Premium

‘Christus is al zeventig jaar mijn idool’

Had je begin deze eeuw de toekomst van Rob de Nijs (76) correct voorspeld, dan was je hoogstwaarschijnlijk voor gek verklaard. De zanger vierde een groot jubileum in het Concertgebouw, kreeg een relatie met een 25 jaar jongere vrouw en werd op zijn 69ste opnieuw vader.

Rob de Nijs

Nu zegt hij: ‘Ik kan het iedereen aanbevelen, want ik zit op het toppunt van mijn kunnen.’

Als ik op een feest ben en een man geeft Jet net iets te veel aandacht, dan ga ik daar op de terugweg wel wat vragen over stellen

Rob, u moet straks optreden en de kleedkamerkoffer zit van binnen volgeplakt met plaatjes van Jezus Christus. Hoe gelovig bent u?

‘Behoorlijk streng en dat komt vooral omdat het mij in m’n leven zo goed geholpen heeft. Geestelijk, spiritueel. Al van kinds af aan is Christus mijn idool. Op mijn 9de kreeg ik godsdienst op de lagere school en las ik voor het raam in de Linnaeusstraat uit de Bijbel. Bidden geeft mij zoveel kracht dat ik het weleens jammer vind dat sommige mensen daar nog niet aan toe zijn gekomen of het niet kennen. De dialogen die ik voer gaan namelijk best diep.’

Hoe maakt u contact met boven?

‘Voordat ik ga slapen neem ik in bed de dag door. Dat hoeft niet altijd hardop, maar kan ook in gedachten. Of ik ga naar iemand toe die ik volledig vertrouw en die met open vizier met mij van gedachten kan wisselen over zaken waar ik mee worstel. Door die gesprekken kan ik dingen gemakkelijker van me afzetten en hoef ik me er niet meer druk om te maken. In het christelijke geloof heeft dat met name te maken met vergeving. Dat je niet meer met een schuldgevoel, dat je soms gedeeltelijk van de ander overneemt, hoeft te leven en de opluchting die dat vervolgens geeft.’

Ik lees weleens nieuwsberichten over ouders die de moordenaar van hun kind vergeven. Dat is toch onbegrijpelijk?

‘En toch kan ik het me helemaal voorstellen. Je primaire reactie zal natuurlijk zijn: hang die knaap die het gedaan heeft op, maar als je dat doet vallen er alleen maar meer slachtoffers. Leef je daar zelf dan beter door? Ik denk dat het, zelfs bij zo’n zwaar misdrijf, zinvol is om op een gegeven moment te zeggen: ik vergeet het niet en ik ben nog steeds verdrietig, maar ik vergeef je wel. Dan kun je zelf ook weer vooruit.’

Dat maakt het deels tot een egoïstische daad.

‘Absoluut. Het is een volledig egoïstische daad, nog net niet narcistisch. En waarom zou je het niet doen? Heb u vijanden lief zoals uzelf, zei Christus al. Hij heeft zoveel geweldige dingen gedaan, dat ik hem er letterlijk om aanbid.’

Een jammerlijk gemis voor atheïsten?

‘Vind ik wel. Aan de andere kant kan ik me er ook niet al te druk om maken. Dit is de keuze die ik heb gemaakt, deze is volledig privé en ik wil er desgevraagd iets over zeggen, maar ik ben geen prediker. Discussies over het geloof bestaan al honderden jaren en zijn minder vluchtig dan, ik noem maar wat, de zwartepietendiscussie. Daar kijk ik nog net niet naar als een oude wijsgeer die met zijn hoofd schudt en denkt: wat een domheid. Er zijn genoeg andere dingen waar we ons druk om moeten maken, denk ik.’

Waar gaan we naartoe als we dood zijn?

