12 maart: gedempt door de pijnstillers
De zaal van de zwaarbeveiligde rechtszaal in Amsterdam-Osdorp zit vol. Het is 10.09 uur. Astrid Holleeder zegt dat ze blij is eindelijk te mogen getuigen. Toehoorders hadden vanaf diep in de nacht gewacht om erbij te kunnen zijn. Willem Holleeders zus is door de onverbiddelijke bestsellers Judas en Dagboek van een Getuige een BN’er geworden en Astrid vs Willem is een garantie voor spektakel.
De belangrijkste getuige in de zaak-Vandros heeft veertig verhoren over haar broer afgelegd en volgens haarzelf ‘altijd de waarheid’ gesproken. Nu getuigt ze voor het eerst in de rechtszaal die De Bunker wordt genoemd. Ze heeft een ontsteking aan haar schouder. Dat komt goed uit. Ze wordt ‘gedempt door de pijnstillers, dus dat is wel prettig’.
Een van de rechters: ‘Wat was voor u de voornaamste reden te gaan verklaren?’ Haar stem klinkt breekbaar als ze zegt: ‘Heel veel redenen, maar vooral het bedreigen van mijn zus en mijn nichtje door hem. Het gaat steeds maar door. Het is iets dat in hem zit. Hij leert niet van straffen. Het was niet meer te doen.’ Haar broer staat terecht voor vijf liquidaties, waaronder die op zijn beste vriend en zwager Cor van Hout.
Volgens Astrid had hij ‘nog zoveel meer plannen’. Dat moest gewoon een keertje ophouden en daarom is ze opnameapparatuur gaan dragen om haar broer voorgoed achter de tralies te krijgen. Huilend: ‘Verraden worden door je eigen familie is niet niks. Ik vind het heel erg. Als je het hebt over verraad, dit is het ultieme verraad. Ik had liever dat een ander het had gedaan. Ik kan er niet mee leven, vind het heel moeilijk. Ik begrijp dat mensen het niet snappen, maar ik houd nog steeds van hem.’
Er volgen nog veel meer van dit soort passages en Astrid kondigt meteen maar aan zeer binnenkort ‘de genadeklap’ te gaan uitdelen. Ze moest door alle bedreigingen twee keer verhuizen en vond hééél toevallig zestien geluidsopnames die ze nog niet bij de rechtbank had ingeleverd. De komende dagen en weken zullen die een voor een worden afgespeeld en op minstens één tape staat volgens haar het onweerlegbare bewijs dat Willem een moordenaar is.
23 maart: ik zit hier voor gerechtigheid
Een meisje in een rolstoel zit vanaf 04.00 uur in de ochtend in de rij. Ze hoopt dat de bij de verhuizing gevonden gesprekken van Astrid met haar broer vanmiddag zullen worden afgespeeld. Anderen stellen zich dezelfde vraag. De tapes. Wat staat er op de tapes? Rechtbankvoorzitter Wieland zegt: ‘Kan het luik naar de getuigenbox open?’ Vlak erna: ‘Goedemorgen mevrouw, u bent Astrid Holleeder. We hebben u vorige week gezien. U staat nog onder ede. U heeft belooft de waarheid en niets dan de waarheid te spreken.’
Op een tv-scherm verschijnt een schriftelijke verklaring van Sonja Holleeder, Willems tweede zus. Haar broer heeft zijn bril in zijn hand en zwaait daarmee. Dat betekent meestal dat hij nerveus is of boos begint te worden. Hij knippert met zijn ogen. Het onderwerp komt op Cors broer Ad, die een paar weken eerder een interview had gegeven waarin hij zei dat de Holleeders de familie Van Hout in de steek hebben gelaten na de moord op Cor. Hij had niet eens geld om zijn moeder te begraven en hij uitte nog meer beschuldigingen. Astrid noemt hem een leugenaar. Hij aasde volgens haar op Cors erfenis en zegt: ‘Kom niet met Adje van Hout aan. Die kan nog niet tot tien tellen. Dit is nou die slangenkuil waarin ik leef. Ik verdenk ze er ook van dat ze in het spelletje met mijn broer zitten. Als ik Adje zie, dan geef ik hem een draai om zijn oren. Al die mensen die om de erfenis heen draaiden. Als je voor geld uit die erfenis je eigen broer verraadt... Ik zit hier niet om mijn broer te verraden voor geld, hè? Ik zit hier voor gerechtigheid!’
