Premium

Texas Tower Sniper: de eerste mass shooting waarvan de media live verslag deed

Heel Amerika luisterde op maandag 1 augustus 1966 mee terwijl voormalig marine-sniper Charles Whitman vanaf de toren van de universiteit in Texas in 1,5 uur tijd 14 mensen van het leven beroofde. 

Texas Tower Sniper

Zondag 31 juli 1966. Een bloedhete dag met temperaturen boven de 40 graden. Rond kwart voor zeven in de avond kruipt de 25-jarige Charles Whitman achter zijn schrijfmachine. Hij is alleen thuis en zijn besluit staat vast. Traag, met twee vingers, tikt hij de eerste van twee afscheidsbrieven. Hij wil dood. Maar niet door zelfmoord.

Whitman schrijft: ‘Ik begrijp mezelf niet meer. Ik zou een verstandige, intelligente jongeman moeten zijn. Maar de laatste tijd (ik weet niet wanneer het begon) ben ik het slachtoffer van vreemde, irrationele gedachten. (...) Na lang nadenken heb ik besloten om vanavond mijn vrouw Kathy te doden. Ik houd zielsveel van haar, ze is de beste vrouw die een man zich kan wensen. Misschien is het egoïsme mijnerzijds, of wil ik haar de schaamte voor mijn verdere acties besparen. Maar deze wereld is het niet meer waard om in te leven. Ik zal haar zo pijnloos mogelijk doden. Evenals mijn moeder.’

Ook schrijft Whitman dat hij gecremeerd wil worden. Plus een opmerkelijk verzoek. Hij wil autopsie op zijn lichaam, in de hoop dat de oorzaak voor zijn vreemde gedachten en hoofdpijnen zal worden ontdekt.

Dan klinkt de deurbel. Een bevriend stel wipt even langs: Larry en Elaine Fuess. Later zullen zij de politie vertellen hoe afwezig Whitman oogde tijdens hun bezoek. Maar ook opgelucht, alsof een enorme last van zijn schouders was gevallen. Twee keer laat hij zich de opmerking ontvallen hoe jammer het is ‘dat Kathy de hele dag moet werken en dan thuiskomt om...’ Maar beide keren maakt hij de zin niet af. Rond half negen werkt Whitman het stel de deur uit. Hij moet Kathy oppikken van haar werk.

‘Misschien lijkt het alsof ik Kathy bruut heb vermoord. Maar ik probeerde alleen maar snel en grondig te werk te gaan’

Jachtmes

Na thuiskomst, rond kwart voor tien, kruipt Kathy meteen in bed, doodmoe. Maar de slaap wil niet direct komen. Als ze eindelijk is weggesukkeld, rijdt Whitman (het is dan half één ’s nachts) naar het appartement van zijn moeder. Ma is verbaasd dat hij zo laat en onaangekondigd langskomt. Whitman zegt dat hij de slaap niet kan vatten omdat het zo’n hete nacht is. Hij komt even van haar airco genieten. Als ze hem de rug toekeert om frisdrank te halen, slaat Whitman toe. Hij verstikt zijn moeder met een rubberen snoer. Als ze eenmaal bewusteloos is, legt hij haar op bed, pakt zijn jachtmes en drukt dat diep in haar borst, dwars door het hart. Daarna schikt hij de lakens, dekt haar weer netjes toe. Zo is het net alsof ze slaapt.

Vrouw Kathy.

Op het nachtkastje laat Whitman de eerste van zijn twee getypte afscheidsbrieven achter. In de kantlijn krabbelt hij met een pen: ‘Heb zojuist het leven van ma genomen. Ben er erg van overstuur. Het spijt me, maar dit was de enige manier om haar lijden te verlichten. Vreselijk dat ze de 25 beste jaren van haar leven aan mijn vader heeft gegeven.’

Rond drie uur ’s nachts is Whitman weer thuis. In de slaapkamer trekt hij, het jachtmes in de aanslag, voorzichtig het beddengoed terug. Dan steekt hij Kathy, in haar slaap, vijf keer snel in de borst. Ze is op slag dood, pas 23 jaar jong. Whitman dekt ook haar toe.

