— Pas op: satire! Elke week fileert de onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans een overschat persoon uit de wereldgeschiedenis. ‘Een stilistische oefening in iemand uitschelden’, zoals hij het zelf noemt. Dat kun je grappig vinden, of niet. —
Hij werd geboren in New York op 17 augustus 1943, als zoon van Vittorio De Niro, die voor de maffia van Brooklyn boodschappen verzond naar de maffia van Staten Island middels gebruik van seinvlaggen. Z’n moeder, Koosje De Niro-Zwijnplicht, was van Nederlandse afkomst, met als gevolg dat de jonge De Niro dol was op vanillevla, poffertjes, nieuwe haring en kroketten uit de muur. Bij gebrek aan krokettenmuren in New York bouwde Koosje er zelf een in de achtertuin van de De Niro’s.
Hij volgde toneelles bij medewerkers van Lee Strasberg, de uitvinder van de method-acting, die eruit bestaat dat de acteur zich zodanig inleeft in z’n te spelen rol dat hij z’n eigen naam vergeet. Daarom zei De Niro soms tegen mensen: ‘Hallo, ik ben Pietje Puk,’ waaruit maar weer eens bleek dat hij Nederlandse voorouders had. De Niro wordt beschouwd als de beste acteur van z’n generatie, en dat is ongeveer hetzelfde als zeggen dat Jort Kelder de beste beffer is van z’n generatie, hoewel Jort aan het braken gaat iedere keer als een kut op minder dan twaalf meter van z’n bakkes verschijnt.
De Niro werkte vooral met regisseurs van Italiaanse afkomst, omdat hij dan met die pipo’s in het Siciliaanse dialect kon converseren over gehaktballen, parmezaanse kaas en vrouwen met een snor. Hij werd een paar keer in de bloemen gezet voor z’n prestaties, onder andere voor die in The Godfather Part II, waarin hij, met een poetsvod in z’n mond, wat onverstaanbare onzin uitkraamt en nu en dan met een pistool zwaait. Al zwaaide hij nu en dan met z’n lul, wat kan ons het schelen.
Voor de gesimplificeerde boksfilm Raging Bull moest hij 27 kilo aankomen, en dat deed hij door te stoppen met roken en varkensvet niet alleen met kilo’s te vreten, maar het ook op te snuiven, er z’n pens mee in te wrijven en het in z’n reet te proppen om het schijten tegen te houden.
Martin Scorsese, nog zo’n koekenbakker, is de fetisjregisseur van De Niro. Ik geloof dat ze hebben samengewerkt aan een paar films, en als ik me niet vergis zit Mean Streets daartussen, en mogelijk ook Taxi Driver en GoodFellas, allemaal stinkerds waarin De Niro een personage naar de kloten helpt dat geteisterd wordt door het leven zelve, zich ellendig voelt, iedereen haat en snauwt tegen om het even wie: ‘Ik ben Pietje Puk en ik sla je zo meteen op je smoel.’
In een slordige remake van de klassieker Cape Fear moet De Niro een jonge Juliette Lewis verleiden, en hij doet dit op de manier van Jort Kelder die z’n grootmoeder verleidt. Kortom, Juliette Lewis zou geiler worden van een halve kilo zemelen te strelen dan van de erotisch bedoelde lichaamstaal van die afgrijselijke De Niro. Tegenwoordig speelt hij vooral komische rollen, maar Jort Kelder die bovenop een wankele tafel de mop van de drie nonnen vertelt, is honderd keer komischer.