DJ Dano was in de jaren negentig een van de bekendste djs van de wereld. De koning van de gabber. Maar met het succes kwam ook de angst. Op de top van zijn roem durfde hij soms het podium niet op en verstopte zich op de parkeerplaats. Hij jaagde zijn fortuin erdoor aan drank, cocaïne, vakanties en hoeren. In Wat de fok, ouwe vertelt Dano voor het eerst zijn verhaal.
Tekst: Arne van Terphoven
Met zijn vriend Wim rijdt Dano naar een optreden in de Peppermill in Heerlen. Wims auto is een Renault C15 (Dano: Zon pausmobiel), een wagen met een grote achterbak waar een rolstoel rechtop in kan staan. Ineens merkt Wim dat Danos haar in de fik staat. Het wordt snel gedoofd, maar hij weet niet hoe het überhaupt vlam vatte. Waarschijnlijk door het aansteken van een sigaret. Even later staat het duo in de club, Dano moet bijna beginnen.
Wim: Ik zag hem nergens. Hele club door gelopen. Niks. Toen ben ik naar de auto gegaan en daar lag hij, naast de auto op de grond. Ik zeg: Je moet optreden man, ze wachten op je! Maar hij zegt Het wordt niks, we gaan naar huis. Wat doe je hier man, je moet naar binnen, ouwe! Nee, ik wil naar huis, ik ben er helemaal klaar mee. Zijn we dat hele tyfuseind vanuit Heerlen teruggereden. In dezelfde periode moet Miles Stutterheim (de broer van ID&T-baas Duncan, red.) Dano vlak voor showtime uit zijn auto sleuren, bij een groot evenement. Dano: Ik dacht: kut, ik kan niet meer draaien. Wat doe ik hier? Ik wilde even tien minuten slapen in de auto. Ik zei tegen mezelf dat dat zou werken. Maar ik was helemaal hyper van de coke. Dan maak je jezelf alleen nog maar gekker. Ineens stond Miles op mijn raampje te kloppen. Je moet op! Als een half lijk, dead man walking, ging ik achter hem aan. Na een stuk of drie platen ging het dan wel weer.
Te wappie
De onzekerheid is moeilijk te begrijpen van iemand die al jaren dag in dag uit voor duizenden mensen optreedt. Ik was te onzeker. Het ging niet. Tevreden over mijn set was ik nooit. Ik moest dan echt goed analyseren en mijn best doen om complimenten te geloven. Wim: Als hij dan te wappie was, klapte hij dicht. En wappie is Dano onafgebroken. Zijn hele werkomgeving de studio, de feesten en festivals, zijn entourage is er op ingericht. Dano: Losgaan, losgaan, losgaan. Dov (The Prophet, red) niet zo, al gebruikte hij bij gelegenheid wel een pilletje, geloof ik. Maar hij had een duidelijke visie. Die andere twee en ik, wij hebben menig vliegtuig, trein of bus gemist omdat het lang leve het feest was. Kom maar op met die pillen en die drank, we maken er een feestje van. Zoals de meeste mensen drugs gebruiken, is het prima. Dat heb ik ook heel lang kunnen doen. In die tijd heb ik veel vette tracks onder invloed gemaakt. Die had ik nooit kunnen maken als ik niets gebruikt had, had ideeën waar ik zonder drugs nooit op was gekomen. Maar als de drugs jou gaan gebruiken, dan is het hek van de dam. Dan ben je te laat. Dat punt moet bij mij 1994 geweest zijn. Het ging zó hard. Maar, dat dan weer wel, ik heb zo ongeveer 250 titels gemaakt waarvan het merendeel uit die periode stamt. Ik produceerde me helemaal het schompes. Dat werd ook wel van je verwacht. Werd je op woensdag gebeld dat er vrijdag nieuwe tracks klaar moesten liggen. Ik sliep dan gewoon niet, belde de dealer en ging vervolgens twee dagen achter elkaar door. Als je dat week in week uit doet, krijg je die bal op een zeker moment teruggekaatst.
