'Levenslange gevangenisstraffen passen niet in een beschaafde samenleving'

Sander Janssen, de advocaat van Willem Holleeder, gaat in een interview in het kerstnummer van Nieuwe Revu in op de straf die zijn cliënt heeft gekregen: levenslang. Hij pleit voor meer ethiek in rechtspraak en politiek.

Sander Janssen

In augustus zei u in Jinek dat ‘de verharding in de maatschappij ook de rechterlijke macht heeft bereikt’. U was in de uitzending nadat u samen met collega Robert Malewicz een zogenaamde appelmemorie heeft geschreven, waarin u stelt dat ‘rechters doen wat burgers zouden doen’, doelend op het geven van zware straffen. In de uitzending zei u ook dat ‘de argumenten die een advocaat ter zitting aandraagt, er minder toe doen’. Daar zegt u nogal wat.
‘Het is nogal een heet hangijzer. Vooropgesteld: het overgrote deel van de rechters in Nederland doet fantastisch werk en onze rechtspraak behoort tot de beste van de wereld, maar ik heb wel de indruk dat na jaren en jaren gebasht te zijn door de samenleving – het zijn allemaal “softe D66-rechters”, tot de blokkeerfriezen een taakstraf krijgen natuurlijk, dan is het allemaal weer anders – dat er langzaam maar zeker een verharding in de rechterlijke macht heeft plaatsgehad. Het lijkt vaker alsof rechters al een beeld hebben gevormd op basis van het dossier dat ze van de politie krijgen, en dat de bereidheid om dat beeld los te laten naar aanleiding van wat een verdachte of de advocaat naar voren brengen minder is geworden. Dat heb ik bij de zaak-Holleeder naar mijn overtuiging ook gehad; de rechters zijn zo overtuigd geraakt van de getuigen-Holleeder, dat er geen ruimte meer is geweest voor de suggestie dat ze het misschien tóch niet goed zouden kunnen zien.’

Heeft Holleeder levenslang gekregen omdat het volk dat wil, en de rechter daarnaar luistert?
‘Nee, zo kort door de bocht is het natuurlijk niet, maar ik heb wel het gevoel dat de rechtsprekende macht en burgers de afgelopen jaren dichter bij elkaar zijn komen te staan. Dat een rechter meer de behoefte heeft om harder te straffen, zoals een burger dat ook zou doen. Aan de ene kant is dat misschien een ontwikkeling die wenselijk wordt gevonden, want een te grote afstand tot de burger is niet goed. Aan de andere kant: dat een rechterlijke uitspraak zo hoog aangeschreven staat, en iedereen zich erbij neerlegt, bestaat bij de gratie van het feit dat de rechter het béter doet dan de burger.’

Waarom zou een rechter dichtbij de burger moeten staan?
‘Dat zeggen burgers dan, en politici en inmiddels rechters zelf ook wel, maar ik vind van niet. Een rechter trekt niet voor niks zo’n zwarte jurk aan. Dat is om duidelijk te maken: hier zit geen burger, maar een instantie, een autoriteit. Maar dat moet je wel waarmaken, door oog te blijven houden voor alle belangen, door open te staan voor andere mogelijkheden dan wat één procespartij aandraagt, door uit te leggen waarom je op een bepaalde manier vonnist.’

Het komt een beetje over alsof u geen hoge pet van de rechterlijke macht heeft.
‘Dat is helemaal niet zo, dat wil ik echt benadrukken. Het over-, overgrote deel van de rechters wil het gewoon goed doen. Die willen recht doen, die zitten er volstrekt integer in. Maar het voelt, en dat wordt breed gedragen onder collega’s, dat een rechter vaker dan voorheen uitstraalt dat je zijn tijd zit te verdoen.’

U heeft zich ook uitgesproken tegen de toename van levenslange gevangenisstraffen.
‘Ik vind levenslang erg. Ik vind eigenlijk dat we dat als beschaafde samenleving niet zouden moeten doen. Het perspectief dat helemaal wordt weggehaald bij iemand vind ik heel heftig om te zien. Als je je probeert in te leven in wat het betekent dat je rond je dertigste te horen krijgt dat je voor de rest van je leven binnen moet zitten... Het gaat om hele ernstige strafbare feiten, en ik snap dat het vanuit de slachtofferkant de enige straf is die zij acceptabel vinden, maar dan nog vind ik dat je als samenleving moet zeggen dat we de deur niet zo gaan dichtgooien. Ik vind dat je dat niet kunt doen, het gaat te ver.’

U spreekt de samenleving aan op moraliteit. Is dat iets dat de politiek moet oppakken?
‘De bereidheid bij de meeste politieke partijen om daar op een wat meer ethisch niveau over na te denken en verder te luisteren dan naar de roep uit de samenleving, is uitermate beperkt. En het doet het ook lekkerder, om te roepen dat mensen keihard gestraft moeten worden. Lekker hardlinen, superfijn.’

Lees het hele interview in Nieuwe Revu 51/52.

Interview
  • Mark van der Zouw