Terwijl bloed het laken doordrenkt en langs haar uitgestrekte linkerarm sijpelt, legt hij zijn tweede getypte A4’je neer. Snel krabbelt hij in de kantlijn: ‘Misschien lijkt het alsof ik Kathy bruut heb vermoord. Maar ik probeerde alleen maar snel en grondig te werk te gaan.’

Moeder Margaret.

Het eerste deel van Whitmans plan zit erop. Hij heeft net de twee personen vermoord van wie hij het meeste houdt.

Vroeg in de ochtend van de eerste augustus 1966 haalt Charles Whitman geld van de bank en rijdt door naar een wapenwinkel. Daar schaft hij zich een M1-karabijn met telescoopvizier aan. Hetzelfde type waarmee hij scherpschutter werd bij de marine. Plus twee extra magazijnen en acht dozen munitie. Hij vertelt de verkoopster dat hij in Florida op wilde zwijnen gaat jagen. Daarna rijdt hij door naar een andere wapenwinkel waar hij een dubbelloops jachtgeweer koopt. Thuis in de garage zaagt hij de kolf en de loop af.

Zijn gehele wapenarsenaal bestaat nu uit drie aanvalsgeweren, twee revolvers en een jachtgeweer. Plus blikken eten, koffie, vitaminen, oordopjes, 4 liter water, lucifers, touw, een verrekijker, drie messen, een kleine transistorradio, scheermesjes en zevenhonderd patronen. Alles gaat in een grote metalen koffer. Hij is er klaar voor. Het laatste gevecht van zijn leven.

Het wapenarsenaal van Charles Whitman, waarmee hij onder anderen zijn vrouw Kathy en zijn moeder Margaret vermoordde.

American dream

Een kwart eeuw terug in de tijd. Charlie Whitman wordt op 24 juni 1941 geboren in een streng-katholiek gezin, in Lake Worth, Florida. Hij is de oudste van drie zonen. Pa runt een goedlopend loodgietersbedrijf, ma is boekhoudster. Het gezin leeft de American dream. Ze wonen in het mooiste huis in de buurt, inclusief tuin met zwembad en altijd de nieuwste auto voor de deur. Pa is een fanatiek verzamelaar van vuurwapens. In de weekenden neemt hij zijn zonen vaak mee op jacht. Op één strandfoto staat Charlie, als peuter, met twee enorme geweren. Beide wapens torenen hoog boven het manneke uit.

Maar diezelfde pa is ook een dominante, autoritaire man. De buurt kent hem als een tiran die zijn vrouw en kinderen systematisch aftuigt. Het liefst met zijn broekriem of met de peddel, een ovaalvormige plank die hij speciaal hiervoor heeft aangeschaft. Omwonenden bellen regelmatig de politie als ze gegil en sneuvelend vaatwerk horen. Zo vaak, dat ze de tel zijn kwijtgeraakt.

De 2-jarige Charlie op het strand.

Maar pa zelf ziet het probleem niet zo. Hij is eerder te goed voor zijn gezin: ‘Ik houd zielsveel van mijn vrouw en kinderen. Gelukkig begrijpen ze mijn temperament.’ Dat is Charlies vader; een man die liefde associeert met wreedheid.

Hoe dan ook, Charlie doet het goed op school. Hij is pienter – heeft op zijn zesde al een IQ van 139 – en ziet er aandoenlijk uit met zijn mooie, blauwe ogen. Charlie gaat bij de padvinders en is op zijn twaalfde de jongste eagle scout ooit. Want pa pusht hem eindeloos. Maar tegelijkertijd is niets wat zijn oudste zoon doet ooit goed genoeg.

In 1959 voltooit Charlie de highschool. Die zomer komt hij, na een avondje stappen met vrienden, dronken thuis. Pa ontsteekt in woede en ranselt hem de tuin door. Charlie, half bewusteloos geslagen, valt in het zwembad en verdrinkt bijna.

De familie Whitman.