Beroemd en berucht in de dancewereld is het verhaal dat Dano zijn deadline voor een track mist, terwijl de hele machinerie voor een nieuwe Thunderdome-cd al klaarstaat. ID&T-bazen Duncan Stutterheim en Irfan van Ewijk inmiddels ook ervaren met de grillen van hun eigen superster racen naar de Nieuwe Looiersstraat in Amsterdam. Als daar niet open wordt gedaan, klimt Irfan via de regenpijp naar boven en slaat een ruit in om het huis binnen te komen. Hij treft Dano aan, knock-out op bed, met een fles whiskey in zijn hand. Hij heeft de hele nacht doorgewerkt aan de track. Dano: En die was ook af! Het DAT-bandje lag klaar op tafel. Stutterheim: Ja, dat moet gezegd: hij was klaar. Sandra (Danos ex-vrouw, red): Ik denk dat hij gebruikte om zijn onzekerheid te verbloemen. Als je drugs neemt, ben je niet onzeker en zie je de dingen heel rooskleurig. Dan voel je je ook veel chiller. Maar het is van korte duur. Je krijgt het terug.
Ik doe wat ik wil
DJ Gizmo: Dat is gewoon Dano, klaar. Een beetje hippie, rock- bandpraktijken. Hij was altijd dwars. Dan zei hij: Luister, daar heb ik geen zin in. Ja, maar die cd moet af. Heb ik geen zin in. Ik doe wat ik wil. Dan ging hij soms gewoon weg. Was hij dronken, had hij niet geslapen of gewoon geen zin. Dan waarschuwden we hem soms: je mag niet te veel dit of dat. Maar als je drie uur moet draaien en gewoon weg bent, wat valt er dan nog uit te leggen aan het publiek of de organisatie? Dat zou ik nooit doen. Maar hij dacht: ik doe wat ik wil, zo moeten mensen mij zien. Alleen dan ben ik Dano en niet anders. Dat was wel een beetje jammer, maar het is nou eenmaal gebeurd. De latere Awakenings-baas Rocco Veenboer: Hij ging te hard. In mijn ogen kwamen die problemen alleen maar door drugs. Als het te veel wordt... Als je niet goed eet, niet goed slaapt of er komen andere problemen bij kijken, raak je sneller uit balans. Dan kun je jezelf verliezen. Want in het begin was hij helemaal in zijn element als dj. Dat was puur muzikaal, puur talent. Creatief gezien zit Dano op een hoogtepunt. Onder de alias P.V.C. brengt hij in samenwerking met Jean Marie de Boer (alias No Sweat, red.) 65 47 3 uit. Het nummer gaat over de in 1994 bij een crash overleden Formule 1-coureur Ayrton Senna. Dano: P.V.C staat voor Pole positions, Victories en Championships. De getallen horen bij de letters. Jean Marie was een grote Formule 1-fan. Ik ben een keer met hem gaan kijken en toen vertelde hij het verhaal van Senna. Zelf ben ik geen Formule 1-man, maar Senna oversteeg de autosport. Iedereen vond hem cool. Dat verhaal vond ik echt inspirerend.
