Premium

Krabben waar het jeukt

Een dubbelinterview met Cortés en Gregorius Nekschot (die zich zelden laat interviewen, we zeggen het maar even).

Cartoon

De twee huiscartoonisten van GeenStijl over cartoons en inquisiteurs, de profeet en de Brexit, en het hellende vlak waar onze vrijheid van meningsuiting op balanceert. ‘Als je een onderwerp laat liggen terwijl je vindt dat het wel aan bod moet komen, dan doe je je werk niet goed.’

WIE IS CORTÉS?

Cortés is sinds vijf jaar fulltime cartoonist. Hij tekent onder meer voor Folllow the Money, maar verreweg de meeste van zijn politieke spotprenten verschijnen in het Eindhovens Dagblad en op Geenstijl. Hij heeft meegewerkt aan de tentoonstelling Serieus Grappig (tot en met 15 september te zien in het instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum).

De Brexit, moslimfundamentalisme, Trump, Zwarte Piet, politieke demagogen; zijn het rijke tijden voor een cartoonist?

Cortés: ‘Je hoeft als cartoonist inderdaad niet te klagen dat er te weinig gebeurt. Wat ik wel merk, en ik weet niet of dat vroeger ook zo is geweest, is dat de karikatuur vaak wordt ingehaald door de realiteit. Nieuwsverhalen waarvan je denkt: dit had van De Speld kunnen zijn. Je kunt de overdrijving bijna niet meer als stijlvorm gebruiken.’

Waarom heb je ervoor gekozen in de anonimiteit te werken?

‘Toen ik nog niet fulltime tekende, wilde ik mijn dagelijkse werk en politieke zaken gescheiden houden. Rond de tijd dat ik besloot om me volledig aan cartoons te wijden, speelden de kwesties rond de Deense en Zweedse tekenaars Kurt Westergaard en Lars Vilks (beiden werden door moslims bedreigd nadat hun spotprenten van de profeet Mohammed in de krant waren verschenen, red.). Met zijn abominabele kwaliteit had Vilks overigens niet alleen Mohammed beledigd, maar ook alle tekenaars. Ik vond dat een extra aansporing om mijn anonimiteit voorlopig te behouden. Ik vind dat je met alles satire moet kunnen bedrijven, juist met de onderwerpen waarvan mensen niet willen dat je er satire mee bedrijft. Daar wil je jezelf niet in afremmen. Op het moment dat je veel bijgedachten hebt over wat je niet moet doen, is dat fnuikend voor je creativiteit en vrijheid van expressie. Het drukt de creatieve stemming. Veel van mijn cartoons verschijnen op Geenstijl. Een rebels platform dat alles durft aan te pakken, daarvan zijn er in Nederland maar weinig. Je kunt het met ze eens zijn of niet, de manier waarop ze het doen kan je smaak zijn of niet, maar ik vind het juist goed dat ze alles vrij compromisloos doen. Dan wil je als cartoonist niet van tevoren allerlei thema’s en onderwerpen voor jezelf wegstrepen omdat je er weleens gezeik mee kan krijgen. Sommige mensen noemen het misschien laf dat ik de anonimiteit kies, maar gezien de recente geschiedenis en de opkomst van social media waardoor relletjes binnen een dag kunnen escaleren, vind ik mijn keuze volledig gerechtvaardigd.’

Heb je al veel gezeik gehad door je cartoons?

‘Tot nog toe valt het me mee, moet ik zeggen. Het hangt er ook heel erg van af of je toevallig op de radar terechtkomt van iemand die eropuit is om stennis te schoppen. Als je kijkt naar die Mohammed-cartoons, daar was in eerste instantie niks mee aan de hand. Die waren al gepubliceerd en niemand was er echt over gevallen. Alleen is toen vervolgens een Deense imam ermee gaan touren. Die heeft er veel ophef over gemaakt en toen is het ineens geëscaleerd. Dat merk je vaak met die ophefjes en relletjes: je komt op iemands radar, die gaat een hoop stennis over jou maken en op een gegeven moment krijgt dat momentum en kom je terecht in een stroomversnelling waar je niet in wilt zitten. Als ik zelf oncomfortabel word van een cartoon waar ik aan werk, is dat meestal een teken dat ik op de goede weg zit. Het is echt de kunst om het randje op te zoeken en daar 10,20 procent overheen te gaan. Want je wil verrassen en soms shockeren, maar je wilt vooral dat mensen blijven luisteren naar wat je te zeggen hebt. Als je te hard schreeuwt, word je evenmin gehoord dan wanneer je helemaal niet schreeuwt.’