De val in het zwembad is letterlijk en figuurlijk de druppel. Charlie, net achttien, wil weg. Hij meldt zich bij de marine en komt terecht in Guantanamo Bay, Cuba. Daar ontwikkelt hij zich tot een uitstekende marinier. Zijn jachtervaring komt hem goed van pas. Charlie wordt scherpschutter en blinkt vooral uit in de onderdelen ‘snelvuur op lange afstand’ en ‘bewegende doelen’.

De marine ziet zijn potentie. Charlie mag op kosten van het leger werktuigbouwkunde studeren aan de Universiteit van Texas, in Austin. Hij is er een van de 25.000 studenten. Het enorme terrein waarop de campus ligt, doet Spaans aan. Veel terracotta daken en ruime, met bomen en fonteinen omzoomde wandelpaden. Allemaal leiden ze naar de ruim 70 meter hoge Texas Tower, het middelpunt van de campus. Het observatiedek op de 28ste verdieping is een toeristische trekpleister.

Het huwelijk van Charlie en Kathy in 1962.

Bourgondiër

Charlie is geliefd, medestudenten noemen hem ‘a darn nice fellow’. Al snel krijgt hij verkering, met ene Kathleen (Kathy) Leissner. Zes maanden later trouwen ze. Het is dan augustus 1962. Charlie ontspant, misschien wel voor het eerst in zijn leven. Hij eet en drinkt als een bourgondiër, en komt behoorlijk aan. Ook zijn studie begint erbij in te schieten. Eerst een beetje, maar dan meer en meer. Het is een neerwaartse spiraal.

Op een dag trekt de marine zijn beurs in, wegens ondermaatse prestaties. Charlie dient zich te melden in Camp Lejeune, North Carolina, om daar de rest van zijn vijfjarige dienstplicht uit te zitten.

Weer terug in het leger gaat het verder bergafwaarts met Charlie. Zo wordt hij betrapt op gokken in een van de barakken. Ook heeft hij een handeltje in kleine leningen waarvoor hij woekerrentes rekent. En in zijn locker wordt tijdens een controle een illegale revolver gevonden. De krijgsraad veroordeelt hem uiteindelijk tot dertig dagen hechtenis en negentig dagen dwangarbeid. Zijn rang van korporaal wordt hem ontnomen. De marine is klaar met Charlie; hij mag het korps vervroegd verlaten. Het is dan december 1964.

Zijn rang van korporaal wordt hem ontnomen. De marine is klaar met Charlie; hij mag het korps vervroegd verlaten

Charlie en Kathy keren terug naar Austin, Texas. Hij begint aan een studie voor bouwkundig ingenieur, zij wordt biologielerares. Maar Charlie worstelt. Hij voelt zich één grote mislukking. Wat heeft hij nu bereikt sinds hij op zijn achttiende het ouderlijk huis verliet? Helemaal niets.

Misschien wel daarom studeert hij extra hard. Zelfs zo hard dat hij regelmatig last krijgt van migraineaanvallen. Maar hij kampt ook met gewelddadige gedachten. Een vreemdsoortige woede die zomaar vanuit het niets kan opvlammen. Hij begrijpt zichzelf niet. Wat gaat er toch allemaal in hem om? Om zijn gevoelens te ordenen, schaft hij een notitieboekje aan waarin hij met hoekige blokletters zijn gedachten noteert: ‘Ik heb zoveel te doen, zoveel te bereiken.’ Maar ook: ‘Ik denk vaak na over het concept ‘dood’. Als het me ooit overvalt, dan ben ik benieuwd hoe het zal zijn.’

Intussen worden de migraineaanvallen alleen maar erger. Charlie bezoekt vijf verschillende artsen. Ze schrijven hem valium en tal van pijnstillers voor. Intussen houdt Kathy met haar inkomen het huishouden draaiende. En Charlie? Die studeert nachtenlang door, op amfetamine. Maar hoe meer uren hij boven zijn boeken hangt, des te minder hij lijkt op te nemen.

