'De blanke mens als vijand neerzetten heeft niets met maatschappijkritiek te maken'
Columnist Bart Nijman heeft zijn hele leven geleerd dat huidskleur er niet toe doet, en dat is ook zo. Waarom wordt splijtend racisme dan toch steeds vaker afgedrukt in zichzelf uiterst serieus nemende media?
In de krant staat een tekst van de zoveelste ‘schrijver’ die schrijft over schrijven en zichzelf daarom schrijver acht. In lelijk druppeldoodproza lekken zinnen als ‘Het is een chaos, maar ik herken deze overweldigende tuimelingen en onbeheerste wemelingen. Dit is hoe ik een uitdaging herken die mijn wil tot schrijven voedt.’ Er is toch iets bijzonders aan het stukje: het is openlijk ontzettend racistisch. En geschreven door een zwarte transvrouw.
Het stukje van Olave Nduwanje heet ‘Aan de Zwarte lezers, want de witte lezer inspireert me niet’ en het staat in NRC – toch een serieuze krant, waar je geen openlijk racisme in verwacht. Let op het gebruik van de hoofdletter Z bij ‘Zwarte’, een voorkeursbehandeling die in het hele stuk toegepast wordt, maar bij ‘witte’ niet.
Nduwanje omschrijft zichzelf als ‘schrijvende Zwarte non-binaire trans femme’ en in die aangemeten identiteit waarvan geen zinnig mens je kan vertellen wat het precies betekent (maar waarvoor we tegenwoordig wel geacht worden klakkeloos respect, bewondering en nederigheid te betrachten), is de blanke mens een vijand.
Nduwanje, deelnemer aan de postkoloniale rassenmusical die door Sylvana’s Bij1 wordt opgevoerd, verwijt de krant waarin ze schrijft dat ze haar alleen uit opportunisme het platform hebben geboden, om zichzelf ‘goed te voelen’ over hun progressieve behandeling van gekleurde mensen. Ze heeft waarschijnlijk nog gelijk ook, want deze racistische drek is echt niet om de inhoudelijke kwaliteit, scherpe maatschappijkritiek of literaire eeuwigheidswaarde geplaatst.
Draai in het volgende citaat van Nduwanje ‘witte’ en ‘Zwarte’ eens om, en probeer het dan in NRC geplaatst te krijgen: ‘Zal ik dan ook maar bekennen dat ik lang geleden de witte lezer heb opgegeven? Dat ik bewust en weloverwogen kies om aan de Zwarte lezeres te schrijven, om haar uit te dagen, haar te overtuigen, haar niet teleur te stellen, haar kritische waardering te bekoren? De witte lezer inspireert me niet, van hem/hen/haar komt voor mij geen uitdaging om dieper, wijder, slimmer en mooier te schrijven.’
Tamelijk racistisch, nietwaar? Los van de onwil om te onderwijzen, te begrijpen, of te willen samenleven in harmonie, reduceert dit identitaire doe-het-zelfpakket alle mensen tot hun huidskleur, en projecteert dat raciale vitriool op de hele samenleving.
Ons hele leven leren we dat huidskleur er niet toe doet, en dat is ook zo. Waarom wordt splijtend racisme dan toch opnieuw, steeds vaker en steeds openlijker afgedrukt, zelfs tot jubelstatus verheven in zichzelf uiterst serieus nemende media?
- iStock