De meeste mensen op de publieke tribune lachen. Zo kennen we Astrid en zo zien we haar graag. Willem lacht sarcastisch en hij speelt weer met zijn bril. Ook hij kent zijn zus zo. De tapes komen vandaag niet aan bod. Daardoor blijft de vraag: heeft Astrid inderdaad het bewijs in handen waardoor haar broer levenslang zal krijgen? En wanneer gaat ze dat openbaar maken?
9 april: de schoenen van Peter R.
Peter R. de Vries zal vandaag voor het eerst getuigen. Er staan maar een paar toehoorders bij de hekken in de miezerregen en allemaal komen ze met groot gemak binnen. De misdaadverslaggever wordt bij het detectiepoortje vriendelijk doch dringend gevraagd om net als gewone mensen zijn schoenen uit te doen. Dat weigert hij en hij gaat weg. De zaal wordt ontruimd. Holleeder zegt tegen misdaadverslaggevers John van den Heuvel van De Telegraaf en Paul Vugts van Het Parool: ‘Zeg, hebben jullie wel je schoenen uit?’
Op social media wordt Schoenengate binnen de kortste keren als het definitieve bewijs gezien dat De Vries ‘een aansteller is die zeker denkt dat hij boven de wet staat’, zoals de journalist het zelf zal omschrijven. Dat is volgens hem een ‘karikatuur van de werkelijkheid’. De Vries is al veertig jaar misdaadjournalist en geen slechte ook. In al die jaren deed hij keer op keer ‘zonder morren’ zijn riem af en legde hij zijn schoenen keurig op de loopband. Dit keer deed hij dat niet en daar heeft hij ook een reden voor. Tegen een verslaggeefster van de Volkskrant: ‘Ik kom hier op hun verzoek. Ik ben journalist en getuige, waarom word ik dan behandeld alsof ik de verdachte ben?’
De zitting gaat een stuk later dan gepland toch van start. De Vries zegt dat Willem Holleeder op 25 april 2013 in motorkleding en met een helm voor de deur van zijn huis stond. Hij was woest omdat hij geen geld had gekregen voor de Amerikaanse verfilming van De Ontvoering van Freddy Heineken. De Vries zei dat Holleeder normaal moest doen. Holleeder zei: ‘Moet ik het nu afmaken, wil je dat ik het nu doe?’ De Vries is de afgelopen decennia ontelbare kleren ernstig bedreigd, maar op dat moment had hij ‘echt het idee: over dertig seconden lig ik hier op de grond voor mijn leven te vechten’.
De meeste mensen die door Holleeder zijn bedreigd, kunnen het volgens hem niet meer navertellen. Toch deed De Vries ‘terstond’ aangifte. Een jaar hoorde hij helemaal niets over zijn aangifte en toen is hij zelf maar gaan informeren hoe het ervoor stond. Er speelden nog veel meer dingen en daarom was hij zo geërgerd toen hij in de rechtbank ‘op onaangename wijze’ werd verzocht zijn schoenen uit te trekken.
18 mei: de bekentenis?
Rechtbankvoorzitter Wieland om iets over tienen: ‘De zitting wordt hervat, u bent weer mooi op tijd.’ Ook vandaag is het aanzienlijk rustiger dan op eerdere zittingen. Hoe langer de zaak-Vandros duurt, hoe meer het een gewone, bij vlagen stroperig verlopende zaak wordt.
Astrid Holleeder zorgt er gelukkig altijd voor dat het nooit lang saai blijft. Ze spreekt in oneliners en kiest vrijwel continu de aanval. Dit keer zegt ze onder meer: ‘Ik heb een mantra in mijn hoofd. Eén schot door zijn schedel, drie in zijn hartstreek. Gewoon lek, weet je wel. Dat is gewoon de bloody limit. Het is fokking je beste vriend geweest.’ Wieland: ‘U bedoelt Cor?’ Astrid begint te huilen. ‘Ja, als ik het sectierapport lees, en dan zeg ik niet dat Cor zo fantastisch was, maar ik vind het gewoon zo laf om op het motortje te komen aanrijden en dan... Ik vind dat zó laf, ik vind dat helemaal niks. Dat is gewoon een grens waar je overheen gaat, met zoveel geweld. Je moet je voorstellen wat er gebeurt als dit iemand overkomt die je goed kent. Ik heb een verknipt wereldbeeld. Ik weet niet wat normaal is, maar ik weet wel dat dit niet normaal is. Waarom zou je dit doen?’