Op een zomerdag slaat hij Kathy. Gewoon, tijdens een woordenwisseling. Nu schrikt Charlie pas echt. De woede en zelfhaat die in hem huizen... Hij herkent zichzelf niet meer. Het allerlaatste wat hij wil, is zo worden zoals zijn vader.

Charlie meldt zich bij de campuspsychiater, hij heeft het gevoel dat zijn persoonlijkheid aan het veranderen is. Daar vertelt hij ook over de intense haat voor zijn vader en hoe hij niets bereikt heeft in het leven. En over zijn fantasie om met een sniper rifle vanaf de campustoren willekeurig mensen neer te schieten.

Dat laatste verontrust de psychiater niet. Bijna al zijn patiënten hebben het tijdens therapie weleens over die o zo prominent aanwezige toren. De psychiater stelt voor dat Charlie een week later terugkomt: ‘En bel me als er iets is.’

Charlie knikt. Maar komt nooit meer terug. En belt ook niet.

De ruim 70 meter hoge Texas Tower in Austin.

Het observatiedek

Maandagochtend 1 augustus 1966. De zoveelste hittegolf van die zomer hangt loom boven de campus. Om vijf voor half twaalf arriveert Charles Whitman, gekleed in een blauwe overall, bij de toren op het universiteitsterrein. Hij zeult een enorme metalen koffer met zich mee. In de toren blijkt de lift buiten werking. Hij zal de zware koffer nu 27 verdiepingen omhoog moeten sjouwen. Niet te doen.

Dat ziet een medewerkster ook. Glimlachend zet ze de lift weer aan, in de veronderstelling dat hij de onderhoudsmonteur is. ‘Dank u wel,’ zegt Whitman. ‘U weet niet half hoe blij u me maakt.’

Het observatiedek op de 28ste verdieping.

Even later bereikt hij de 27ste verdieping. Daar sjouwt hij de koffer de laatste drie trappen op, naar de receptie op de 28ste, pal voor het observatiedek. Daar zit de 47-jarige Edna Townsley. Ze ziet hem zwoegend de deur openen en komt al overeind om te helpen. Whitman opent vliegensvlug de koffer, grijpt zijn M1-karabijn en slaat haar met de kolf tegen het hoofd. Hard. Hij hoort de schedel kraken. Edna zakt in elkaar. Daarna sleept hij haar bewusteloze lichaam achter een driezitsbank.

Whitman staat nog nahijgend over de rug van de bank gebogen als de glazen toegangsdeur naar het observatiedek openzwaait. Een echtpaar dat net van het spectaculaire uitzicht heeft genoten, knikt hem vriendelijk toe. Ze zien het geweer in zijn hand, maar menen dat hij op duiven komt jagen. Whitman groet vriendelijk terug. Het stel verdwijnt door de deur richting het trappenhuis. Achter hen schuift Whitman snel een fauteuil tegen de deur. Daarna leegt hij zijn koffer en stalt alle wapens methodisch uit op de grond.

Schot na schot vuurt Whitman af vanaf het observatiedek.

Dan beweegt de deurklink. Iemand probeert vanuit het trappenhuis binnen te komen. Zonder aarzeling vuurt Whitman driemaal met zijn jachtgeweer op de deur. En doodt zo aan de andere zijde een 16-jarige jongen en zijn 56-jarige tante. Ze maken deel uit van een familie van zes, onderweg naar het observatiedek. Twee anderen raken ernstig gewond. De overige twee vluchten naar de lift. Whitman is ontdekt, de tijd dringt nu. Op naar het observatiedek. In het voorbijgaan schiet hij Edna, die zwaargewond achter de bank ligt, bijna achteloos door het hoofd.

Het is kwart voor twaalf in de ochtend als Whitman eindelijk het anderhalve meter brede observatiedek betreedt. Hij barricadeert de glazen toegangsdeur met de metalen koffer en knoopt een witte zweetband om zijn hoofd.

Een vrouw zoekt dekking bij haar auto.

