Onze man in Berkel en Rodenrijs, bij de indoortruckers

Sommige Nederlanders rijden in oldtimers, anderen in getunede sportwagens. Veel van deze mensen al voorbijgekomen. We da...

Sommige Nederlanders rijden in oldtimers, anderen in getunede sportwagens. Veel van deze mensen al voorbijgekomen. We dachten dat we alle mensen-met-auto’s al wel ontdekt hadden. Tot we erachter kwamen dat heel Zuid-Holland vol zit met clubjes van indoortruckers. Indoortruckers? Ja precies. Onze man zocht ze op.

Fotografie Clemens Rikken

Je zou een kaart kunnen maken van alle opmerkelijke bezigheden die in de weekends op industrieterreinen plaatsvinden, buiten de werktijden om. Of het nou gaat over pingpongtafelverzamelaars, blokjesbouwers, tattoo-clubhuizen of sm-festivals; de rij van activiteiten van zeer divers pluimage lijkt eindeloos te zijn. Ook vandaag kan er met gerust hart weer een bezigheid aan de lijst toegevoegd worden: indoortrucking.

Indoortrucking is ongeveer zoals het klinkt. Het idee is als volgt: je bouwt een radiografisch bestuurbare miniatuurvrachtwagen van laten we zeggen, een meter of 1,5 lang, en dan ga je met een groepje mede-indoortruckers rondrijden over een klaargelegd parcours. Sommigen rijden in een containervrachtwagen, anderen rijden in zandwagens, tanks of in verlengbare opleggers.

Ik heb afgesproken om bij een club indoortruckers langs te komen, op zaterdagmiddag. Als ik me me aanmeld via de besloten Facebookgroep, krijg ik direct allerlei berichtjes van andere indoortruckersgroepen, die me proberen te verleiden of ik niet liever naar hún rijdagen kom kijken. Ze hebben, zo vertellen ze, grotere banen, grotere vrachtwagens, glimmender wegen, of noem maar op. De keuze is, vertelt iemand me, reuze, maar uiteindelijk parkeer ik mijn auto op een industrieterrein in Berkel en Rodenrijs, om bij de vriendengroep RC Indoor Truckers op bezoek te gaan.

Meteen bij binnenkomst word ik overvallen door het constante zoemen van radiografisch bestuurbare auto’s. De ruimte is een soort wachtkamer van een tandarts, die helemaal vol gelegd is met miniatuurstraten, miniatuurhuizen en miniatuurgarages. Overal om de baan staan mannen met een afstandsbediening in hun handen rond te rijden, voor te sorteren of achteruit in te parkeren. Gepraat wordt er amper. Het gaat om de wagens, blijkbaar.

Regels op schaal

Vanaf de zijkant kijk ik het eens een tijdje aan. Na een paar minuten word ik aangesproken door Michel, een van de mannen die me afgelopen week aanbood om bij een van de andere indoortruckersverenigingen te komen kijken. Hij is toch maar even komen kijken, vandaag. Voor de zekerheid. ‘Ik ben dus van een ander cluppie,’ zegt hij nog maar eens, ‘maar ik had effe tijd, dus ik kom effe langs.’

Oh, ja, precies. Maar er zijn dus best wel veel clubs, want jij was lang niet de enige die zei dat ik ook langs mocht komen. Terwijl, als ik heel eerlijk ben: dit is een wereld waar ik geen enkele weet van had.

‘Dat kan ik me indenken. Maar er zijn ook echt nog grotere clubs, hoor. Die staan dan bijvoorbeeld op het Truckstar-festival, enzo. Daar heb je ook banen liggen waarvan je denkt: wauw.’

Maar dit is toch ook al behoorlijk wat? Een soort ministad, eigenlijk.

‘Ja. Ja. Kleine jongens kleine hobby’s, grote jongens grote hobby’s, hè?’

