Premium

Radiomaker en columnist Patrick Kicken: 'Dit is mijn zoete wraak op Hilversum'

Geliefd radiomaker en gevreesd columnist Patrick Kicken blies vorige week vijftig kaarsjes uit, maar sneed geen verjaardagstaart aan. De geboren Limburger schilt liever wat appeltjes met bekenden uit de branche. ‘Dit vak ligt nu eenmaal onder een vergrootglas, dus je moet redelijk gevoelloos kunnen zijn voor kritiek.’

Patrick Kicken

Nieuwe Revu ontmoet Patrick Kicken
Waar?
In Rotterdam en Vinkeveen.
Wanneer? Zaterdag 15 juni, elf dagen voor zijn verjaardag. Patrick wil absoluut geen Abraham in zijn voortuin.
Verder nog wat? Met zijn columns en podcasts heeft hij het verloren vuur weer teruggevonden: ‘Deze moderne vorm van radiomaken geeft mij meer vrijheden, omdat er meer gezegd kan worden. Het is daarom een belangrijk stuk van mijn leven geworden.’

Liggen jouw beste jaren achter je?
‘Dat is wat ik ooit eens in een interview zei, ja. Dat je niet met die gedachte de toekomst tegemoet moet treden, omdat het anders wel heel somber wordt. Toch is het in mijn geval wel zo, dus noem mij maar een vat vol tegenstrijdigheden. Ik kwam op mijn 21ste al bij de landelijke radio terecht, waardoor er een wereld voor me openging en ik vroeg kon pieken. Daardoor heb ik alles al wel zo’n beetje meegemaakt, op het bezoeken van een parenclub na. En om me daar nou op m’n vijftigste nog met een pilletje in te storten... Dat is zelfs voor mij een brug te ver.’

Waarom?
‘Omdat ik van mezelf weet dat ik vrij verslavingsgevoelig ben. Als ik de kracht van cocaïne zou ontdekken, dan vrees ik dat ik binnen de kortste keren voor de bijl ga en niet meer zonder kan. Volgens mij voel ik me dan écht weer die 21-jarige die denkt dat hij de wereld aankan, terwijl mijn nuchtere omgeving dat anders ziet.’

Welke verslaving hield jou wel in de tang?
‘Ik koop veel onzin bij Xenos of Action. Spullen die ik achteraf helemaal niet nodig blijk te hebben, maar wel ergens endorfine en dopamine bij me aanmaken. Geluksstofjes die een bepaalde leegte proberen op te vullen. Eerst suste ik die met roem en aandacht op de radio, nu met shoppen en lekker eten. Ik ben dan ook niet voor niks een kilo of twaalf te zwaar. Als ik naar een restaurant ga, dan is dat negen van de tien keer een all-you-can-eat-variant. Ach, tegenover drank en drugs zijn dit wat meer geaccepteerde verslavingen.’

Net als seks...
‘Die verslaving heb ik ook gehad. Lichtjes. Ik bedoel: als vrouwen zich bij een drive-inshow aanbieden, wie ben ik dan om daar nee op te zeggen? Je wordt bekender, staat op een podium en dat erotiseert. Ik heb daar in mijn hoogtijdagen dan ook wel gebruik van gemaakt. Met wederzijdse toestemming.’

Zeg dat er inderdaad maar even bij. Voor je het weet sta je voor een rechter.
‘Ze staan er tegenwoordig allemaal, hè? Ali B om misbruik, Hazes vanwege een erfenis en als je ziet waar die Kevin Spacey jarenlang mee is weggekomen... Ik weet dat veel oud-diskjockeys als de dood zijn dat er vandaag of morgen iets uitlekt uit hun Veronica-tijd. Daar zijn ook dingen gebeurd die we vandaag de dag als ongepast zouden betitelen. Er werd weleens over misstanden gesproken, maar het doofde door een gebrek aan iPhones en sociale media ook snel weer uit.’