Om exact 11.48 uur vuurt hij, turend door het telescoopvizier van zijn sniper rifle, zijn eerste schot vanachter de stenen balustrade die het hele observatiedek omzoomt. 500 meter verder raakt de kogel de hoogzwangere, 18-jarige Claire Wilson in haar buik. Het projectiel verpulvert het schedeltje van haar ongeboren kind. Whitmans tweede schot, nog geen drie seconden later, raakt haar vriend Tom Eckman in de nek. Hij is op slag dood. Claire zal overleven, dankzij Toms levenloze lichaam, dat beschermend over haar heen valt.

Schot na schot klinkt nu. De meeste mensen op de campus denken dat het lawaai afkomstig is van een nabijgelegen bouwterrein. Anderen, die voorbijgangers vanuit het niets in elkaar zien zakken, denken aan een misselijke studentengrap. Of een vredesdemonstratie vanwege de oorlog in Vietnam.

Om 11.52 uur komen de eerste meldingen binnen bij de politie. Een schietpartij op de campus. Omdat Whitman steeds van positie wisselt en gebruikmaakt van alle vier de zijden van de toren, weet niemand hoeveel schutters er zijn. De eerste indruk is dat zich een klein legertje op het observatiedek moet bevinden.

Dodelijke precisie

Een van de eerste agenten ter plekke is de 23-jarige Billy Speed. Samen met een collega kiest hij positie achter een uit kleine zuilen opgetrokken, stenen muurtje. Met hun pistolen kunnen ze weinig uitrichten. Billy denkt, op meer dan een halve kilometer afstand, veilig te zijn. Maar Whitman legt rustig aan en schiet. De kogel raakt Speed dodelijk in de borst – tussen twee zuiltjes door, op slechts 15 centimeter van elkaar.

Weer wat verderop, op meer dan twee blokken afstand van de toren, zoeken drie studenten dekking achter een muurtje. Als een van hen, de 18-jarige Paul Sonntag, om het hoekje gluurt, schiet Whitman hem met dodelijke precisie door zijn open mond. Ook hij is op slag dood.

Intussen komt hulp, hoe provisorisch ook, op gang. Ambulances zijn opgeroepen, maar nog niet ter plaatse. De al aanwezige agenten, die met de handen in het haar zitten, moedigen burgers aan om thuis hun geweren te halen. Tientallen doen dat.

De slachtoffers van Whitman.

Een 30-jarige begrafenisondernemer, Morris Hohmann, rijdt met zijn rouwauto de vuurlinie in om gewonden te evacueren. Ook hij wordt geraakt, maar weet zich zwaargewond onder zijn wagen te verbergen. Hij zal overleven, na drie weken ziekenhuis.

Een sportvliegtuigje met een scherpschutter aan boord arriveert. Het cirkelt om de toren, maar kan niet laag genoeg komen. De warme lucht duwt het propellervliegtuigje keer op keer omhoog. Whitman vuurt enkele malen op het vliegtuigje dat zich enigszins terugtrekt, maar toch stug om de toren blijft cirkelen, in de hoop hem zo af te leiden.

Al snel is ook de pers aanwezig. Reporters verspreiden zich over de campus. Een van hen is Neal Spelce, die voor het nabijgelegen radiostation KTBC de schietpartij verslaat. Een unicum. Honderden andere radiostations, verspreid over de Verenigde Staten, nemen zijn liveverslag over. Heel Amerika luistert mee.

Het schot hagel raakt Whitman vol in het gezicht. Loden kogeltjes slaan zijn blauwe ogen weg, dringen via de oogkassen zijn schedel binnen

Het lijkt nu oorlog. Burgers die met eigen wapens de toren onder vuur nemen, dwingen Whitman regelmatig dekking te zoeken achter de stenen borstwering. Van die momenten maakt de 40-jarige Allen Crum, manager van de campusboekhandel en een veteraan uit de Tweede Wereldoorlog, dankbaar gebruik. Hij sleept gewonden naar de voet van de toren, buiten schot.

Daar, nabij de ingang, loopt Crum de politiemannen William Cowan, Jerry Day, Houston McCoy en Ramiro Martinez tegen het lijf. Nog steeds is onduidelijk hoeveel schutters zich op het observatiedek bevinden, dus kan Cowan iedereen gebruiken. Hij reikt Crum een geweer aan: ‘Bij dezen ben je beëdigd als hulpsheriff.’ Het groepje gaat naar binnen, de lift in.