‘Geen flauw idee, maar het zal niet voorbij zijn. Die hemel is ook niet het belangrijkste van het geloof, dat is vooral wat je er bij leven aan hebt. Het geloof in het goede van mensen, wat Christus natuurlijk absoluut was. Of hij nu wel of niet bestaan heeft, al ga ik ervan uit van wel, het zal waarschijnlijk een tikkie anders zijn dan hoe wij dat in de kerk leren. Het grootste respect heb ik voor mensen die een ontzettend kloteleven leiden, werkelijk niets hebben om trots op te zijn, en desondanks toch blijven geloven en proberen uit die hoek hulp te ontvangen.’

U bent onlangs 76 geworden, maar staat nog volop in het leven. Uw vrouw is 50, uw zoontje 7, zingen gaat nog prima. Hoe kijkt u nu terug op de wagonladingen kritiek die u de afgelopen jaren over u heen kreeg?

‘Het is me alles meegevallen, iets wat ik vooraf onmogelijk kon inschatten. Mijn vrouw is een kwart eeuw jonger en mijn zoon Julius zal ik misschien niet volwassen zien worden, dat klopt. De eerste reactie van mensen was dan ook: “Ah, die klootzak. Waarom moet hij nu per se een ander en waarom begint hij op zijn 69ste nog aan een kind?” Ik heb in die beginperiode zelfs even gedacht dat mijn carrière voorbij was, bang dat men mij niet meer zou moeten. Wonder boven wonder draaide de publieke opinie echter, omdat iedereen wel zag dat Jet en ik een relatie hebben die op vertrouwen is gebaseerd en we onze zoon onderdompelen in liefde. Zogenoemde haters kunnen dan ineens als een blad aan een boom omslaan. Ik kan het trouwens iedereen aanbevelen, want ik zit op het toppunt van mijn kunnen.’

Bent u jaloers ingesteld?

‘Ja, in de liefde. Als ik op een feest ben en een man geeft Jet net iets te veel aandacht, dan ga ik daar op de terugweg wel wat vragen over stellen. We vormen al jaren een gezin, dus ik weet dat het onzin is, maar wie beweert dat jaloezie rationeel is? Je kunt het wel proberen weg te redeneren, maar als het steeds weer opduikt, kun je het maar beter accepteren dan ertegen vechten. De mens is wat dat betreft een onevenwichtig schepsel.’

Bent u ergens bang haar ooit kwijt te raken?

‘Nee, daar ben ik inmiddels te oud voor. En mocht dat onverhoopt toch een keer gebeuren, dan zal ze me in ieder geval nog wel een beetje blijven verzorgen, denk ik. In het begin van onze relatie was ze heel open en eerlijk over haar kinderwens. Dat oerverlangen was zo groot, dat ze me voor de keuze stelde: het samen proberen of einde oefening. Dat gaf mij de gelegenheid om te zeggen: laat dan maar komen dat kind. Als de dokter had gezegd: “U kunt oefenen wat u wilt, maar het gaat niet lukken”, dan hadden we het in ieder geval geprobeerd. Gelukkig werkte alles zoals het moet en kan ik me zeven jaar later geen dag meer zonder die kleine voorstellen. Ik ben helemaal gek op dat joch.’

U heeft nog twee andere zoons, onder wie Yoshi...

‘We weten dat hij autistisch is, maar voor het totaalplaatje kunnen we er nog steeds niet goed de vinger op leggen wat hij nu verder precies heeft. Tijdens de bevalling heeft hij een zuurstoftekort gehad, overleefde het maar net, maar heeft wel een hersenbeschadiging opgelopen waardoor hij altijd gehandicapt zal blijven. Al hadden we dat in het begin nog niet zo door. Yoshi was exceptioneel klein, dat wel, maar verder was er op dat kleine wurmeltje weinig aan te merken. Nu is hij een dertiger en zich bewust van zijn beperkingen. Zelfstandig wonen zal nooit lukken, maar praten doet hij als Brugman. Ik ben in al die jaren ontzettend van die jongen gaan houden. Vaderliefde lijkt soms meer op verliefdheid. Dan zit ik op een afstandje naar hem te kijken en kan ik helemaal verdrinken in zijn aanblik.’

