Premium

Het echtpaar dat ‘Appie’ vals beschuldigde

In het beklaagdenbankje uw wekelijkse portie winkeldiefstal, huiselijk geweld en openbare dronkenschap.

Illustratie

Deze week meneer H. en mevrouw D. die het dorpje Asten op stelten zetten met hun beschuldigingen richting ene ‘Appie’ die zich vergrepen zou hebben aan mevrouw D.

Het is druk in de rechtbank. Zo druk zelfs dat de bodes hebben besloten om een grotere rechtszaal te regelen. Vandaag schuiven de 50-jarige meneer H., voormalig prins carnaval van Asten, en zijn vrouw, de 42-jarige mevrouw D. aan in het beklaagdenbankje. In hun kielzog lijkt het halve dorp zich gemeld te hebben voor een plekje in de publieksbanken.

D. en H. worden respectievelijk verdacht van een valse aangifte, en van laster en smaad. Terwijl de officier van justitie de zaak uiteenzet, schudt meneer H. veelvuldig en verontwaardigd met zijn hoofd. Mevrouw D. lijkt alleen nog maar beteuterd voor zich uit te kunnen staren.

Wat blijkt: mevrouw D. is na een vrolijke bierproeverij in Asten met een paar mannelijke vrienden op een afterparty beland, alwaar er nog wat drankjes volgden waarna D. uiteindelijk met ene

‘Appie’ stond te tongen in de keuken – om niet veel later gezamenlijk de weg naar de slaapkamer te zoeken. Op zich niet al te schokkend, ware het niet dat halverwege de nacht meneer H. ineens aan de deur stond.

Gedrogeerd en verkracht

Mevrouw D. heeft de volgende dag aangegeven dat ze van niks meer weet, maar wel dat ze gedrogeerd en verkracht is. Dat was voor meneer H. genoeg bewijs om naar de politie te stappen, en hoewel D. daar wat terughoudender in was, werd er uiteindelijk toch doorgezet en is er een zedenonderzoek gestart, waaruit na een paar onderzoeken toch bleek dat er van verkrachting haast geen sprake kon zijn. Dat kon meneer H. niet verkroppen, waarop hij een mail stuurde naar heel de carnavalsvereniging waarin stond dat zijn vrouw ‘door bekenden van ons’ gedrogeerd is, van haar vrijheid is beroofd en is verkracht. Alles ligt op tafel – nu is het aan de rechter. Smaad of geen smaad, dat is de kwestie.

De rechter haalt een keer adem en gooit het gesprek dan open. Ze wendt zich eerst maar tot mevrouw D. ‘U zei dat u bang was dat u als een hoer en een sloerie bekend zou komen te staan in het dorp, als het uitkwam. En meneer H. zei aanvankelijk dat als u vreemdgegaan zou zijn, dat jullie dan uit elkaar zouden zijn gegaan. Later kwam hij daar op terug. Ze vertelt dat er een foto circuleert die op die bewuste avond rond 23.30 uur gemaakt is. Ze vraagt aan mevrouw D. of zij daar iets geks aan ziet.

Mevrouw D. weet niets meer, behalve dan dat ze is verkracht en niet is vreemdgegaan. Dat weet ze, na aandringen van haar man, vrij zeker, denkt ze

‘Nee,’ sipt D.‘Ik vind niet dat u er laveloos uitziet. Of gedrogeerd.’D. haalt haar schouders op terwijl de rechter verder gaat met haar ondervraging. Meneer H. vindt het allemaal maar niks: in zijn nek vormen zich langzaam wat rode vlekken. Hij vouwt zijn haren nog maar een keer recht in zijn middenscheiding. Een van de mannen op de afterparty heeft aan de politie uitgelegd dat hij met D. had gepraat over de koetjes en kalfjes van de carnavalsvereniging. Na een tijdje gingen D.’s vrienden weg, maar bleef mevrouw D. nog even hangen. Later op de avond, toen iedereen al flink gedronken had, zat D., volgens verschillende aanwezigen, aan menig bil, maar was het Albert, bijgenaamd ‘Appie’, die hapte. Een beetje beteuterd vertelt mevrouw D. dat ze van de hele avond niets meer weet, behalve dan dat ze verkracht is – dat moet wel, want ze stond naakt bovenaan de trap. Het gesprek kabbelt wat heen en weer.

‘Maar,’ probeert de rechter dan maar, ‘Appie zei: “Ze zat aan mijn kont, streelde mijn arm en hand. Daarna zijn we naar boven gegaan. Ze zei tegen me dat ze een man en kinderen had, en dat ze niet hoopte dat die erachter zouden komen.”’

Hooguit een slippertje

Even is het stil. Mevrouw D. reageert niet echt. De officier van justitie legt nog eens voor dat er meerdere onderzoeken van de zedenpolitie zijn geweest op fysiek en psychologisch vlak, én onderzoeken waarbij sms’jes en WhatsApp-berichten van alle betrokkenen zijn afgetapt, en dat alle onderzoeken uitwijzen dat er van verkrachting geen sprake is, hooguit van een slippertje. En dat mevrouw D. tóch aangifte gedaan heeft. Hij voegt er mopperend aan toe dat deze zaak tijd en geld heeft weggenomen bij echte zedenzaken. Ze haalt haar schouders maar weer op. Ze weet het niet. Ze weet niets meer, behalve dan dat ze is verkracht en niet is vreemdgegaan. Dat weet ze, na aandringen van haar man, vrij zeker, denkt ze.

‘Goed, en u, meneer H.,’ gaat de rechter dan maar verder. Meteen gaat H. in zijn zeurhouding zitten. Hij veegt zijn haar nog een keer in de middenscheiding en moppert dat hem veel leed is aangedaan. Dat het hele dorp roddelt over zijn vrouw. Dat het voor hem ook allemaal niet makkelijk is. In de publieksbanken kijkt het Astense volk met ernstige gezichten toe hoe het gesprek heen en weer kaatst. Op enig moment verzucht H. nog maar eens dat ze gedrogeerd is en van haar vrijheid is beroofd.

‘Maar, wat bedoelt u dan met dat ze van haar vrijheid is beroofd?’ vraagt de officier, in een poging de redelijkheid het gesprek in te praten.

‘Nou, gewoon, een vrouw in een onbekend huis, waarvan de eigenaar tot twee keer toe ontkent dat ze daar is. Dat mijn vrouw daar bovenaan de trap staat. En dat ik mannen spreek die zeggen dat ze daar, in dat huis, helemaal niet is, maar dat ze daar wel is.’ Even lijkt de officier te twijfelen, maar dan stelt hij de vraag toch maar: ‘Maar hoe zou dat dan een beroving van haar vrijheid zijn?’

‘Gewoon. Het huis zag er akelig uit, zwarte muren, doodskoppen op de kasten, dat.’Meneer H. valt een moment stil. Dan vult hij voor de zekerheid nog maar even aan dat dat voor de officier misschien wel geen ‘echt’ argument zal zijn, maar dat voor gewone mensen dat soort dingen ‘gewoon gelden’.

De rechter lijkt weinig mededogen te hebben met de twee. Een zaak met alleen maar verliezers: twee keer tachtig uur taakstraf voor smaad, laster en een valse aangifte. En 1 euro schadevergoeding die een van de aangeklaagde mannen had geëist, gewoon voor het principe. De kosten voor de relatietherapie zullen ze zelf moeten betalen.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Misdaad
  • Jeroen de Leijer