Luuk Koelman

Luuk Koelman: ‘Duizend Oekraïense mariniers gesneuveld voor een dorpje dat nog geen duizend zielen telde’

'Al snel is het te gevaarlijk om gesneuvelde mariniers terug de rivier over te brengen'

Luuk Koelman

Oktober 2023. Vijftienhonderd Oekraïense mariniers steken in rubberen speedbootjes de Dnjepr over. Twee kilometer rukken ze op in vijandelijk gebied. Bij het dorpje Krynky graven ze zich in: een nieuw bruggenhoofd is gevestigd. Vanuit hier kan een doorbraak richting de Krim worden geforceerd.

Al snel claimt de Oekraïense legerleiding de herovering van de gehele zuidelijke oever van de Dnjepr. De Russen zouden al drie tot acht kilometer zijn teruggedrongen. Het Westen knikt goedkeurend; er zit dus tóch nog enige dynamiek in het grotendeels mislukte Oekraïense tegenoffensief.

Maar in werkelijkheid woedt er een felle strijd om Krynky. De vijand is allerminst gevlucht, zoals de mariniers was beloofd. Integendeel. Zware Russische glijbommen maken het dorpje letterlijk met de grond gelijk. De mariniers kunnen enkel nog schuilen in kelders. Daar hebben ze gebrek aan alles, zelfs aan drinkwater.

Af en toe is er bevoorrading, via bootjes. Maar de Dnjepr ligt nu 24 uur per dag onder zwaar Russisch artillerievuur. Materiaal dat de overkant haalt, moet door de mariniers te voet verder worden getransporteerd. Twee kilometer over drassige grond en door kniediep water. Ze slepen met generatoren, brandstof, kleding, voedsel, munitie. En overal zoemen de Russische drones. Het is een onvervalste hel.

Al snel is het te gevaarlijk om gesneuvelde mariniers terug de rivier over te brengen. Hun lijken liggen soms weken op de zuidelijke rivieroever. Zwaargewonden, sommigen met afgerukte ledematen, moeten dagen wachten op een plekje op een van de bootjes.

Langzaam maar zeker bekruipt de mariniers het gevoel dat ze marionetten zijn in de handen van een onbekende poppenspeler. Want wat is het nut van een bruggenhoofd als er überhaupt geen extra troepen en zwaar materieel arriveren om die doorbraak richting de Krim te forceren? Maar niemand die hen iets vertelt. Toch vechten ze door, zonder hoop en zonder vrees.

Dan geeft de legerleiding het bruggenhoofd alsnog op. Op 17 juli verlaten de laatste mariniers Krynky. Woest, gefrustreerd, kapot. Ze voelen zich gebruikt, in de steek gelaten door hun eigen bevelhebbers. De totale zinloosheid. De mannen spuien hun gal tegenover The New York Times, de BBC en de pro-Oekraïense website Slidstvo: “Het was niet eens een gevecht om te overleven. Het was een zelfmoordmissie.”

De woede is zelfs zo groot dat de mariniers hét taboe van deze oorlog doorbreken. Ze klappen uit de school over het aantal doden aan eigen zijde. Tijdens de negen maanden durende slag om Krynky werden 262 gesneuvelde Oekraïners terug de rivier overgebracht. De stoffelijke resten van 778 mariniers bleven achter en gaan als ‘vermist’ de boeken in.

Meer dan duizend gesneuvelde Oekraïense mariniers dus, voor een dorpje dat voor de oorlog nog geen duizend zielen telde. Nee, deze slag had volgens de mariniers geen enkele militaire betekenis. Het was politieke beeldvorming. Negen maanden lang kon Oekraïne claimen dat het tegenoffensief nog steeds gaande was. Immers, een patstelling zou slecht nieuws zijn geweest voor de langetermijnsteun uit het Westen. Alle miljarden die je dan misloopt...

Kortom: de slag verloren, maar de pr-oorlog gewonnen. Al denk ik niet dat die tekst ooit zal prijken op welk monument dan ook, ter nagedachtenis aan die 1040 zinloos gesneuvelde Oekraïense mariniers.