Longread | Jan Paparazzi: 'Ik heb niks aan die Hyves-foto verdiend'

Bekend worden door te zwijgen, dat kunnen alleen de allergrootsten. Jan Paparazzi (53) was de stille sidekick van JENSEN...

Bekend worden door te zwijgen, dat kunnen alleen de allergrootsten. Jan Paparazzi (53) was de stille sidekick van JENSEN!, maar blijkt uitstekend te kunnen praten. Over zijn verzamelwoede, het beroemde plaatje op Hyves en Robert Jensen. ‘Als we elkaar weer zien, is het als vanouds. Die chemie is er meteen weer. Mooi is dat.’

Fotografie Andries de Jong

Daar zat hij dan. Iedere uitzending weer. Op het uiterste hoekje van de rode bank, slechts een paar kaartjes met kijkersvragen in zijn hand. Immer uitstralingsloos gekleed in een donkere smoking met rood vlinderstrikje. De lachzak werd hij wel genoemd, omdat hij voortdurend met de – soms smakeloze, soms vlijmscherpe – grappen van talkshowhost Robert Jensen meelachte. Iedere aflevering mocht hij éénmaal vlammen, namelijk door zijn zelfbedachte kijkersvragen aan de hoofdgast voor te leggen. Daarvoor en daarna zweeg hij.

Jan Paparazzi is de naam. Geboren als Jan Zwart en voor zijn vrouw en de buren anno 2016 ook nog steeds Jan Zwart. De stille Willie van de legendarische talkshow JENSEN! blijkt een prima babbel te hebben als Nieuwe Revu hem opzoekt in zijn woonplaats Soest.

De roddelbladen

Honderduit vertelt Paparazzi bijvoorbeeld over zijn opmerkelijke verzameling tijdschriften. Van alle roddelbladen heeft hij de eerste jaargangen op planken liggen, bijna neurotisch gearchiveerd in kaarsrechte stapels. Ook de voorlopers van Nieuwe Revu – de Katholieke Illustratie en Revue – tovert Paparazzi achteloos tevoorschijn. ‘Het begon met 1,50 gulden zakgeld op mijn dertiende,’ verklaart de geboren Rotterdammer. ‘Mijn moeder vond het zonde dat ik daar een tijdschrift voor kocht. Je kon toch ook een ijsje kopen, of snoep? Ik kocht muziektijdschriften. Ik groeide op in Pernis, een dorp waar nog minder dan niks gebeurt. Vanuit de stellige overtuiging dat dit het niet kon zijn, ging ik op zoek naar een andere wereld. Die vond ik in de bladen. Muziek, artiesten; ik vond het ontzettend interessant. Ik kan me nog een snikhete middag herinneren dat de hele familie buiten aan het barbecueën was; ik zat binnen voor de tv naar Op volle toeren te kijken. Zoals sommige mensen vroeger met pen en papier meeschreven tijdens het kijken naar het Songfestival of het schaatsen, schreef ik met alle hitparades mee. Ik was al heel jong gek op Nederlandse muziek en kocht niet alleen platen, maar wilde ook meer van die muzikanten weten. Als tiener kocht ik de roddelbladen al. Ted de Braak zag ik op tv; ik vond hem een held, maar wat wist je nou van zo’n man?

Dat las ik in de Story en in de Privé. Verder waren er geen bronnen. Je had twee televisiekanalen en geen internet. Shownieuws en RTL Boulevard bestonden niet, er was nauwelijks aandacht voor de achtergronden van sterren. Het speelde geen rol in de samenleving. Maar voor mij als geïnteresseerde tiener was het een groot ding. Een groot interview met Vader Abraham uit 1977, ik kan er nog steeds van smullen als ik lees hoe die man tóen over het vak dacht. Hier, kijk, begin jaren tachtig: wat vindt Johnny Hoes van de Zangeres Zonder Naam? Machtig. Nee, ik zocht de artiesten niet op in hun woonplaats voor een foto of handtekening. Die stonden zó op een voetstuk, dat was voor mij onbereikbaar, gelijk aan een reis naar de maan. Vanuit die fascinatie is later mijn pseudoniem geboren. Toen ik met Robert Jensen ging samenwerken op de radio en ik van alles bleek te weten over Anny Schilder, Rita Corita en Snip & Snap, noemde hij me al vrij snel Jan Paparazzi. En geloof het of niet: nog steeds vind ik het op woensdag spannend als de nieuwe bladen in de winkel verschijnen. Ik lees alles nog steeds elke week; ik wil gewoon weten wat er in het showbizzwereldje gebeurt. Er staat altijd iets in dat ik nog niet wist.’