Geil van de dope
Dano: Ik wil het gewoon heel graag goed doen, ben wat dat betreft een perfectionist. Daardoor heb ik me heel ongelukkig gevoeld, omdat het nooit goed was. Het was nooit goed. Ik heb maar heel weinig momenten echt genoten, volgens mij. Dat is best jammer. Ik bedoel, we werden met The Dreamteam naar Australië gehaald. In Sydney nam ik voor mn optreden twee pillen. Die mensen hebben dan dus al een dure vlucht voor je betaald, dure hotels geregeld - we zaten in vijfsterrenhotels of dure resorts waar we dan ook nog drie weken gratis mochten blijven - en ik had dan het lef om twee pillen te slikken en me tijdens dat optreden helemaal uit te kleden. Omdat ik zo sexy en geil werd van de dope, stond ik daar naakt op het podium. Dat was echt niet netjes naar de organisatie. Gewoon de aandacht afleiden, verstoppen eigenlijk. Faalangst. The dope got me. Ik was toen al zo ver in de dope dat ik te stoned was om mn werk goed te kunnen doen. Dus liet ik dat perfectionisme ook weer varen. Dat was een sneeuwbaleffect het interesseerde me steeds minder. Ik heb echt een periode van zelfdestructie gehad, het mocht gewoon niet goed met mij gaan. Ik kan me nog steeds niet voorstellen dat mensen me zo aanbidden, dat mag niet. Doe normaal man, jij bent toch net zo goed als ik. Jij loopt toch ook te schijten, ik loop ook te schijten. Je wordt naakt geboren, je gaat alleen dood. Dat is voor iedereen zo. Zulke gedachten heb ik jarenlang gehad. Ik kon me niet voorstellen dat het zo werd geapprecieerd wat ik deed. Ik deed gewoon mijn ding en ik wilde mensen en mezelf blij maken.
Releaseparty
Wat de fok, ouwe verschijnt op 30 september tijdens een releaseparty in de Westerunie in Amsterdam, tijdens een nacht vol early rave, techno, acid, classics, early hardcore en hardcore. Dano zal zelf draaien, net als zijn Dreamteam-collegas The Prophet, Gizmo en Buzz Fuzz. Kaarten zijn te koop via multigroove.nl/tickets.
The Dreamteam - Dano, The Prophet, Buzz Fuzz en Gizmo - is een rijdende hardcoretrein die een spoor van vernieling en euforie achter zich laat. Toch is er één lid dat uit de toon valt. Dov Elkabas - The Prophet - is op zijn jointje na eigenlijk altijd nuchter. In tegenstelling tot zijn drie collegas, die eigenlijk altijd bezopen en uit hun bol zijn.
Als je directe collegas vanaf 1991 min of meer nooit echt meer nuchter zijn, hoe kon je daarmee omgaan? The Prophet: Niet.
Dat heb je lang volgehouden dan. Ja, goed hè? Het was een continue strijd om het in goede banen te leiden, iedere dag weer. Drie tegen één. Zo heb ik dat ervaren. Ze dachten altijd anders. Ze wilden altijd iets anders, omdat ze er met hun hoofd niet bij waren.
Hoe lukte het dan om dat vol te houden? Ik had het gevoel dat we The Beatles van de jaren negentig hadden kunnen worden. Dat benadrukte ID&T ook constant. Er zat zóveel talent in onze groep. Grote platenmaatschappijen waren geïnteresseerd. Ik dacht: we moeten dit gewoon flikken, man. Kom op, jongens! We kunnen dit. Er zijn overal drugs, maar die laat je toch niet je carrière in de weg staan? Ik signaleerde de verschillen tussen ons, maar liet me er niet ontzettend door beïnvloeden of afleiden. Ik zocht bewust waar mogelijk de luwte en kocht van het geld een mooie auto. In 1993 kocht ik al een grote studio bij het IJ, die kostte veel geld. Ik investeerde direct. Dano snoof alles op. En Vos en Ferry ook.
Is jouw herinnering aan de eerste helft van de nineties negatief? Absoluut niet. Ik zou het zonder een seconde na te denken weer doen. Ze zijn zo gek als een deur natuurlijk, dus je had de grootste lol. Ik was iets afstandelijker, maar keek wel mee. Groupies in de kleedkamer, daar stonden ze met zn drieën omheen, te joelen om een striptease. Dan dacht ik: oooh, zo ben ik niet opgevoed hoor. Dat kan niet. Maar wel stiekem even kijken. Vergeet ook niet: op het podium was het echt geweldig. We zagen voor onze neus die hardcore exploderen. Ik heb talloze herinneringen aan feesten waar een onbeschrijflijke energie hing. Dat hebben wij vormgegeven. Dat maakte alles goed.