Vriendin W. belt. ‘Ha schat,’ zeg ik. Ze beantwoordt mijn groet met gekreun. ‘Oh Marith, ik heb zóiets doms gedaan.’ Ik ga rustig verder met het opvouwen van mijn was. ‘Iets doms’ kan van alles betekenen, dus er is geen reden voor paniek. Waarschijnlijk is ze vergeten waar ze haar fiets op slot heeft gezet – zoals zo vaak.
Ik vraag wat er aan de hand is. Grote kreun. W. vertelt dat ze zojuist een soa-test heeft gedaan, bij de GGD. De reden: twee weken geleden had ze nogal ‘een wild weekend’. Ze belandde in bed met twee kerels, en drie vrouwen. De seks was fantastisch. So far, so good. Ze schraapt haar keel. Het probleem: in het heetst van de strijd werden de condooms achterwege gelaten. ‘En sinds die avond ben ik hartstikke ziek.’ Ik begrijp ineens welke kant dit gesprek op gaat. ‘Ik vroeg net aan mijn arts of de symptomen van hiv nu al merkbaar kunnen zijn. Hij antwoordde dat ik acute aids kon hebben, of zoiets.’
Ik weet niet wat ik daarop moet zeggen. ‘Oh nee. Dan is mijn leven óver,’ jammert W. Ik steek haar een hart onder de riem, wens haar veel sterkte en hang op met het gevoel dat het vast wel los zal lopen. Toch laat haar verhaal me, de daaropvolgende week, niet los. Hoe zit het tegenwoordig eigenlijk met hiv; ís je leven werkelijk over als je geïnfecteerd bent met het virus?
Pauline Moret (43), medeorganisator van de Wereld Aids Conferentie, weet daar alles van. Zij is sinds 2006 hiv-positief. Ze werkt mee aan Positively Dutch Campagne en staat met haar gezicht op de poster. Het doel: laten zien hoe divers de Nederlandse hiv-community is en taboes doorbreken. Ik neem contact met haar op, en vertel over W. Ze zucht. ‘Acute aids bestaat niet. Een acute hivinfectie wél.’
Er zijn zoveel misverstanden en vooroordelen waar het hiv betreft, weet zij. Ik zeg niks, in de hoop dat ze me zal uitleggen wat het verschil tussen een hiv-infectie en aids nou precies is. Gelukkig doet Pauline dat. ‘Hiv tast ons afweersysteem aan,’ legt ze uit. ‘Ben je geïnfecteerd en laat je je niet behandelen, dan kan je aids krijgen, uiteindelijk.’ Aids is dus het laatste stadium van een hiv-infectie.
Paulines wereld stortte in toen ze in 2006 hoorde dat ze geïnfecteerd was met het hiv-virus. ‘Veel mensen gaan ervan uit dat ik er een wild seksleven op nahield. Dat is zo’n typisch vooroordeel.’ Ze raakte geïnfecteerd door onveilige seks met haar ex. Haar nieuwe vriend wilde niet dat Pauline haar familie en vrienden inlichtte. Hij schaamde zich. Dus zweeg ze. Net als veel van haar lotgenoten. ‘Hiv is een enorm taboe,’ zegt ze. ‘Maar dit geheim dagelijks met je meedragen is loodzwaar.’
Pauline hield een half jaar haar mond, puur voor haar geliefde. Toen was ze er klaar mee. Ze verbrak de relatie en vertelde haar vrienden en familie dat ze hiv-positief was. Ze werd van alle kanten gesteund. Langzaam maar zeker wende ze aan het idee dat ze hiv-positief was. ‘Leven met hiv viel me in de praktijk alles mee.’
Net als veel Nederlanders had ze allerlei vooroordelen. ‘Maar weet je dat hiv helemaal niet meer overdraagbaar is, als je de juiste medicatie slikt?’ Pauline kan dus gewoon seks hebben zonder condoom, of een kind baren, zonder het virus te verspreiden. ‘Het probleem is dat bijna niemand dit weet.’
Toch wordt hiv nog steeds gezien als erg ‘besmettelijk’. Een woord dat Pauline haat. ‘Want het klinkt zo vies,’ zegt ze. ‘Weet dit: je kan beter onveilige seks hebben met iemand die wéét dat hij of zij hiv heeft en hiervoor behandeld wordt, dan doen zoals jouw vriendin: het bed delen met mannen of vrouwen die mogelijk geïnfecteerd zijn.’ Op de vraag of haar leven erg is veranderd sinds 2006 antwoordt ze ontkennend. ‘Ik kan alles dat ik zonder hiv ook had gekund.’ Pauline sport veel en eet gezond. ‘Hiv is al lang het probleem niet meer, het taboe is het probleem.’
Pauline is single en ziet altijd als een berg op tegen het ‘vertelmoment’. De reacties verschillen, maar één ding is altijd hetzelfde: de onwetendheid van mensen als het hiv betreft. ‘Het is vermoeiend steeds in de rol van voorlichter te moeten kruipen, maar omdat het belangrijk is, doe ik het.’
Ik bel W. in de hoop haar een beetje gerust te stellen. Zelfs áls ze geïnfecteerd is met het hiv-virus, is haar leven verre van over. Ze neemt op en valt meteen met de deur in huis: ze heeft geen acute hiv-infectie. Wel chlamydia en gonorroe.