Het beklaagdenbankje: 'Meneer is een gevaar voor de veiligheid'

Iedere week wonen journalist Martijn Neggers en illustrator Jeroen de Leijer in de rechtbank een zitting bij waarin gewo...

Iedere week wonen journalist Martijn Neggers en illustrator Jeroen de Leijer in de rechtbank een zitting bij waarin gewone mensen ter ­verantwoording worden geroepen. Geen zaken die breed worden uitgemeten in de media, maar huis-tuin-en-keukenleed. Deze week: meneer Van der H., die onder meer verdacht wordt van bedreigingen en stalking.

Illustratie Jeroen de Leijer

‘Mevrouw de politierechter,’ begint de officier van justitie kordaat. Hij praat alsof hij zich oprecht een beetje boos maakt om meneer Van der H., die een paar minuten geleden door de politie is binnengebracht, via een speciaal voor in bewaring gestelde verdachten gemaakte zijingang van de rechtszaal.

Ferm gaat hij verder. ‘Meneer Van der H. wordt verdacht van diverse strafbare feiten. Het eerste feit betreft bedreiging, waarbij hij tegen een van de medewerkers van zijn huisarts gezegd zou hebben: “Als het zover komt dat ik zelf kapot ga, dan neem ik jouw collega mee, en die woont op de...” en dan noemt hij ook nog het adres van de persoon in kwestie. Van der H. zegt vervolgens dat hij begint door te draaien, en dat hij op het punt begint te komen dat hij die man een keer in de avond te grazen gaat nemen. Dat zijn bedreigende woorden en daarvoor vind ik dat hij vervolgd moet worden. Daarnaast heeft hij opzettelijk een smaadschrift op Facebook gezet. Hij schreef dat de huisarts meineed zou hebben gepleegd. En dan is er nog de stalking van de huisartsenpost, door regelmatig te bellen en de lijn bezet te houden met dreigend taalgebruik. Daarnaast zou hij nog een opsporingsambtenaar hebben uitgescholden, door over hem en zijn collega’s te zeggen dat ze allemaal f likkers, kankerlijers en hoerenkinderen zijn, en dat soort beledigende woorden. Dat zijn de feiten waarvan hij in elk geval verdacht wordt.’

Kruisboog

Even is de officier stil. Dan beseft hij dat hij iets vergeten is. ‘Ja, en dan is het natuurlijk ook nog eens in een proeftijd gebeurd. En er is een nieuw strafbaar feit gepleegd bij de reclassering, ook nog eens, waarbij hij iemand met de dood bedreigd zou hebben. Ik wil dan ook dat er een nader psychiatrisch onderzoek plaats zal vinden met meneer Van der H., en dat hij langer vastgehouden wordt – gelet op de verdenking van de strafbare feiten, en ook omdat hij een gevaar is voor anderen. U heeft ook gezien dat meneer thuis daadwerkelijk een hoeveelheid handwapens heeft.’

Hij pauzeert even. ‘Een kruisboog. Wat messen.

Een machete. En hij is ook naar Tsjechië geweest, vorige week, om met zware vuurwapens te vechten, en heeft dat ook op Facebook gezet. Meneer is een gevaar voor de veiligheid.’

De rechter neemt een slok van haar koffie. De advocaat van meneer Van der H. rommelt een keer door haar papieren. Even is het stil. Iedereen laat het wat warrige verhaal van de officier even op zich inwerken. ‘Ik hoor de officier zeggen dat hij wil dat u onderzocht wordt door een psychiater. Zou u daaraan mee willen werken?’ vraagt de rechter.

‘Volgens mij is er al onderzoek gedaan door een psycholoog. Die zei al dat ik geen psychologisch probleem heb.’

‘Ja, maar een psychiater. Dat is iets anders. Zou u daaraan mee willen werken?’

‘Dat moet ik effe overleggen.’

Stalking

De advocaat van meneer Van der H. verdedigt fel en enthousiast, alsof het een van haar eerste zaken is. Ze wil dat de zaak vandaag afgedaan wordt, en dat er geen nader onderzoek plaatsvindt. ‘Want,’ zegt ze, ‘we hebben het vandaag over niet heel erg ingewikkelde feiten. Een bedreiging, een belediging, een smaadschrift – laten we daar niet te flauw over doen: dat klinkt zwaar, maar dat gaat over een berichtje dat op Facebook is geplaatst – en een vereniging van stalkingen. Niet eens zo ingewikkeld, alleen wat telefoontjes naar de huisartsenpraktijk. En is dat dan stalking? De cliënt heeft er ook gewoon belang bij dat de zaak wordt afgedaan. Hij zit immers op het moment in voorlopige hechtenis voor deze zaak. Hoelang gaat zo’n onderzoek wel niet duren? De omvang van de zaak valt wel mee, en de feiten dus eigenlijk ook. Dus ik vraag u om de zaak gewoon af te doen. Het wordt allemaal wel heel erg zwaar aangezet door het OM. We weten allemaal dat een bericht, bij het plaatsen op Facebook, de vrijheid van meningsuiting is. En als iemand echt te goeder trouw is, en dat écht vindt, tja, dan is er ook weer niet zoveel aan de hand. En ja, dat schieten in Tsjechië op Facebook. Dat klinkt heel ernstig. Wat de cliënt heeft gedaan, is niet meer dan op vakantie gaan met een vriend, naar Tsjechië, waar hij allerlei toeristische uitstapjes heeft gemaakt, waaronder het schieten met wapens. Dat doen heel veel mensen, op vakantie, of in Nederland. Ik ook, in Nederland. Met mijn studievereniging. De cliënt heeft gewoon vakantie gevierd en zijn kiekjes op Facebook gezet. Het is gewoon een heel onschuldige activiteit.’

Paranoïde

De officier lijkt zichtbaar gefrustreerd te zijn door de laconieke verdediging van de advocate. Hij moppert nog wat warrige dingen als ‘psychische schade’, ‘gevaar voor de maatschappij’ en ‘herhaaldelijke bedreigingen’. De rechter lijkt het ondanks zijn betoog met hem eens te zijn, maar hij wil tóch nog een keer een extra punt maken. ‘Én! Ik lees toch in de rapporten van de psycholoog dat deze meneer lijdt aan psychische stoornissen. En ik heb ook gelezen dat hij angstige spanningen heeft, en een gebrekkige ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Paranoïde en antisociaal. En als ik ook nog eens lees dat meneer bij de nabespreking dingen zegt als “Als ik nou nog een groter strafblad moet krijgen, dan ga ik dat verdienen ook”, dan vind ik dat er meer moet gebeuren dan een enkele straf. Deze man moet nader onderzocht worden.’

De rechter is het met de officier eens. De onschuldige vakantiekiekjes ten spijt: wat de studievereniging van de advocate er ook over denkt, meneer Van der H. blijft langer vastzitten, in afwachting van een psychiatrisch onderzoek.