'Als alle clubs 1% van hun begroting afstaan, kan iedereen op gras spelen'

‘Stuk gras, gratis af te halen. Moet nog gemaaid worden.’ Ja, Klaas-Jan Huntelaar houdt wel van een gebbetje op z’n tijd...

‘Stuk gras, gratis af te halen. Moet nog gemaaid worden.’ Ja, Klaas-Jan Huntelaar houdt wel van een gebbetje op z’n tijd. Gelieve zijn zaakwaarnemer te contacteren bij interesse in een mooi stuk grasland in Angerlo, de woonplaats van de Ajax-spits. Huntelaars gebbetje kwam per tweet, kort na de gewonnen uitwedstrijd tegen VVV-Venlo.

Het niet-gesproeide kunstgrasveld van de promovendus was een aanfluiting. The Hunter wilde na de wedstrijd nog wel iets kwijt over de gortdroge ondergrond: ‘Ik ben er geen voorstander van. De bal rolt niet en het is stroperig. Je voeten branden gewoon weg aan de onderkant.’ Je zou anders verwachten van een stadion dat De Koel heet.

Alle aanvoerders van eredivisieclubs die op echt gras spelen, spraken zich eind vorig seizoen in een manifest uit tegen kunstgras. De captains van kunstgrasclubs mogen of willen (mogen natuurlijk) niet zeggen wat ze ervan vinden, maar reken maar van yes dat ook zij liever op echt gras spelen. Net als iemand als Daphne Koster, die onlangs mede omdat ze geen zin heeft om op kunstgras te spelen stopte met voetbal. Of Arjen Robben, die zijn loopbaan best in Nederland wil afronden, maar niet als er op nepgras gespeeld wordt.

FC Utrecht becijferde in 2014 dat kunstgras jaarlijks een half miljoen goedkoper is dan echt gras. Stel hè. Stel dat alle clubs 1 procent van hun begroting in een pot zouden stoppen waaruit armere clubs geld kunnen halen om een echte grasmat aan te leggen en te onderhouden. Jaarlijks zou er dan 4,5 miljoen beschikbaar zijn; bijna 6,5 ton voor de zeven kunstgrasclubs. Dan heb je met die 1 procent-regel de financiering dus rond, en kunnen alle clubs op echt gras spelen. Geen kunst, toch?