De officier van justitie kondigt eindelijk aan de bij de verhuizing gevonden opnames te willen bespreken. Er wordt een slecht verstaanbaar fragment afgespeeld. Willem lijkt op de tape te zeggen dat hij bang is dat Dino S. over hem gaat praten. Volgens Astrid doet haar broer hier een verkapte bekentenis. De officier van justitie zegt: ‘Zo komt het op mij wel over, ja.’ Holleeder mompelt: ‘Dit is echt schandalig.’ De meeste mensen in de zaal zijn een beetje teleurgesteld en bijna niemand ziet het als de ultieme bekentenis.
29 mei: Jordaan-cabaret
Rechtbankvoorzitter Wieland tegen Willem Holleeder: ‘Hoe is uw dag begonnen?’ Hij is zestig geworden en zegt: ‘Rustig, maar ik heb nu bezoek.’ Gelach op de publieke tribune. Vlak voor de middagpauze probeert Astrid opnieuw de beloofde genadeklap uit te delen. Er worden drie geluidsfragmenten behandeld. Op een ervan zegt Willem tegen Astrid over hun zus Sonja: ‘Vieze hoer. Ik ben het zat. Dit is de grootste hondenstreek die je kunt maken. Zal je zien. Ze krijgt echt verdriet, vieze hoer. Zij wou ook dat Cor eraan ging, zij wou het ook. Als ik ga, gaat zij mee.’ Op een eerdere zitting moest Astrid huilen toen ze over deze opname sprak en ze zei: ‘Mijn broer weet nu gewoon dat het klaar is.’
Nu zegt Astrid: ‘Met deze zin beschuldigt hij zichzelf en Sonja. Maar tegelijkertijd bekent hij daarmee de moord op Cor van Hout.’ Het is stil in de rechtszaal. Holleeder speelt met zijn bril. Astrids stem breekt. ‘Het is krankzinnig dat je zulke gesprekken moet voeren. Ik heb met hem gesprekken gehad over het doodschieten van mijn zusje. Wat voor leven heb ik eigenlijk?’ Holleeder reageert met: ‘Astrid is advocaat en die houdt hier een pleidooi, zo is ze.’ Dat pleidooi zit volgens hem vol leugens en hij herhaalt: ‘Ik heb geen opdrachten gegeven voor liquidaties en ik heb ook vaak gezegd dat ik Cor niet heb laten vermoorden. Waar zijn díe opnames?’ De officier: ‘U denkt dat die er zijn?’
Holleeder: ‘U denkt dat er niets meer komt? We hebben al eerder gevraagd huiszoekingen te doen bij Astrid, zodat we alle opnames nu eens kunnen hebben.’ Holleeder blijft ontkennen iets te maken te hebben met de liquidatie op Van Hout. ‘Mensen liegen. Dat gebeurt. Astrid speelt hier nu ook weer een spelletje en dat doet ze best goed. Het is net het Jordaan-cabaret met op zijn tijd een traantje. Ze heeft ook op een andere manier geprobeerd me weg te krijgen.’ Hij kijkt naar de getuigenbox. ‘Je heb gewoon geprobeerd me te laten liquideren, mafkees!’
De voorzitter vraagt hoe dat dan is gegaan. Holleeder: ‘Ik zit hier voor mezelf, dus dat zeg ik niet. Ik ben vandaag zestig geworden en ik heb nog nooit iemand verraaien. Zij is gemener als de zee diep is. Zij is een heel gevaarlijk meissie!’ Astrid countert met: ‘Die paranoïde gedachten! Ik heb hem nooit willen laten liquideren. Had ik het maar gedaan! Maar dan had ik het zelf gedaan, want ik ben niet zoals hij. Echt Wim, ik vind het heel erg voor jou, maar jij moet gewoon opgeruimd worden. Je spoort gewoon niet!’
De laatste zittingen voor het reces en het vervolg
Astrid Holleeder stond op 28 juni voor de zesde keer in de ring tegen haar broer. Ze vertelde de drie rechters dat er nooit iets bij de verdachte zal verbeteren en dat hij voor altijd achter de tralies moet blijven. Willem reageerde met: ‘Ze is een fantast, een leugenaar en een parasiet!’ Op de publieke tribune werd gegniffeld. Rechtbankvoorzitter Wieland zei: ‘De stemming stijgt, maar het peil daalt.’