Als ik zelf oncomfortabel word van een cartoon waar ik aan werk, is dat meestal een teken dat ik op de goede weg zit

Maak je net zo makkelijk een cartoon over de islam als over de Brexit? Of kies je dan toch eerder voor de ‘veilige’ optie?

‘Veiliger is het wel, in de zin van minder potentieel gezeik. Je zult niet snel Brexit-jihadi’s aan de deur krijgen. Dus natuurlijk is een cartoon over de islam veel risicovoller. Als het om de Brexit gaat, zal niemand je de keel willen doorsnijden. Met religie heb je dat wel, en de islam heeft daar een behoorlijke trackrecord in. Als cartoonist heb je daar een taak. Als je een onderwerp laat liggen terwijl je vindt dat het wel aan bod moet komen, dan doe je je werk niet goed. Dus als ik vind dat een bepaalde spotprent nodig is, dan doe ik dat. Tegelijk vind ik dat een cartoonist zijn werk veel vrijer kan doen als het risico dat hij neemt wordt gedeeld door de samenleving. Bij de Moham-med-cartoons is dat bijvoorbeeld niet gebeurd. Wat de kranten in West-Europa destijds hadden moeten doen, was massaal die spotprenten afdrukken. Om zo het risico te delen en op te komen voor de vrijheid van meningsuiting. Dat is niet gebeurd. Na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo riep iedereen Je suis Charlie, maar na een week ging iedereen weer verder met zijn eigen leven en mochten de cartoonisten weer alle risico lopen. Dat vind ik een zorgelijke ontwikkeling. Men koketteert graag met de verworvenheden die we hebben, zaken als vrijheid van meningsuiting en gelijkheid tussen man en vrouw, maar die kernwaarden kosten je ook wat. Uiteindelijk merk je toch dat mensen daar de prijs niet voor willen betalen. En denken of hopen dat het vanzelfsprekend en gratis is. Dat is niet zo. Die verworvenheden zijn door vorige generaties verdiend en moeten door de huidige generatie in stand worden gehouden. Dat is een continue strijd tegen groepen die daar graag wat aan willen veranderen.’

Wat is de kerntaak van een cartoonist?

‘Om te krabben waar het jeukt. Die jeuk komt voort uit zaken als hypocrisie, machtsmisbruik, politieke correctheid. Er wordt door politici en bestuurders veel moeite gedaan om een bepaald beeld te schetsen van zaken. Als satiricus wil je de dingen laten zien zoals ze echt zijn.’

Zitten er grenzen aan dat krabben waar het jeukt?

‘Weinig. De grens zoals die zou moeten zijn, is: geweld of het aanzetten daartoe. Maar beledigen of haatzaaien, daar kun je niks mee. Dat zijn zulke subjectieve begrippen. Men probeert dat te gebruiken om zijn zin te krijgen, om onwelgevallige meningen weg te drukken. Dat vind ik een glijdende schaal. Neem alle ophef rond Ruben L. Oppenheimer en zijn spotprent over de Turkse president Erdogan. Wat je dan krijgt, is dat een hoop mensen zich daarmee gaan bemoeien en roepen dat zoiets niet kan. Dat je daarmee een bevolkingsgroep kwetst. Die gaan het kwetsen als argument gebruiken. De emotie is een juridisch wapen geworden om iets al dan niet te kunnen verbieden. Politieke opportunisten en belangengroepjes proberen zo voor zichzelf extra juridische ruimte te creëren. En waar ruimte is, zullen mensen dat misbruiken. We zitten in een heel gevaarlijke tijd, waar grote platforms als Facebook en Twitter door overheden onder druk worden gezet om bepaalde meningen te censureren zodat zij dat niet zelf hoeven te doen.’

Hoeveel cartoons over de islam heb jij in je portfolio zitten?

