James Worthy

James Worthy: 'De ene dag heb je een huis en een baan, de andere dag zit je lauw bier te drinken bij een metrostation'

‘Mensen zeggen weleens dat olifanten niets vergeten, nou, deurwaarders en incassobureaus hebben dan ongetwijfeld ook een slurf’

James Worthy

Een groepje daklozen zit voor het metrostation. Er staan tientallen lege halve liters voor hun voeten. Het is alsof de mannen een dominobaan met bierblikken aan het bouwen zijn.

‘Hey jongen, ken je mij nog?’ vraagt een schorre stem. Ik draai me om en kijk in de ogen van iemand die ik van vroeger ken. Het gebeurt de laatste jaren steeds vaker. Vroeger kende ik geen dakloze mensen, maar tegenwoordig ken ik er steeds meer. Ze zijn niet meer op één hand te tellen. Het leven lijkt beduidend moeilijker dan vroeger te zijn en de wachtlijsten zijn zo lang dat de Chinese Muur in de nacht over de Nederlandse wachtlijsten droomt. Alles duurt tegenwoordig lang, behalve het ontstaan van schulden en verslavingen.

‘Natuurlijk ken ik je nog. We zaten bij elkaar in het voetbalteam,’ zeg ik.

‘Wie is dat?’ vraagt een andere dakloze meneer. Nee, vraagt een andere meneer. Ik heb een hekel aan het woord dakloos. Een persoon is veel meer dan dat wat hij of zij niet heeft.

‘Dit is een gappie van vroeger. Hij was de enige van ons team die in Zuid woonde.’

‘O, toe maar!’ reageert de andere meneer, voordat hij met een duim en een wijsvinger over elkaar wrijft.

‘Je vraagt je vast af wat ik hier doe, toch? Ik ook hoor. Ik weet ook niet hoe het allemaal zo snel heeft kunnen gaan. Op de ene dag heb je een huis en een baan, en op de andere dag zit je lauw bier te drinken voor de ingang van een metrostation. Ik vergat een keer om de huur te betalen. Dat is alles. Daarna vergat ik het nog een keer. En toen moest ik opeens drie maanden huur betalen. Ik ben maar gaan gokken. Nou, dat ging ook niet zo heel lekker. Daarna ben ik maar gaan drinken. Als je dronken bent, vergeet je je schulden. Begrijp je? Dus ik wilde altijd dronken zijn. Maar ja, schulden vergeten niets. Mensen zeggen weleens dat olifanten niets vergeten, nou, deurwaarders en incassobureaus hebben dan ongetwijfeld ook een slurf.’

‘De laatste keer dat ik je zag, werkte je op de markt,’ zeg ik.

‘Ik werk overal een beetje, maar ik werk niet graag, jongen. Dit doe ik veel liever. Met vrienden voor een metrostation hangen. Op straat heb je echte vrienden nodig. De straten zijn gevaarlijk. Wil je een biertje? Hij is wel lauw, maar een lauw biertje is beter dan geen biertje,’ lacht hij.

Ik zit voor het metrostation een biertje te drinken. Eigenlijk verschil ik niet zo heel veel van de mannen die naast me zitten. Ik heb momenteel ook geen werk, ik ben bijzonder verslavingsgevoelig en ook ik vergeet af en toe een rekening te betalen.

‘Je past er wel tussen met die baard van je,’ zegt een meneer die op John Lennon lijkt.

‘Proost, gappie,’ zegt mijn voetbalvriend van vroeger. ‘En we staan misschien buitenspel, maar we willen toch niet meer scoren,’ vervolgt hij filosofisch.

Column
  • Adobe Stock