Uw andere zoon Robbert lijkt qua uiterlijk als twee druppels water op u.

‘Soms zie ik oude foto’s terug en moet ik echt even goed kijken of hij het is of toch ikzelf. Maar goed, dan weten we in ieder geval zeker dat ik de vader ben. Robbert is heel open over zijn gevoel en maakt er geen geheim van mij als kind te veel te hebben gemist. Ik was ook vaak weg dus ik zal daar nooit tegenin gaan, laat staan kwaad om worden. Ik kan die tijd helaas niet terughalen. De momenten die ik met hem gemist heb, probeer ik met Julius goed te maken en samen zijn ze twee toffe broers die gek op elkaar zijn. Robbert heeft zich ontwikkeld tot een mooi mens met een heel zacht karakter. Ik heb hem eigenlijk maar één keer boos gezien, nota bene in de horecagelegenheid waar we nu zitten. Belinda en ik waren net gescheiden en hij zat met heel veel vragen over Jet. Wie is dat en waarom heb je onze moeder in de steek gelaten? Dat was heel bitter en verdrietig om te zien, maar ondanks mijn pogingen dat zo goed mogelijk uit te leggen, snap ik natuurlijk helemaal waar die jongen vandaan kwam. Hij moest zijn draai vinden in de nieuwe situatie en ik heb hem geen seconde gevraagd dat anders te doen. Hij deed het precies goed.’

De vrouw van wie u scheidde is ook uw tekstschrijver en dus beschreef ze haar pijn in de liedjes die u vervolgens zong. Dat deed u volgens haar zo overtuigend, dat ze dacht: als je het zo goed begrijpt, waarom verliet je me dan?

‘Het is inderdaad een vreemde constructie, maar het werkte. Er zijn heel wat mooie liedjes uit haar koker gekomen en ik denk dat mijn oeuvre in totaal zo’n 750 stuks beslaat. Zoveel, dat ik mezelf weleens terug hoor op een plaat waarvan ik me totaal niet meer herinner dat ik ’m ooit heb ingezongen. Liedjes die in nevelige periodes van mijn leven werden voltooid. Tja, waarom gaat een mens naar een ander mens en begint er een verhouding mee? Ik heb nog steeds het antwoord niet gevonden. Wat ik wel weet is dat als je eenmaal verliefd wordt, daar geen kruid tegen gewassen is. Dan ga je automatisch mee op de golven van de passie. Volgens Belinda kan ze de meest harde zinnen voor me schrijven, maar zodra ik ze zing klinken ze toch oké. Ik weet niet precies hoe dat mechanisme werkt. Gordon wordt bijvoorbeeld ook ingehuurd om gekke dingen te zeggen die we van een ander misschien niet zo snel zouden accepteren. En als het niet gebeurt, zeggen we: goh, dat viel tegen. Belinda kent mij door en door en weet dus als geen ander hoe iets wat zij schrijft uit mijn mond klinkt.’

Ze kent u zelfs zo goed, dat ze uw karakter als volgt beschrijft: ‘Zijn ego is van Lego, je breekt ‘m zo weer af.

‘Dat klopt als een bus. Ik ben vrij snel gekwetst en veel bezig met andermans mening. Van de bakker tot de buurvrouw, ik kan dagen zitten tobben over iets wat zij hebben gezegd. Nadenken waar de fout kan zitten en waarom ik wel of niet boos ben geworden, om er vervolgens achter te komen dat ze zelf ook niet altijd even zuiver zijn. Dat ligt soms dicht bij elkaar. De vele overpeinzingen houden me goed bij de les en ik ben blij dat Belinda dat telkens weer perfect weet te vangen in een nummer. Onze beide gezinnen gaan uitstekend met elkaar om en die goede harmonie koester ik. Ik kan er ook van genieten als iemand haar bijvoorbeeld een compliment geeft over haar werk. Laatst zette Marc- Marie Huijbregts op Twitter dat het nummer Schrijf me niet, dat gaat over het verdriet bij het verbreken van een relatie, hem zo aangreep. Ik omhels je nog steeds / Niet om wie wij nu zijn / Maar om wie we zijn geweest, luidt een deel van de tekst. Als ik dat lees, denk ik: dat is mooi meid, goed gedaan.’

