op het podium dingen te zeggen die ik eigenlijk niet mag zeggen. Zegt Joeri ook altijd: “Doe dit keer nou geen namen en rugnummers.” Doe ik dus wel, want ik betaal hem hè, niet andersom. Sowieso vind ik het onzin dat je dingen niet mag zeggen. Je mag álles zeggen. De enigen die roepen dat ze niks meer mogen zeggen zijn witte, heteroseksuele mannen die jarenlang zijn weggekomen met wangedrag en andere narigheid. “We mogen niks meer!” Klopt, je mag geen vrouwen aanranden, verkrachten of uitschelden voor vieze hoer. En dat mocht dertig jaar geleden ook niet, alleen kwamen jullie er toen nog mee weg. Die tijd is geweest, je komt niet meer weg met shit. Maar op het podium kan alles. Ik zie ook geen enkele collega die zichzelf censureert. Ik merk wel dat jongere collega’s minder zin hebben om het over flikkers hier en homo’s daar te hebben of continu marokkanengrappen te maken. Maar als dat toch je ding is: God bless you my child, doe lekker je ding.’

Wat moet er beter aan je show?
‘Er ís nog geen show, die moet ontstaan. Ik bereid me voor, weet welke verhalen ik ga vertellen, maar voor de rest gebeurt alles tijdens die try-outs. Na deze eerste twee avonden weet ik bijvoorbeeld al welke verhalen ik wil houden en welk verhaal ik nooit meer ga vertellen. Maar er zijn ook stukken die nog niet af zijn, die gepolijst moeten worden. Ik gooi niet meteen alles weg, denk na over hoe ik verhalen interessanter kan maken.’

Wat is ditmaal je overkoepelende thema?
‘Ik voelde na mijn vorige show dat ik minder rancuneus wilde zijn. Dat is het leven, dacht ik: stappen maken, volwassen worden. Inmiddels weet ik dat ik niet volwassen wil worden. Geen zin in, laat me met rust. Ik ben ouder geworden, ja, maar woede is heerlijk, net als rancune.’

Op wie ben je woedend?
‘Op mensen die bij elke stap vooruit die ik maak boos op mij worden. Waarschijnlijk omdat hun eigen ontwikkeling stagneert – terwijl je dan eigenlijk vooral boos op jezelf zou moeten zijn. Daarom heet mijn show Witte ruis. Omdat het onder andere gaat over witte mensen die mij graag vertellen hoe ik me moet gedragen en bewegen. “Wees jezelf, Soundos, maar niet te veel.” Ik word daar moe van. Net als van de vraag hoe het komt dat ik altijd zoveel losmaak. Waarom stel je die vraag aan mij? Stel hem aan de mensen bij wie ik zoveel losmaak. Aan Johan Derksen bijvoorbeeld. Dan kom je erachter dat hij gewoon een racist fuck is. Hij zal je waarschijnlijk zeggen dat ik alles ben wat hij haat. Prima, maar ik ben ook niet onder de indruk van zíj́n ass, ik heb geen respect voor hem. Ik heb namelijk geen hand in mijn reet die mij laat bewegen, ik heb geen ingewikkeld contract bij Talpa, waardoor ik vastzit, niet weg kan bij dat programma. Maar ik lach me kapot om die man, want elke keer als hij over mij praat, verkoop ik kaartjes.’

Zo zijn er evengoed meer mensen die een pittige mening over jou hebben, van Youp van ’t Hek tot Angela de Jong. Denk je nooit: die mensen hebben misschien wel een punt?
‘Nee. Vroeger wel... Het is toch crazy hoe wij in dit land onze dochters opvoeden... Ga in je kracht staan, zeggen we, doe wat je wil, geloof in jezelf, later als je groot bent. Maar als onze dochters dat uiteindelijk doen, worden ze teruggefloten, blijken ze het toch vooral te moeten doen binnen de kaders waar de rest van het land zich prettig bij voelt: praat niet te hard, lach niet te hard, beweeg je anders. Wie bepaalt dat? Ik heb zelf namelijk nooit het gevoel gehad dat ik tegen iemand anders moest vertellen dat ie zachter moest lachen, anders moest bewegen. Ja, als je racistische dingen zegt of andere vervelende shit, dan fluit ik je terug.’

Evengoed lijkt het met name de laatste jaren heel lekker te gaan met jou.
‘Dat heb je goed gezien.’

Waar ligt dat aan?
‘Aan dat ik het allemaal al heb meegemaakt. Als comedian ging ik op mijn bek bij De wereld draait door. Het internet had me afgeschreven – het internet heeft me al heel vaak afgeschreven – maar ik overleefde. En toen ik er later als tafeldame zat, was ik chill, had ik een grote mond tegen Matthijs van Nieuwkerk, het boeide me niet meer. Wat ook hielp was België – dat heeft me goed gedaan. Ik deed er mee aan De slimste mens, zat ook in de jury en sindsdien sta ik daar voor volle zalen. Ik krijg daar zoveel liefde, de mensen zijn zó enthousiast. Ik begreep dat dat best on-Belgisch was – als dat een woord is. Ze zijn daar normaal in ieder geval veel rustiger, kijken de kat uit de boom, maar bij mijn shows gaat het helemaal los.