Telefoonterreur

Als kind op de lagere school draaide Paparazzi al plaatjes. Thuis, tussen de middag, met z’n pick-upje. Hij had maar vier singeltjes: Gerard Cox met Het is weer voorbij die mooie zomer, Rob de Nijs met Dag zuster Ursula en iets van het Urker Mannenkoor en van Jules de Corte. ‘Die draaide ik achter elkaar,’ weet Paparazzi nog. ‘Later maakte ik thuis radioprogramma’s die ik opnam op cassettebandjes. Daarvan stuurde ik weleens wat naar radiozenders; ik had denk ik een soort drang om me te laten horen. Ik begon in 1984 bij een radiopiraat, Free Radio Rotterdam. Terwijl ik op allerlei manieren bezig was mezelf te ontwikkelen in de radiowereld, kwamen er van die vervelende verplichtingen tussendoor zoals het afronden van de havo en een oproep voor militaire dienst. De havo lukte, maar in dienst, dat vertikte ik. Ik had nog liever zonder verdoving een been bij mezelf geamputeerd dan met twintig mannen in een slaapzaal op Legerplaats Harskamp te gaan liggen. Daar zou ik helemaal gek zijn geworden. Waarom? Ik ben meer een eenling. Ik hou niet zo van grote groepen vreemde mensen of asociale, dronken gasten. Door de lerarenopleiding Aardrijkskunde en Maatschappijleer te gaan doen, kwam ik onder die militaire dienst uit. Ik had trouwens bij wijze van spreken net zo goed Chinees en Biologie kunnen doen, want al die vakken zeiden me totaal niks. Plaatjes draaien, dat wilde ik. Ik heb m’n diploma trouwens wel gehaald, ik zou morgen voor de klas kunnen. Maar dat gaat echt never gebeuren, maak je geen zorgen.’

Via een aantal omzwervingen kwam Paparazzi bij Holland FM terecht, waar hij Robert Jensen leerde kennen. De twee ontdekten verregaande overeenkomsten in hun humor, interesses en meningen. Van 1995 tot 2005 (en later nog van 2009-2011) vormden de twee radiorebellen een vast duo in het programma Jensen in de middag, bij de zenders Hitradio Veronica, Veronica FM, Yorin FM en Noordzee FM. Spraakmakend was het onderdeel ‘Telefoonterreur’, waarbij Paparazzi bekende en onbekende Nederlanders telefonisch tot wanhoop dreef door zich als een fictief figuur voor te doen, een probleem te verzinnen en dat vervolgens volledig uit de hand te laten lopen. Paparazzi kan er nog steeds van genieten: ‘Ik had vooraf een paar steekwoorden op een A4’tje, dat was in grote lijnen het script van zo’n gesprek. Ik zorgde dat het steeds bizarder werd en dat de mensen écht kwaad werden. Het was in mijn ogen pas geslaagd als ze met overslaande stem in hun eigen dialect riepen dat ze nú de politie gingen bellen. Zo kan ik me een mevrouw uit het oosten herinneren, die ik zogenaamd namens de gemeente belde. Het ging over gescheiden afval; we hadden haar container gecontroleerd en ik gaf een compliment dat ze zich goed aan de gemeentelijke voorwaarden had gehouden.

Maar: we hadden ook een paar dingen in haar afval teruggevonden waar we niet blij van werden. Daar gaf ik haar telefonisch een boete voor van 50 euro. Maar dat kan toch zomaar niet, sputterde het mevrouwtje op leeftijd. En dan zei ik: Nu spreekt u me tegen, dat is dan 75 euro. Toen ze de hoorn er boos had opgegooid en ik later terugbelde, bleek ze haar man te hebben gebeld. Die had zijn werk gestaakt en was onderweg naar huis. Beschouwt u dit telefoontje maar als een raar belletje dat nooit heeft plaatsgevonden mevrouw, probeerde ik het dan enigszins troostend af te ronden. Ja, dat soort dingen ging wel ver.’

Viola Holt

Dat het ondeugende duo ook op televisie graag íétsje over de grens ging, bleek in de latenightshow JENSEN! waarin Paparazzi van 2002 tot 2007 de stille sidekick was van host Jensen. Gasten werden soms verbaal zó voor het blok, lul of schut gezet dat ze niet meer in de show wilden plaatsnemen. Paparazzi zwakt die bewering enigszins af. ‘Inderdaad heb ik weleens gehoord dat we geen grote namen meer in de show kregen, maar we hebben toch maar mooi sterren als Snoop Dogg, Borat en Shakira gehad. En wij vonden de deelnemers aan Temptation Island en Big Brother en andere reallifesoaps nou eenmaal heel interessant. Werden sommige sterren in de show door Robert afgeslacht? Die indruk heb ik niet. Het klopt dat sommige gasten niet wilden komen, zoals Louis van Gaal. Die blafte een keer in Roberts gezicht dat JENSEN! ver beneden zijn niveau was. Dat kan, het kan je programma niet zijn.