Ik ben vrij snel gekwetst en veel bezig met andermans mening. Van de bakker tot de buurvrouw, ik kan dagen zitten tobben over iets wat zij hebben gezegd

Uw gezin geeft u rust, optreden bezorgt u stress. Lastig of lekker?

‘Beide. Als ik een beetje flierefluiterig het toneel op stap en maar wat aanmodder, dan krijg ik geen hond met me mee. Elke keer opnieuw denk ik aan alle dingen die mis kunnen gaan, zoals bijvoorbeeld plotseling een kikker in mijn keel krijgen die vervolgens drie liedjes aanhoudt. Dat is weleens gebeurd. Of songteksten. Zing ik ze morgen net zo goed als vandaag en voldoe ik nog steeds aan de verwachtingen? Overpeinzingen die verdwijnen zodra ik de eerste regel inzet en die spanning wekt bovendien endorfine op die ervoor zorgt dat ik op de toppen van mijn kunnen kan blijven presteren. Ik heb het nodig en ben na af loop net zo blij als het weer verdwijnt.’

Wat doet u om uw stem goed te houden?

‘Eigenlijk een heleboel niet. Ik heb soms mijn periodes dat ik zwak ben en drink. Ik maak geen complete flessen soldaat, maar consumeer wel stevig. Whisky en wodka, cognac, korenwijn of een lekkere jenever. Heavy stuff vind ik heerlijk. Vroeger kon ik daar overigens beter tegen. Als ik nu een glas te veel neem, moet ik bij wijze van spreken de ochtend erna vragen welke dag het is. Gelukkig recupereer ik snel. Het maakt niet uit hoe ik me nu voel, als ik weet dat ik overmorgen moet optreden, dan weet ik dat ik tegen die tijd oké ben. Echt lam ben ik nooit. Alcohol is een stevige verleider, daarom zijn ook zoveel mensen alcoholist. Godzijdank kan ik mezelf goed onder controle houden en even stoppen als het moet.’

Bent u in uw jonge jaren experimenteel geweest?

‘Ik vond altijd dat ik pas ergens over mocht meepraten als ik het zelf ervaren had. Ik heb daarom in de zestiger jaren, net als zovelen toen, de nodige joints tot mij genomen. Vaak viel dat mee, soms ook tegen. In 1968 deed ik met Bill van Dijk en Elsje de Wijk mee aan de Music Salvation en in de bus naar dat optreden werd ik ineens helemaal paranoia. De joint viel zelfs zo slecht, dat ik eenmaal aangekomen in de dancing dacht dat ik op een schilderij van Jeroen Bosch terecht was gekomen. Iedereen was ineens eng en ik had helemaal geen grip meer op mijn eigen lichaam. Ontzettend beangstigend, omdat je niet weet waar je het zoeken moet. Mensen om mij heen probeerden mij weer rustig te krijgen maar daar raakte ik alleen nog maar meer van in paniek en in de war. Ik heb daarna nooit meer een joint aangeraakt, maar ben nog wel blijven roken. Daar stopte ik op mijn 42ste – cold turkey – mee omdat ik merkte dat ik er schor van werd en dat kun je als zanger natuurlijk niet hebben. Het witte spul heb ik nooit aangeraakt. Ik heb heel wat vrienden die lang voor mij verborgen hielden af en toe een snuif te nemen, maar ik ben er bang voor. Stel dat ik het lekker ga vinden? Iedereen die het gebruikt zegt dat het heerlijk is, maar ik heb de verleiding altijd kunnen weerstaan. No way dat ik daar aan ga beginnen.’