Op een gegeven moment dacht ik: niet continu lachen, want dan fokken jullie mijn flow op. En het komt ook omdat ik gewoon beter ben geworden. Ik heb een film gemaakt: acht jaar mee bezig geweest, maar hij kreeg de gouden status. Wat niet wil zeggen dat er ook nog steeds dingen mislukken, hoor. Ik heb weleens bij een première gezeten van een film en vroeg me toen oprecht af waarom ik erin zat – er zijn namelijk pornofilms met betere verhaallijnen. Maar ja, je weet niet alles van tevoren en inmiddels voel ik meer dan ooit: het komt wel goed. Misschien ook omdat ik beter weet wie ik ben, zelfverzekerder ben. Dat doet moeder worden met je. Ik heb kinderen gemaakt, leven gebrouwen. Ze zijn uit mij gekomen en zes weken later stond ik weer te werken. Best wel tof dat wij vrouwen dat gewoon kunnen. Dan maak je je toch minder druk over iemand die op internet schrijft dat je dik, lelijk en niet grappig bent. Vroeger ging ik nog weleens met zo iemand in discussie, maar dat doe ik niet meer. Als je wil weten wat ik ervan vind, mag je een kaartje kopen voor mijn show. Geef me je geld, ga zitten, ik praat je bij en daarna gaan we allemaal lekker naar huis.’

‘Fuck recensenten! Waarom bestaan die mensen nog? Ik vind dat je minimaal tachtig keer zelf op een podium moet hebben gestaan voordat je recensent mag zijn’

Ik dacht eerlijk gezegd dat dat jouw unique sellingpoint was: altijd vol in discussie gaan.
‘Jawel, maar ik gooide het te grabbel. Ik zat bij al die talkshows met iedereen te discussiëren en ik dacht op een gegeven moment: waarom? Het is een eer die je moet verdienen. Ik ga dat gewoon niet meer doen. Nogmaals: wie mijn mening wil horen, mag een kaartje kopen. Voor een gewone prijs, hè, 18 euro of zo. Je hoeft geen 600 euro te betalen om mij te zien, ik ben Adele niet.’

Toch lijkt het me lastig, in jouw wereld. Er zijn zoveel belangen, mensen om wie je niet heen kunt.
‘Het is helemaal niet lastig. Ik wil meer series en films gaan schrijven, maar ik kies dan dus wel zelf de productiemaatschappij, de hoofdschrijver, de regisseur, alles. Want ik heb inderdaad weleens gewerkt met mensen van wie ze vooraf zeiden: belangrijke man, heel goede schrijver, maar hij heeft wel een gebruiksaanwijzing. Waarmee ze eigenlijk bedoelen: het is een tyfushond die je vanuit het niets ineens uitscheldt omdat ie nog aan het worstelen is met het laatste restje van zijn cocaïneverslaving. Dat doe ik niet meer, daar heb ik geen tijd voor en geen zin in. Ik wil werken met lieve, kundige mensen, niet met klootzakken. Ook niet op televisie. Ik werd ooit voor een programma gevraagd waaraan een vrouw meewerkte die ik voor geen meter trek – omdat zij zes gezichten heeft. Dan doe ik dat programma dus niet. Never van mijn leven. Waarom zou ik glas gaan eten? Dan ga ik liever in m’n joggingpak met mijn dochter en zoon naar de kinderboerderij.’

Angela de Jong zal in ieder geval blij zijn dat je minder op tv gaat verschijnen, niet meer in talkshows gaat zitten.
‘Die vindt vast alsnog iets om over te zeiken, omdat ze gefrustreerd is. Die vrouw wil beroemd zijn, maar ze kan niks, heeft geen talent. Wat zij doet, kan ik ook. Geef me een laptop en ik schrijf een stukje waarin ik haar en d’r kleding afzeik. Andersom wordt het lastiger: wat ik doe, zal zij nooit kunnen, never. Die kan niet eens 5 minuten op een podium staan om mensen te entertainen, laat staan anderhalf uur lang. Dus ik snap wel dat ze mij niet mag.’

Los van Angela de Jong vraag ik me af waarom zoveel andere mensen in jouw vakgebied jou ook zo irritant vinden.
‘Ik ben een vrouw van kleur die blij is met zichzelf: dat trekken veel mensen niet. Ik moet mijn plek kennen, blij zijn dat ik überhaupt mee mag doen en ik moet vooral niet denken dat ik op hetzelfde niveau zit als zij. Toen ik nog een lief, onzeker meisje was dat advies vroeg aan oudere collega’s, vonden ze me nog leuk. Nu ik links en rechts wat collega’s heb ingehaald, wordt het lastiger. Geldt niet alleen voor collega’s, hoor. Verandering is sowieso lastig, voor iedereen. Kijk maar naar Sylvana Simons. Bij haar ging het altijd over de toon waarop ze praatte. Die vrouw schreeuwde niet, hè, die spoog niet in je gezicht. Het was een zwarte vrouw met kennis van zaken. Dat was irritant. Die vrouw kende haar plek niet, die praatte over “onze” cultuur, terwijl ze hier “te gast” was. Veranderen is moeilijk, dat is het fucking probleem.’