‘In 2017 was er wat gedoe binnen de jury van de Inktspotprijs over een van mijn cartoons. Een bebloede autoband rolt over de weg. In het bandenprofiel zelf staat te lezen “Allahu Akbar”, maar op de afdruk op het asfalt staat “Nothing to do with islam”. Daarmee wilde ik de tegenstelling in beeld brengen tussen aanslagen die uit naam van de islam worden gepleegd en de mensen die daarna roepen dat dergelijke fanatici niks met de islam te maken hebben. De vakjury had de prent aanvankelijk afgekeurd. Misschien vanwege het bloed, misschien vanwege het woord islam, geen idee. Juryvoorzitter Claudia de Breij schreef in het juryrapport dat het haar niet lekker zat dat ze mijn cartoon hadden weggelegd, puur omdat die een werkelijkheid weergaf die ze liever niet zo zag. Omdat het haar tot denken aanzette, is de jury teruggekomen op zijn besluit en kreeg mijn cartoon een eervolle vermelding. Dat is dus precies wat je als cartoonist moet doen: zorgen voor discussie. Een groter compliment kun je niet krijgen.’

WIE IS NEKSCHOT?

Gregorius Nekschot publiceert sinds begin deze eeuw zijn cartoons en spotprenten op het internet. Bewonderaar Theo van Gogh bood op zijn eigen site De Gezonde Roker veel ruimte aan het werk van Nekschot, die later vooral veel voor Geenstijl tekent. In 2008 wordt hij gearresteerd wegens enkele cartoons die de islam zouden hebben beledigd. De aangifte is afkomstig van de Nederlandse imam Abdul-Jabbar van de Ven. Anderhalve dag later wordt Nekschot vrijgelaten. Na een aantal jaren te zijn gestopt, tekent hij inmiddels weer voor Geenstijl.

Mag een cartoonist binnen de kaders van de wet elke grap over elk onderwerp maken?

Nekschot: ‘Jazeker.’

Geldt voor een cartoonist: hoe harder de grap, hoe sterker de boodschap?

‘Hangt ervan af voor welk medium je werkt, en welk onderwerp het betreft. Een spitsvondig grapje over het verzorgen van kamerplanten – ik zeg maar wat – kan in Libelle mogelijk als keihard worden ervaren.’

Vergroten of verkleinen harde cartoons de kloof in de samenleving?

‘Er is helemaal geen kloof. Punt is: in een democratie wordt voortdurend politieke strijd geleverd. Op vreedzame wijze. Daarom is democratie zo’n goed systeem. Cartoons zijn simpelweg een onderdeel van de politieke strijd. Het is gezond mensen te laten weten dat niet iedereen hun opvattingen uit de weg gaat. Niemands overtuiging is heilig. Oppositie en spot zijn noodzakelijk om een democratie te laten functioneren.’

Heb je ooit jezelf gecensureerd?

‘Ja, en dat had ik vaker moeten doen. Sommige prenten maak je in een opwelling, die zijn achteraf gezien niet altijd goed genoeg. Maar dan heb ik het over een grap die niet helemaal uit de verf komt, niet dat het onderwerp te gevoelig ligt.’

Wat dacht je toen de politie op 13 mei 2008 met tien man sterk je huis binnenviel?

‘Uiteraard schrok ik, maar ik had er altijd rekening mee gehouden. De aanleiding was een door de islamitische fundamentalist Abdul-Jabbar van de Ven georganiseerde actie, om aangifte te doen bij het Meldpunt Discriminatie Internet (MDI). De betreffende wetsartikelen, op grond waarvan ik mogelijk ooit problemen zou kunnen verwachten, lagen tot grote verbazing van de officier van justitie op mijn bureau.’

Drie jaar na je arrestatie kondigde je aan te stoppen met je cartoons. Waarom deed je dat?

‘Dat was om persoonlijke redenen.’

Had je toen het gevoel dat ‘zij’ je hadden verslagen?

‘Integendeel, het was per slot van rekening mijn eigen beslissing. En Ernst Hirsch Ballin (destijds minister van Justitie, red.) was na mijn arrestatie uitgeregeerd. Hij rommelt nog wat in de marge van het CDA, maar zal de geschiedenis ingaan als inquisiteur.’

Waarom besloot je vorig jaar weer de pen op te pakken?

‘Ik werd door Geenstijl gevraagd en dat vond ik eervol. Ik beschouw Geenstijl namelijk als een baken van licht in een duister, bijna volledig gelijkgeschakeld Nederlands medialandschap. Er is in de Nederlandse media weinig ruimte voor afwijkende meningen. Ik zoek mijn heil dan ook al jaren op internet. Zo lang als dat nog duurt, uiteraard.’

Merk je dat het politieke en maatschappelijke klimaat in Nederland is veranderd sinds je in 2011 besloot de pen neer te leggen?