Het onderhouden van uw stem werpt z’n vruchten af in de vorm van een carrière die zichzelf nog prima verkoopt.

‘Ik prijs me gelukkig dat de zalen waar ik sta altijd uitverkocht zijn of op een haar na vol zitten. Laatst bezocht een Vlaams stel een van mijn concerten en zei de vrouw dat ze mijn cd maar liefst vier keer had gekocht. Eén voor elke kamer in het huis en de auto, zodat ze altijd en overal kon meezingen. Ik ken ze ook goed. Elk jaar treed ik voor hen op in Limburg, waar steevast in hetzelfde kasteel een feest voor veertig man wordt georganiseerd. Ik moet er daar altijd eventjes inkomen, omdat zingen voor een klein groepje mensen toch altijd enger blijft dan optreden voor een enorme menigte. Dat als een soort duizendkoppig monster toch makkelijker te temmen is.’

Staat u stil bij al die individuen die het horen?

‘Oh, nee zeg. Als ik moet gaan denken wat er allemaal gebeurt in de huizen van fans, dat wil je niet weten. “Ons kind is gemaakt op dat ene nummer”, dat soort dingen. Het werd zomer schijnt een heel goed “maak-nummer” te zijn waarop vele kinderen zijn verwekt. Ik denk dat dit minder het geval zal zijn bij mijn meezingers Ursula, Jan Klaassen en Malle Babbe. Al gaat ook de tekst bij dat soort songs vaak dieper, maar hoort men het niet omdat ze als feestnummers te boek staan. Zing ik het op een rustigere manier, dan zie ik mensen op een gegeven moment toch denken: zullen we? Zelf ben ik overigens helemaal geen meezinger. Ik luister liever.’

Hoe langer de carrière duurt, hoe jonger hij daarbij lijkt te worden, zei presentator Karel van de Graaf eens.

‘Ik denk er nooit over na of ik mij jong voel en zeg hooguit dat ik fit ben. Moe zijn kan in mijn geval enkel te lijf worden gegaan met optreden. Van 50 minuten zingen krijg ik zo’n kick dat ik me daarna altijd als herboren voel. Het is in die zin dus ook een soort geneesmiddel. Daarnaast probeer ik bij te blijven dragen aan de toffe, creatieve dingen die het leven leuk maken en dat houdt de geest jong. Als je alleen maar zit te sikkeneuren in een kutbaan op kantoor, dan is dat niet bevorderlijk voor je eigen uitstraling. Je moet de omstandigheden zo creëren dat je daar zelf gelukkig van wordt en dat heb je dus ook zelf in de hand. Ik doe dat door me bijvoorbeeld altijd leuk te kleden, ook als er geen mensen langskomen. Laatst zat ik op televisie naar Ilja Gort te kijken en zag ik hem met zijn gekke baardje zo passievol over wijn vertellen, dat ik het liefst naar zijn Franse wijngaard was gereden om een paar flessen te kopen. Hij maakte mij met zijn verhaal enthousiast. Dat bedoel ik met een goede uitstraling.’

NIEUWE REVU ONTMOET ROB DE NIJS

Waar? In restaurant Het Oude Politiebureau in Ede, nabij Robs woonplaats Bennekom. Wanneer? Op een donderdag in januari, lunchtijd. Rob eet een broodje kroket, Revu een tomatensoepje en beiden drinken Spa blauw. Waarom deze snack? ‘Hoe lang kan zo’n voorkeur voor kroketten duren, nietwaar? Mijn grootouders hadden vroeger hun eigen snackbar waar die dingen altijd voorhanden waren en ook mijn ouders namen altijd een paar Kwekkebooms of Van Dobbens mee als ze eens per maand naar Amsterdam gingen. Al was het drie uur ’s nachts, ze sloegen nooit over.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • William Rutten