James Worthy

James Worthy: 'Ik ben te jong voor de dood, maar oud genoeg voor een veteranenelftal'

'De bron van de eeuwige jeugd is geen fontein, maar een voetbal' 

James Worthy

In onze kleedkamer ruikt het naar tijgerbalsem en kunstheupen. Het tikkende geluid van voetbalschoenen op de kleedkamervloer zorgt voor een kortstondige adrenalineboost.

Sinds kort zit ik in een onvervalst veteranenelftal. 45+. Ik heb er lang tegen gevochten, maar het is onmogelijk om van de geboortedatum die in je paspoort staat te vluchten. Ik ben oud. Te jong voor de dood, maar oud genoeg voor een veteranenelftal.

Een kwartier geleden stond ik naast het clubgebouw. Daar zag ik de tegenstander van vandaag al staan. Een team uit Amstelveen. Stiekem vind ik dat het mooiste aan amateurvoetbal. Het op de club aankomen en je tegenstander in een spijkerbroek en een oud zomerjasje zien staan. Een spijkerbroek zegt alles over een man. Volgens mij kunnen we winnen vandaag.

Ik denk dat de hoop mij al deze tijd uit een veteranenelftal heeft gehouden. Ergens droomde ik nog van een profcarrière. En als je bij de veteranen zit, is die droom weg. Mannen van boven de 45 kunnen helaas niet meer debuteren. Constiperen, ja. Debuteren, nee.

Dit kan je ook voelen in de kleedkamer. Alle dromen zijn de wereld uit. Hier is alleen nog maar plek voor de realiteit. En voor plezier. Iedereen die hier zit, heeft een liefde voor de bal die niet is gekrompen door een gebrek aan succes.

We spelen op veld 5. Mijn moeder, mijn vrouw en mijn kind zitten op de tribune. Nee, ik lieg. Er staan geen tribunes naast de velden waar wij op voetballen. Mijn zoon hangt ongeïnteresseerd over het natte hekwerk heen. Hij is met zijn moeder aan het praten. Ik probeer zijn lippen te lezen. Dit lukt vrij makkelijk.

‘Wat is de wifi, mam?’

Onze warming-up duurt niet heel lang. Dat is nu eenmaal hoe het bij de veteranen gaat. Je loopt tot je ergens in je lichaam pijn voelt en als je boven de veertig bent, is de pijn nooit ver weg. We worden geschaduwd door ongemakken en pijnscheuten. Alles wat wij voelen, valt niet meer weg te rekken of te strekken.

Maar dan zien we hem aan komen lopen. Een teamgenoot met een net vol voetballen. Een bal verandert alles. De bal is rond. Net als een paracetamol. Alle pijntjes verdwijnen als onze ogen die lederen knikker zien. De bron van de eeuwige jeugd is geen fontein, maar een voetbal.

Het is een spannende wedstrijd. De wedstrijd is als seks in een hangmat; het gaat lekker op en neer. Na 85 minuten staat het 4-4. Deze wedstrijd heeft alles. Alles behalve publiek. Ook mijn vrouw en mijn moeder zijn niet aan het kijken. Ze kijken allebei naar het telefoonscherm van mijn vrouw. Ik denk dat ze de vakantiefoto’s van twee maanden geleden aan het bekijken zijn. En ik ben niet eens boos. Als ik naar mezelf zou kunnen kijken, zou ik ook iets anders zijn gaan doen.

Maar dan scoort onze spits de 5-4. Iedereen rent op elkaar af. Nee, snelwandelt. Nee, iedereen loopt op elkaar af. 5-4. Het had zo moeten zijn. Ook zeker omdat 54 de gemiddelde leeftijd van ons team is.

Je bent nooit te oud om iets te winnen.