Hoe Ronaldo bijna teamgenoot van Messi bij Barça was geworden

15 jaar na het debuut van Lionel Messi bij FC Barcelona en Cristiano Ronaldo bij Manchester United blikt Jimmy Burns in de dubbelbiografie Cristiano & Leo terug op hoe het allemaal begon voor de twee beste voetballers aller tijden.

Cristiano Ronaldo en Lionel Messi

George Best noemde het het indrukwekkendste debuut dat hij ooit had gezien. In de recente geschiedenis van Manchester United waren er meer hoogtepunten geweest: Paul Scholes die de twee doelpunten scoorde waarmee United in september 1994 in de League Cup van Port Vale won, de twee doelpunten van Ruud van Nistelrooij tegen Fulham in zijn eerste volledige League-wedstrijd, in augustus 2001. Maar het debuut van de 18-jarige Cristiano Ronaldo op 16 augustus 2003 op Old Trafford in het Premier League-duel tegen Bolton Wanderers, was ongetwijfeld een wedstrijd die de meesten niet snel zouden vergeten. Een paar oudgedienden vergeleken hem met Best. ‘Er zijn de afgelopen jaren nogal wat spelers “de nieuwe George Best” genoemd, maar dit is de eerste keer dat het een compliment voor me was,’ antwoordde de legendarische speler.

In de 66ste minuut bracht trainer Alex Ferguson Ronaldo in voor Nicky Butt. De invaller maakte meteen indruk door om verdedigers heen te dartelen, rushes met de bal te ondernemen en een atletisch vermogen en een techniek te tonen waarmee hij zijn ploeg op sleeptouw nam. Zoals Best opmerkte, liet Ronaldo zien dat hij volmaakt tweebenig was; hij passeerde zijn tegenstander makkelijk en gaf zowel met links als rechts scherpe passes. ‘Wat me ook beviel aan Ronaldo tegen Bolton was hoe hij zich ondanks het harde spel staande hield. Hij stond nog niet op het veld of hij werd van achter neergeschoffeld, maar hij kwam gewoon weer overeind en ging door, hij werd er totaal niet door van de wijs gebracht,’ merkte Best op.

Ryan Giggs herinnerde zich later dat Ronaldo er in de wedstrijd tegen Bolton voor het laatste halfuur in kwam en ‘een vermoeide defensie met een briljant vertoon van snelheid en techniek helemaal zoek speelde’. Het was dat, in combinatie met het fysieke – ‘hij leek eerder 28 dan 18 jaar,’ weet Giggs nog, ‘hij was lang en sterk en had een indrukwekkend uiterlijk’ – wat telde.

Ronaldo had het legendarische shirt met nummer 7 gekregen, dat eerder onder anderen was gedragen door George Best, Eric Cantona en David Beckham. De supporters werden herinnerd aan alle drie – zijn dribbels, snelheid en schijnbewegingen (Best), zijn spelinzicht en arsenaal aan passes (Beckham), zijn aan arrogantie grenzende zelfvertrouwen en het flamboyante (Cantona). De leiding van United zag een ster in opkomst, wiens knappe uiterlijk hem in combinatie met zijn talent tot een veelbelovende marketingtool maakte, en dus een uitstekende vervanger van Beckham. Zolang Ferguson in hem geloofde.

Er waren natuurlijk nog andere trekjes zichtbaar die duidden op meer dan zomaar een vleugje narcisme, iets wat niet altijd goed valt in een stad als Manchester, maar hij maakte toch indruk. Zoals Paddy Harverson, die zijn hele leven United-supporter was en in die tijd hoofd pr bij de club, over dat optreden in de wedstrijd tegen Bolton zei: ‘Hij had dat malle kapsel met rare dingen erin, en een kleurtje, maar hij liet meteen zien dat hij een speler met durf was, eiste steeds maar weer de bal op, en elke keer dat hij werd neergelegd, kwam hij gewoon weer overeind. Hij was niet bang en de supporters waren meteen gek op hem. In heel korte tijd, een paar minuten maar, liet hij zien dat hij een echte United-speler was. Dat lukt niet iedereen.’ Die dag kreeg de nieuwe aanwinst van United een staande ovatie van de 70.000 aanwezigen op Old Trafford, maar voor hetzelfde geld had hij met een ander opkomend talent de concurrentie moeten aangaan voor de positie van vleugelspits.

Een heleboel stukjes van de ingewikkelde puzzel van de internationale transfermarkt waren in één keer op hun plek gevallen. David Beckham, Cristiano Ronaldo, Carlos Queiroz (de assistent-trainer van United stond op het punt om Vicente del Bosque op te volgen als trainer van Real Madrid), Alex Ferguson en spelersmakelaar Jorge Mendes, alsmede drie topclubs – Manchester United, Real Madrid en FC Barcelona – waren allemaal direct betrokken bij de manoeuvres en berekeningen die de jaren daarop van grote invloed zouden zijn op de voetbalbusiness.

Het is goed om hier in herinnering te brengen dat bij de lange transferbesprekingen over Ronaldo in het voorjaar en de vroege zomer van 2003, op een gegeven ook FC Barcelona betrokken was: ‘Mendes bood ons Cristiano en Nani als deel van een packagedeal, ieder 18 miljoen euro,’ vertelt Alfonso Godall, een van de leidinggevenden bij Barça. ‘We hadden toen inmiddels al Ronaldinho gekocht en hadden niet veel budget meer, maar we waren geld bij elkaar aan het brengen toen Mendes de deal met Manchester United afsloot.’ Stel je voor dat Messi en Ronaldo samen zouden spelen...

Lees het hele artikel op Blendle.