En inderdaad is er weleens wat gerommel geweest, maar er is nooit iemand met een naar gevoel naar huis gegaan. Oké, René Froger is vlak voor aanvang eens kwaad vertrokken omdat het hem te lang duurde voordat de opnames begonnen. Die had waarschijnlijk nog ergens een schnabbel die avond. Met Viola Holt had Robert een doorgaande fittie; die hebben we zoveel gepest… Ze is één keer langs geweest in de show, met als voorwaarde dat ik niet op de rode bank mocht zitten. Ik moest weg toen Viola opkwam en dat heb ik natuurlijk gedaan. Maar wat dacht je dat het publiek in de zaal daarvan vond? Viola had meteen de sympathie tegen. Toen Robert aan de kijkersvraag toe was, stond ik achter de schermen onze zelfbedachte vraag voor te lezen. Die kwam van een tentenzaak, of ze de komende zomer haar jurk mochten lenen. Viola werd dus alsnog te pakken genomen. Ook met Patty Brard is er weleens wat onenigheid geweest, maar dat was altijd met een knipoog. Patty begrijpt hoe de showbizz werkt; af en toe mag er een ruzietje zijn en later wordt het weer met veel aandacht en bombarie goedgemaakt.’

Dikke vriendschap

Robert Jensen en Jan Paparazzi waren in het prille begin bij de radio eerst gewoon collega’s, maar gaandeweg ontstond er een dikke vriendschap tussen de twee. Ze zagen elkaar ook geregeld buiten de microfoon om. ‘We onderhielden echt een hechte vriendschap,’ benadrukt Paparazzi. ‘We kwamen bij elkaar over de vloer, gingen geregeld samen een vorkje prikken, polsten elkaars mening over dingen. Een soort huwelijk was het bijna. Iedereen wil graag weten waar hij nu is en wat hij doet. Maar Robert doet denk ik heel weinig, hij kan ontzettend goed niksen. Toen hij echt klaar was met radio en tv in Nederland, is hij naar Amerika vertrokken. Daar doet hij weinig, denk ik. Hij heeft zijn huis in Amsterdam, vlakbij het Vondelpark, ook nog steeds. Tegenwoordig hebben we nog wel wat contact, maar niet veel. Als hij in Nederland is, eten we wat. In oktober 2015 voor het laatst. Als we elkaar weer zien, is het meteen als vanouds. Dat kenmerkt een goede vriendschap. Je hoeft elkaar niet elke week of maand te spreken, maar als je elkaar dan weer treft, is die chemie er weer. Mooi is dat.’

Trots is Jan Paparazzi op zijn huidige job als presentator van zijn eigen radioprogramma Jan Paparazzi Show op de Nederlandse muziekzender Sterren.NL van AVROTROS. Alles lijkt op zijn plek te zijn gevallen, want de joviale entertainer combineert hier zijn grote passie voor Hollandse muziek, zijn fascinatie voor artiesten en zijn talent voor radio maken. Zagen we hem als zwijgzame bankzitter bij de JENSEN!, bij Sterren.nl blijkt Paparazzi verbaal een vlot babbelende krachtpatser en een grootmeester in radiovermaak. Bij de Muziekfeesten op het Plein van dezelfde omroep verzorgt hij de warming-up om het 15.000-koppige publiek in de juiste stemming te krijgen. ‘Het Nederlandstalige levenslied is een genre dat ongekend populair is momenteel,’ weet Paparazzi. ‘Marianne Weber, Django Wagner, John de Bever, René Karst, Jannes: er wordt misschien lacherig over gedaan, maar deze artiesten treden momenteel het meest op en hebben de grootste fanschare. Onze zender voorziet in een groeiende behoefte; de app van Sterrennl is in korte tijd al tienduizenden keren gedownload en er is geen enkel ander radiostation dat 24 uur per dag Nederlandstalige muziek draait!’

Clown Bassie zei nee

Wie Jan Paparazzi niet kent van radio of tv, maar wel sociaal actief was op internet toen Hyves werd opgericht, kent de altijd vrolijke en optimistische presentator wellicht op een andere manier. De radiovakman verwierf totaal onverwacht namelijk een soort cultstatus vanwege het gebruik van zijn afbeelding door het vriendennetwerk. Wie geen profielfoto van zichzelf uploadde, kreeg automatisch een foto van Jan Paparazzi met rode clownsneus aan zijn of haar account gekoppeld. Omdat dat nogal vreemd, slordig of ongeïnteresseerd stond, was het voor velen een motivatie om tóch een eigen foto te plaatsen. Paparazzi zegt: ‘Ze hadden me in 2004 keurig gebeld of ze die afbeelding mochten gebruiken. Ik had toen nog nooit van Hyves gehoord, het was hun begintijd. Ik werd weleens vaker gebeld door een studentenvereniging of zo met de vraag of ze een afbeelding van mij mochten gebruiken. Ik dacht dat dit ook zoiets was: eenmalig en daarna klaar. Niemand kon weten dat Hyves een hype zou worden; in 2010 waren er tien miljoen gebruikers! Dat plaatje werd inderdaad heel bekend. Nee, daar heb ik niets aan verdiend, dat hoefde ook niet. Het was toch gewoon grappig? Ze hadden eerst clown Bassie – die van Adriaan – benaderd, maar die weigerde. Misschien dat ze door Bassie het idee voor de gefotoshopte rode clownsneus in mijn gezicht hebben opgedaan. Ik heb nooit gevraagd waarom ik een rode neus heb gekregen. Weet je? Het hoort bij entertainment. Vermaak. Ik begrijp wel hoe dat werkt. En ik werk er van tijd tot tijd graag aan mee.’