Op de 27ste verdieping treffen ze de vier familieleden aan. De twee gewonden leven nog steeds. Een van hen wijst: ‘Hij is daarboven.’ Cowan blijft bij de gewonden. De overige mannen sluipen de drie laatste trappen op.

Martinez gebruikt grof geweld om de glazen deur naar het observatiedek open te krijgen. De metalen koffer valt om. Het is een herrie van jewelste. Maar Whitman, op dat moment aan de andere kant van de toren, hoort niets. Schoten vanaf de grond klinken en zijn transistorradiootje staat op vol volume. Ook hij volgt het liveradioverslag van reporter Neal Spelce.

Het viertal dat de dader uiteindelijk het zwijgen oplegde.

Martinez en McCoy gaan naar links, Day en Crum naar rechts. Schuifelend en met de adrenaline gierend door het lijf, nemen beide duo’s de eerste hoek. Niemand. Dan hoort Crum voetstappen naderen. Hij vuurt direct in de richting van het geluid. Te vroeg. De kogel ketst af op de borstwering. Whitman, die net de hoek om wilde stappen, deinst terug, draait zich half om. Op dat moment verschijnt Martinez zo’n 8 meter achter hem. Hij heeft net de hoek genomen. Als hij Whitman ziet, leegt hij zijn dienstpistool. Maar alle zes kogels missen doel, al raakt eentje wel het sniper rifle.

Whitman duikt instinctief ineen. Dan doemt McCoy op achter Martinez. Hij richt zijn jachtgeweer op Whitmans hoofdband. En vuurt. Het schot hagel raakt Whitman vol in het gezicht. Loden kogeltjes slaan zijn blauwe ogen weg, dringen via de oogkassen zijn schedel binnen. Whitman zakt in elkaar. McCoy vuurt nogmaals. Het tweede schot raakt Whitman aan de linkerkant van zijn hoofd. Martinez neemt geen enkel risico. Hij grist het jachtgeweer uit McCoy’s handen en vuurt nogmaals op Whitman. Het schot raakt de bovenarm met zo’n kracht dat deze bijna wordt geamputeerd.

Het is dan 13.24 uur. Whitman ligt op zijn rug, de witte hoofdband doordrenkt met bloed. Hij is dood.

Tumor

Charles Whitman, de Texas Tower Shooter, krijgt zijn autopsie. Een patholoog-anatoom vindt een tumor, zo groot als een druif, in zijn hersenen. Het gezwel drukt tegen zijn amygdala, het verwerkingscentrum voor emoties. Het autopsierapport vermeldt: ‘Het is denkbaar dat de kwaadaardige tumor heeft bijgedragen aan Whitmans onvermogen om emoties en acties te controleren.’ Maar helemaal zeker is dat allerminst. Het motief blijft onduidelijk.

Uit de autopsie bleek dat Whitman een kwaadaardige tumor in de hersenen had.

Charlies andere wens, crematie, wordt niet ingewilligd. Hij wordt samen met en naast zijn moeder begraven, in West Palm Beach, Florida. Omdat hij marinier was, wordt zijn kist bedekt met de Amerikaanse vlag. Zijn echtgenote Kathy vindt haar laatste rustplaats in haar woonplaats Needville, Texas. Een eenvoudig graf onder een eikenboom.

Het allerlaatste slachtoffer valt opmerkelijk genoeg 35 jaar later. In 2002 overlijdt nierpatiënt David Gunby. Het schot dat hem indertijd verwondde, bleek zijn enige nog functionerende nier onherstelbaar te hebben beschadigd.

Hoe dan ook, enkele jaren later is de toren weer open voor publiek. Met bewakers en een metaaldetector. En een roestvrij stalen traliewerk rondom het observatiedek. In het park voor de toren herinnert enkel nog een gedenksteen aan de schietpartij die in totaal 18 personen het leven kostte en 31 anderen verwondde.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Misdaad
  • ANP, Texas State Historical