‘Er zijn nog geen wezenlijke veranderingen. Het cordon sanitaire, zowel in de politiek als in de media, bestaat nog altijd. In Nederland zijn de gevestigde politieke partijen en de gevestigde media verknoopt. Een erfenis van de verzuiling. Men heeft als gezamenlijk belang de status quo. Nieuwe, succesvolle politieke partijen worden daarom in de media onmiddellijk verdacht gemaakt en vervolgens in de politiek uitgesloten bij besluitvorming. Maar op den duur is dat onhoudbaar. De gevestigde politieke partijen en de gevestigde media lijken in een hoger tempo terrein te verliezen. In een democratie veranderen – vroeg of laat – zaken vanzelf. Wie had ooit kunnen denken dat voorheen oppermachtige instituten als het CDA en de Pvda zouden worden gereduceerd tot marginale partijtjes?’

Is het vrije woord meer of minder onder druk komen te staan?

‘Meer. Een negatieve en zelfs gevaarlijke ontwikkeling is de toenemende censuur op internet. Met name bij de monopolisten Google, Facebook en Twitter. Sinds 2011 is de invloed van Social Justice Warriors veel sterker geworden. Een goudmijn voor iedereen die van onwelgevallige meningen af wil. Als dit zo doorgaat, is het Vrije Westen binnenkort overgeleverd aan humorloze scherpslijpers, die al snel “nazi” roepen, of “discriminatie”.’

Van Gogh, Fortuyn, Westergaard, Charlie Hebdo: heb jij weleens gevreesd voor je leven?

‘Ik ben in Denemarken bij de uiterst sympathieke Kurt Westergaard op bezoek geweest. We hebben het toen onder andere gehad over zijn bezoek aan Duitsland, waar hij met alle egards werd ontvangen door Angela Merkel. Kort daarvoor nog was Kurt alleen thuis met zijn kleindochter en drong een dol geworden Somaliër de woning binnen. Ze hebben het ternauwernood overleefd. Dat was geen grap en voor mij nogmaals een aansporing altijd voorzichtig te blijven. Onder andere door zo min mogelijk interviews te geven.’

Youp van ’t Hek zei in zijn interview met Revu vorig jaar dat hij geen kritiek op de islam durft te hebben. Snap jij dat?

‘Nee. En al helemaal niet als je zoveel talent hebt als Youp van ’t Hek. Hij zou op verhulde of indirecte wijze islamitisch geïnspireerde waanzin belachelijk kunnen maken. Zodanig, dat toch iedereen begrijpt waar hij op doelt. Youp is op een stuitende manier gemakzuchtig. Of hij houdt rekening met zijn politiek-correcte achterban – dat kan natuurlijk ook.’

Je hebt vanaf het begin gekozen voor de anonimiteit, vanwege het gevaar dat je mogelijk zou kunnen lopen door je cartoons. De voorvechter van het vrije woord leeft in zelfgekozen gevangenschap. Hoe vrij is het vrije woord dan nog?

‘Zolang mijn prenten – en daar gaat het om – kunnen verschijnen, is er wat mij betreft geen sprake van gevangenschap. Daarom, nogmaals, hulde aan Geenstijl.’

In een interview met striptijdschrift Zozolala zei je eens: ‘De vrijheid van meningsuiting is totaal of hij is niet. Geloof je daar nog altijd in?

‘Meer dan ooit zelfs. Vandaar mijn bezwaar tegen inperking van de vrijheid van meningsuiting op grond van volstrekt willekeurige en steeds wisselende juridische criteria. In 1932 werd het verbod op smalende godslastering geïntroduceerd. Een en ander leverde de schrijver Gerard Kornelis van het Reve in 1968 een showproces op. Het krankzinnige verbod op smalende godslastering is pas in 2014 definitief afgeschaft. Op dit moment zijn vage juridische begrippen als “groepsbelediging” en “haatzaaien” in de mode. Zodoende kunnen er onder politieke druk opnieuw showprocessen worden gevoerd. Het is heel goed voorstelbaar dat, onder aansturing van de Hogepriesters van de Klimaatkerk, een arrestatieteam mij in de toekomst van mijn bed licht. Omdat ik Gerrit Hiemstra zou hebben gekwetst, en hij heel hard moest huilen. Weten de lezers van Nieuwe Revu overigens dat de temperatuur in het heelal 270 graden Celcius onder nul is? Godzijdank is er opwarming van de aarde!’

Het Vrije Westen is binnenkort overgeleverd aan humorloze scherp slijpers

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • Cortés, Gregorius Nekschot