Maar even voor mijn begrip: het is geen wedstrijd, toch? Geen race? Niemand kan hier winnen vandaag, toch?

‘Nee. Iedereen houdt ook zoveel mogelijk de verkeersregels aan.’

Oké, maar ik zie daar wel iemand die in een bocht geparkeerd staat. Moeten we daar even iemand op de vingers tikken?

‘Nee, nee, ho ho, hé, dat is 5 meter eruit, hè. Dit is allemaal op schaal hè, zo moet je het zien. Ook de regels zijn op schaal.’

O, ja.

We kijken samen naar de rondrijdende vrachtwagens. Af en toe humt Michel goedkeurend, als er een goede vrachtwagen voorbijkomt. Hij benoemt de merken, terwijl hij ze aanwijst. De man die naast hem staat, knikt meestal goedkeurend met Michel mee. ‘Kijk dan toch,’ wijst hij me ineens uit het niets aan. ‘Alle assen zijn gestuurd. Dat is grandioos, toch? Dat is dus gewoon in waarheid nagebouwd. Dat is dus gewoon de originele chassis van Noteboom.’

Noteboom?

‘Dat is het merk van de opleggert.’

Ah, natuurlijk.

‘Ja, en kijk, daar staat ook een miniatuur-informatietentje.’

Pardon?

‘Van Stichting Hoogvliegers. Kijk, er rijdt ook een wagen van ze rond, dat is een goed doel. Daar hebben we dus ook een wagen van.’

Ah ja, en dat informatiestandje is natuurlijk voor als de miniatuur-vrachtwagenchauffeurs vragen hebben over de stichting.

‘Precies.’

Helder.

Grondbewerking

Ik loop een rondje om de baan heen. Sommige vrachtwagenbestuurders zitten in een stoel, en bezien de bochtjes en de insteekmanoeuvres van een afstandje, anderen drentelen onrustig met hun wagen mee. Helemaal aan de andere kant van de zaal zit een oude man zonder bestuurder in zijn handen, onafgebroken naar de baan te kijken.

‘Ja, dat is Adri,’ word ik uit mijn overpeinzing getrokken door Bas, de organisator van deze middag. ‘Ons oudste clublid. 86 jaar oud. Die komt niet om te rijden. Die neemt gewoon zijn vrachtwagen mee, en zet het ding midden op de baan, op een parkeerplaats, en dan gaat hij er gewoon naar zitten kijken. En natuurlijk over vrachtwagens ouwehoeren met iedereen. Maar, dat rijden, daar heeft ie gewoon niet zo’n trek in. Weet je wat het is, voor veel mensen gaat het toch ook echt om het bouwen, hoor. Om zo realistisch mogelijk zo’n wagen te maken. Dat is dan een lampen- en kleurenkwestie, snap je? De maatverhoudingen, het maken van een eigen trailer.’

Even valt Bas stil. Een klein beetje bezorgd kijkt hij met een schuin oog naar een vrachtwagen die een beetje onhandig een bochtje pakt.

Die raakt bijna een paaltje, daar.

‘Ja. Niet iedereen kan even goed rijden.’

Ik snap het.

Samen kijken we toe hoe de vrachtwagenchauffeur in kwestie door een aantal andere stuurlui door de bocht heen gepraat wordt. Bas glimlacht. Maar hoe begint zoiets? Dit is wel even wat anders dan een voetbalclub of een balletvereniging, toch?

‘Maar dit, sommige mensen zijn al jaren met modelbouw bezig. Sommigen hebben bootjes gemaakt, mannetjes, vliegtuigen. En je hebt nu dus een hele groep, al een jaar of 15, die met die modeltrucks bezig is. We hebben een hele grote vriendengroep op het modelbouwforum. Dus daar heb ik toen een draadje uitgedaan, van wie er ook maandelijkse rijdagen zou willen, hier in Berkel. Nou, daar hadden de mensen dus wel oren naar. En toen hebben we met zijn allen deze baan opgebouwd. En we bouwen alles zelf. Allemaal zoals het in het echt hoort.’

