'Thierry Baudet is een idioot met een pathologische drang naar vervreemding'

De onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans beledigt de overschatte politicus, denker en schrijver Thierry Baudet.

Thierry Baudet

— Pas op: satire! Elke week fileert de onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans een overschat persoon uit de wereldgeschiedenis. ‘Een stilistische oefening in iemand uitschelden’, zoals hij het zelf noemt. Dat kun je grappig vinden, of niet. —

Thierry Baudet had eens een roman geschreven, getiteld Voorwaardelijke Liefde. Die zou hij signeren op de Antwerpse Boekenbeurs. Omdat hij bij dezelfde uitgeverij zit als ik, zaten we samen achter een standje, waar ik m’n nieuwe thriller Zeik verkocht. Bij mij stond een rij van ongeveer vierhonderd mensen, bij Baudet een rij van drie mensen, te weten een blinde West-Vlaming, die eigenlijk bij Tom Lanoye wilde aanschuiven, een prostituee die Baudet als klant wilde werven, en een kind van negen dat huilend aan Baudet vertelde dat ie z’n ouders kwijt was.

Terwijl ik me een polsbreuk signeerde, zat Baudet stikjaloers en met venijnspuitende oogjes naar mij te gluren, en om me bewust te storen tijdens m’n werk begon hij te zemelen dat romans schrijven iets voor losers is, en dat het schrijven van pamfletten, politieke programma’s en pseudowetenschappelijke artikelen veel belangrijker is. ‘Schrijf die rotzooi dan, Baudet, en laat mij met rust,’ zei ik.

En ja hoor, niet veel later begon de non-fictierotzooi van Baudet de kop op te steken, en toen al kon je vrezen: die gozer zal op den duur nog eens de politiek in gaan ook. Wat volgde, hebben we ondertussen tot onze schade en schande ondervonden. Thierry Baudet werd in Heemstede geboren op 28 januari 1983, als zoon van Sjoerd Baudet, die in opdracht van het ministerie van Koloniën Oost-Indische capitulatienormen in kaart moest brengen, en Sjaan Baudet-’t Sweerd, die lingeriemodel was in Finse sauna’s.

Baudet werd beschouwd als een slim ventje en haalde ongeveer negen diploma’s, allemaal contra-maatschappelijk. Omdat hij vond dat alle bestaande partijen in Nederland bestonden uit verwerpelijke sujetten, ultradomme kinkels en homoseksuele in-de-weg-lopers, kon het niet anders of hij zou ooit z’n eigen partij oprichten, die we thans kennen als het Forum voor Democratie, waarbij Democratie door Baudet uiteraard uiterst cynisch wordt gebruikt.

Baudet vindt democratie een lachertje, net zoals hij Europa, pan-culturalisme, de toetreding van Oekraïne tot welke unie ook, het feminisme, de gelijkheid van Jan-met-de-pet en om het even wie een lachertje vindt. Wat hij niet een lachertje vindt, is nationalisme, de teloorgang van het oude continent, dictators als de Hongaarse debiel Orbán en de onafhankelijkheid van regio’s als Vlaanderen.

Het lievelingswoord van Baudet is ‘oikofobie’, maar je denkt toch zeker niet dat Baudet weet wat dit woord betekent. Niemand weet wat dit woord betekent, en dat soort woorden is derhalve het stokpaardje van idioten die totaal niet beseffen wat ze doen, wie ze zijn en hoe de hele boel in elkaar zit. Baudet is zo’n idioot met een onstuitbare pathologische drang naar vervreemding en ontworteling, wat hem ooit zuur zal opbreken. Bovendien is hij een slechte romanschrijver.