Word je daar weleens moe van, die continue strijd voor verandering?
‘Ja, dus ik ga het niet meer doen, dat vechten. Ik ben een mens, punt, daar ga ik niet meer over discussiëren met iemand die dat anders ziet. Op vakantie raakten mijn man en ik in gesprek met een heel gezellige Brabantse kerel. Heel leuk was dat, totdat ie begon over Zwarte Piet, dat hij het toch heel vervelend vond dat dat niet meer mocht. Normaal zou ik losgaan, maar ik legde hem uit dat we hierover van mening verschilden, dat we geen vrienden zouden worden, maar dat ik er verder niet meer over wilde praten. Ik trek gewoon mijn eigen plan en zorg dat ik een gelukkig leven leid. Dat zouden meer mensen moeten doen. Ik snap namelijk ook niet hoe het is om non-binair te zijn, maar als iemand mij daarom vraagt, zal ik mijn uiterste best doen om die persoon met “hen” aan te spreken. Ik begrijp het niet, maar dat wil niet zeggen dat ik jou niet een goed gevoel mag geven. Ik vind het raar als mensen daar anders over denken – je hóéft toch niet alles te begrijpen? Ik ben getrouwd met een witte, heteroseksuele man, iemand die nog nooit met racisme of wat dan ook te maken heeft gehad. Maar als mensen die dat wel hebben meegemaakt daarover willen praten, lúístert hij wel.’

Hoelang kennen jullie elkaar?
‘Achttien jaar al. Heel raar eigenlijk, want we zijn zó anders qua hobby’s, muziek, de dingen die we leuk vinden. Geen enkele matchmaker zou deze twee mensen bij elkaar hebben gezet. Laatst werd hij veertig en ik had – heel decadent – een Rolex voor hem gekocht. Die zou hij nooit voor zichzelf kopen. Hij is heel bescheiden, houdt niet van gedoe, maar ik vond dat hij ook weleens wat ordinairs mocht krijgen. In the end denk ik dat we gewoon twee lieve mensen zijn die elkaar gelukkig willen maken. En dat zorgt voor een fijne, gezonde relatie.’

Je zegt dat je man niet van gedoe houdt. Vat dit niet verkeerd op, maar: waarom is hij dan met jou?
Lachend: “Dat vraag ik me ook weleens af... Hij heeft ook nul trauma’s, maar als ik dat tegen hem zeg, antwoordt hij: “Jíj́ bent mijn trauma.” Kijk, een huwelijk is altijd hard werken, maar je leert elkaar alleen maar beter kennen als het even slecht gaat. Mijn man heeft mijn hele carrière meegemaakt, heeft alles zien gebeuren, dus ook de minder leuke dingen. Het helpt dat hij heel nuchter is. Zegt ie dat het nu even heel erg lijkt, dat alles over mij lijkt te gaan en dat iedereen me haat, maar dat dat morgen weer anders is. Dan zijn ze me weer vergeten, zegt hij dan. Dus focus en ga door. Hij heeft altijd gelijk gehad.’

Het hele Soundos-haten lijkt evengoed zijn beste tijd te hebben gehad.
‘Het is niet meer aan de hand, hè, dat idee heb ik ook. Het is net als roken of heroïne: dat dóé je gewoon niet meer. Joh, haat jij Soundos nog? Is heel slecht voor je, stop ermee. Come to the good side.’

En recensenten die iets aan te merken hebben op je shows, raakt dat je wel?
‘Fuck recensenten! Waarom bestaan die mensen nog? Ik vind dat je minimaal tachtig keer zelf op een podium moet hebben gestaan voordat je recensent mag zijn. Aan de andere kant zijn veren in je reet natuurlijk wel prettig: elke comedian houdt daarvan en wie zegt dat het niet zo is, die liegt. Sowieso: je staat op een podium, je houdt van aandacht, je wilt die spotlights. Ik werd ooit geïnterviewd voor een portret over een collega. Moeilijkste taak op aarde, want dan moet je over iemand anders praten in plaats van over jezelf. Niet te doen.’

Conclusie van dit gesprek is dat je meer dan ooit je grenzen wil bewaken.
‘Ja, hoewel sommige mensen dat jammer vinden. Die vonden het wel prettig, de oude Soundos, want als je mij in je programma neerzette, wist je wat je kreeg. Ik doe het niet meer. Ik wil peace, voor mij en mijn gezin, voor mijn lieve vrienden.’

Soundos is liefde.
‘Ja! Totdat je me fokt. Dan ben ik je worst nightmare.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Showbizz
  • ANP, NL Beeld