'Ajax kan alleen maar dromen van PSV'

Columnist Özcan Akyol denkt dat het misplaatste superioriteitsgevoel van Ajax de basis vormt voor de meeste teleurstellingen, verwachtingen en discussies.

Özcan Akyol

Hoewel PSV afgelopen seizoen kampioen werd, presteerde Ajax het wederom om alle aandacht af te snoepen van degenen om wie het werkelijk zou moeten gaan. De Amsterdammers snappen namelijk niets van de gemiste titel, vechten onderlinge stammenstrijden op sociale media uit en lijken massaal te azen op het hoofd van de trainer.

Los van deze ellende bestaat ook nog de angst dat veel (top)talenten, geïndoctrineerd door hun zaakwaarnemers, vroegtijdig het nest zullen verlaten om elders te verpieteren op de reservebank. Het zorgt al met al voor een naargeestig sfeertje in de hoofdstad, dat zich elke dag weer verspreidt over de rest van het land, zodat leedvermaak en minachting vanzelf ontstaan. En dan vragen zij zich in Amsterdam af waarom iedereen zo lelijk over hen doet.

Misschien heeft het te maken met dat totaal misplaatste superioriteitsgevoel dat de basis vormt voor de meeste teleurstellingen, verwachtingen en discussies. Een voorbeeld: bij Ajax denken ze elk jaar wel dat ze een sterrenensemble in de dop hebben opgeleid, maar veel voormalige vedettes, zoals Davy Klaassen, Riechedly Bazoer en Kenny Tete zijn min of meer in het buitenland mislukt, of kunnen voorlopig althans niet aan de verwachtingen voldoen die meteen na hun debuut op het hoofdpodium de wereld in werden geslingerd.

Wat ook herhaaldelijk aan de Amsterdammers opvalt, eigenlijk bij elk nieuw conflict of iedere mediarel, is het enorme gebrek aan geduld en relativering. Dat Erik ten Hag zich als een onaangepaste flapuit gedraagt, staat helemaal buiten kijf, maar de beste man moest halverwege het seizoen instappen – om aan de slag te gaan met een selectie die hij niet zelf heeft samengesteld – terwijl de club op organisatorisch niveau in brand stond.

De hysterie rond zijn optredens doet denken aan hoe men reageerde op de eerste weken van Peter Bosz, die eigenzinnig bleef volharden in zijn eigen opvattingen, hoewel hij door de achterban werd afgeschreven en uitgelachen. Toen de ploeg lekker ging draaien en de prestaties tot een finale in de Europa League leidden, draaide het sentiment volledig om en ontstond er zelfs verdriet en geweeklaag toen de trainer naar Dortmund ging.

Maar wat de rest van Nederland misschien nog wel het meeste steekt, is de suggestie dat Ajax nog steeds als de beste club van Nederland moet worden aangemerkt. Ze zijn weliswaar de grootste qua aanhang en hebben de dikste portemonnee, maar in de laatste vier jaar werd PSV drie keer kampioen. De Eindhovenaren kopen veel slimmer in en hebben het op bestuurlijk niveau een stuk professioneler aangepakt. Daar kan Ajax alleen maar van dromen.

Als de Amsterdammers aan zelfreflectie deden, zouden ze moeten weten dat nederigheid op dit moment het beste bij de club past. In plaats van iedere dag verongelijkt in de media te krijsen en te jammeren, bestaat ook de optie om te berusten in een compleet verziekte mentaliteit, die is ingegeven door te parasiteren op successen uit het verleden. Het nieuwe seizoen zou ook een startpunt kunnen vormen voor een cultuuromslag. Maar dan moet er eerst wel enige vorm van realiteitszin ontstaan.