Veronderstel dat er in een onooglijk dorpje, bijvoorbeeld Spijkenisse, een toneelvereniging is, en de amateur-acteurs zijn naast de plaatselijke slager, de postbode, de cassière bij de Hema, oma Sjaan en de boswachter, een werkloze alcoholist die het IQ heeft van een kolenkit en het mimische talent van iemand die vastzit in een blok ijs. Nou, die stinkende eikel krijgt af en toe een rolletje, hetzij als potplant, hetzij als lantaarnpaal, hetzij als zwijgende soldaat in het leger van de prins, overigens telkens een rol waarbij hij kwijlt, omvalt, aan zn ballen krabt, of in zn broek schijt, welnu, dan is de kans groot dat, als het doek is gevallen, het publiek over die nutteloze dronkaard zegt: Hij acteerde als Barry Atsma.
Pas op: satire! Elke week fileert de onderschatte Vlaamse schrijver Herman Brusselmans een overschat persoon uit de wereldgeschiedenis. Een stilistische oefening in iemand uitschelden, zoals hij het zelf noemt. Dat kun je grappig vinden, of niet. Illustratie: Steve Nestorovski.
Deze Atsma kwam ter wereld in Engeland, omdat zn ouders vele landen bewoonden, als gevolg van het beroep van Barrys vader, Sjoerd Atsma, die handelsvertegenwoordiger was in de zeemvellen-branche. Hij verkocht zeemvellen van Groot-Brittannië tot Australië, van de Seychellen tot IJsland, en van Kroatië tot Gambia, waar de kopers zn zeemvellen gebruikten als lendendoeken en condooms voor vrouwen.
Enfin, de jonge Atsma dacht geheel ten onrechte dat hij een geboren acteur was, en als je zoiets in Nederland geheel ten onrechte denkt, is de kans groot dat je de ene na de andere hoofdrol in de schoot geworpen krijgt, zowel in het theater als in tv-series en films. De theaterstukken en de tvrommel die Atsma mede naar de kloten geholpen heeft, zijn al lang niet meer te tellen.
Er was de draak Rozengeur & Wodka Lime, de rotzooi Voetbalvrouwen, de van de pot gerukte kostuumfilm Michiel de Ruyter en natuurlijk de complete ramp Komt Een Vrouw Bij De Dokter. Het boek van Kluun was niet echt een kutboek, maar de verfilming ervan kan gerekend worden tot de verschrikkelijkste Nederlandse rampen van na de watersnood in 1953.
Hoe Carice van Houten, die de vrouwelijke hoofdrol speelt, zon minkukel als Atsma naast zich heeft geduld als het mannelijke hoofdpersonage Stijn, het is een raadsel zo gigantisch van omvang als de zelfoverschatting van Jort Kelder. Vooral de overspelige vrijscènes van Atsma met Anna Drijver zijn om je kreupel te lachen. Het lijkt wel of Atsma nooit eerder een naakte vrouw van dichtbij heeft gezien, en haar behandelt als was ze een etalagepop op een spijkerbed.
Gisteren heb ik nog eens terloops een klein stukje gekeken van Mannenharten 2, ook in de top vijf der verschrikkelijkste Nederlandse rampen, en Atsma acteert naar aloud gebruik als een zuiplap die aan zn ballen staat te krabben en de boel onderkwijlt terwijl hij een potplant vertolkt. Tjonge, wat is die gozer een bar slechte acteur.