En jullie rijden alleen hier?

‘Nee, nee, we rijden door heel Nederland. Ik ben zelf ook lid in Papendrecht. Dat is de oudste vereniging, die bestaat 60 jaar. Maar daar zit alles bij elkaar: bootjes, vliegtuigen, trucks, kleine houten karren, alles. Prachtig hoor. En zo ontstaan er van daaruit natuurlijk allemaal groepjes. De een is geïnteresseerd in grondbewerking, de ander in tanks.’

In grondbewerking?

‘Ja, graafmachines, shovels, dat werk. Sommigen hebben ook een hele plek in het zand, met graafmachines die geladen en gelost worden.’

Ja, nou ja, als je een graafmachine hebt, wil je natuurlijk ook graven.

‘Zo is dat.’

Lichten en sturen

Als ik nog eens een rondje rond de baan loop, zie ik dat de 86-jarige Adri is verhuisd van zijn stoel, naar de zijkant van de baan. Hij staat te kijken naar een wagen die achteruit een hoek om draait. We raken aan de praat. Adri is zo’n man die standaard aan het einde van de zin begint te lachen, alsof alles in zijn wereld één grote grap is.

Welke is van jou?

‘Die met die conainers erop, daar,’ wijst hij een grote geparkeerde wagen aan.

En wat is er het meest bijzonder aan?

‘Nou, wat er nou zo apart aan deze auto is, is dat ie dus een stuur-as en een licht-as heeft.’

En wat kan ie daarmee?

‘Lichten en sturen.’

Ah, kijk aan. Ik begrijp het. En dit is wel je favoriete wagen?

‘Nou, weet je wat het is? Ik rij hier eigenlijk nooit. Ik zet hier mijn auto neer, en ik zeg altijd: veul gekletst, wènnig gereeje. Ik kom gewoon voor de lol. Normaal komen we altijd met zijn tweeën, want ik heb een kameraad, en die rijdt dan altijd, maar die is er nou niet bij. Maar ik ben meer van het bouwen, als ik heel eerlijk ben. Maar Bas is hier dus begonnen, in 2013, ongeveer, en sinds die tijd komen wij hier ook.’ Adri begint te lachen en slaat me op mijn schouders. ‘Het enige,’ voegt hij eraantoe, ‘als je achter het stuur kijkt, dan zie je dat er geen bestuurder in zit.’

???????Ach, ja. Waar is die dan?

‘Die is er niet. Die is koffiedrinken,’ lacht hij hard. Adri’s enthousiasme werkt aanstekelijk.

???????Hé, en zie ik nou een tijdschrift op het dashboard liggen?

‘Jazeker! Die maak ik zelf, hè.’

Echt? Ik zie het niet goed. Is het een Playboy?

Adri’s ogen beginnen te glinsteren, terwijl hij zachtjes begint te gniffelen. ‘Ja,’ zegt hij, terwijl er een soort brutale jongensachtige glinstering in zijn ogen komt. ‘Die maak ik zelf. Weet je wie d’r op de voorkant staan?’

Nee.

‘De dochters van Gert en Hermien,’ antwoordt Adri trots. ‘Het is niet het nieuwste nummer, geloof ik. Wacht, ik pak hem er eens uit.’

A???????dri kruipt in de richting van zijn vrachtwagen, en trekt het deurtje open. Hij pakt het tijdschriftje en laat het lachend en vol trots aan me zien. ‘Hé, maar ehh, die pagina’s zijn in de loop der jaren wel wat groezelig geworden, niet? Er zitten wat pagina’s vastgeplakt.’

Adri lacht weer hard. En geeft me een vriendschappelijke por en een knipoog. ‘Het blijven toch vrachtwagenchauffeurs, hè,’ antwoordt hij. En zo is het natuurlijk ook wel weer.