Ging jij weleens over de schreef?
‘Absoluut. Ik heb dingen op de radio geroepen waarvan ik blij ben dat het niet bewaard is gebleven. Ik zat in de nacht van 3FM en verlegde mijn grenzen. Samen met Jan Paparazzi verbond ik weleens twee BN’ers met elkaar die dan dachten dat de ander gebeld had. En dan maar laten lullen op live-radio. Maarten Spanjer heeft ons meerdere keren verrot gescholden en Bonnie St. Claire dacht eens dat ze al had opgehangen en sprak vrolijk verder. Allemaal uitgezonden. Daar zijn we toen bijna om geschorst. Shockradio is helemaal verdwenen. Het is allemaal zo braaf en saai geworden.’

Maakt een afgevinkt wensenlijstje je ongelukkig?
‘Nee, hoor. Mensen denken vaak dat dat zo is wanneer ik zeg dat mijn beste jaren inderdaad achter me liggen, maar het is gewoonweg een realistische constatering. Alles wordt minder. Je lichaam wat dikker en je hoofd wat kaler. Je glijdt langzaam de markt uit en een avondje uit heb ik al zo vaak gedaan. Dat kan overigens nog steeds leuk zijn, alleen doet het gezelschap er nu nóg meer toe. Vooral als je heel veel dingen in je leven gratis hebt gekregen. Was een vriendinnetje fan van Bløf, dan lagen er een uur later twee kaartjes voor haar klaar.’

Dat is niet leuk?
‘In het begin wel, later minder. Naar de film, een concert, ergens wat eten of een reisje maken, het voelt allemaal een beetje als werk. Omdat ik jarenlang niets anders deed. Als ik al die mensen nu in de rij voor zo’n kutconcert in de Ziggo Dome zie staan, dan denk ik: wat doe je jezelf aan? Weer in het vliegtuig naar Florida om Gloria Estefan te interviewen. Al geef je me 1000 euro toe, dan nog zou ik die marteling niet meer willen ondergaan.’

Dat klinkt wat blasé.
‘Ik weet heus wel dat ik jarenlang in een bevoorrechte positie zat waar anderen een moord voor zouden doen, maar ik hou van eerlijkheid. Het voelt ook zo nep allemaal. Als een platenplugger jou meeneemt naar Missy Elliott in New York, dan verwacht hij wel dat haar nieuwe single op de playlist komt. In de beginjaren dacht ik echt dat die gasten mijn vrienden waren omdat ze met me dineerden en me mee op reis namen. Maar vanaf de dag dat ik niet meer in een muziekredactie zat, hoorde ik ze niet meer. Best een teleurstelling, maar het maakt je wel volwassen.’

Hoeveel echte vrienden heb je uit radioland overgehouden?
‘Nog één, maar die is de baas bij Sky Radio. Daar hebben ze geen discjockeys nodig. Jarenlang werd ik verguisd, maar door mijn column bij spreekbuis.nl is men tegenwoordig weer wat liever voor me. Wouter van der Goes nodigde me een paar jaar geleden zelfs bij hem thuis uit. Had hij allemaal broodjes gehaald, en zo. Ik dacht: hè, wat doe jij ineens leuk.’

Ben je gegaan?
‘Als er gratis eten is, dan kom ik wel. Het was best gezellig, maar toen ik hem een paar weken later vroeg voor een interview hield hij de boot weer af. Er lopen best nog wel wat vrienden van me rond in de radiowereld, maar die willen er niet voor uitkomen dat ze met me omgaan. Bang om als lek van mijn schrijfsels bestempeld te worden.’

Omdat niet elk gesprek bedoeld is voor publicatie, misschien?
‘Zolang iemand niet tegen mij zegt: “Schrijf dit maar niet op”, dan schrijf ik het op. Met Rob Stenders heb ik bijvoorbeeld een half jaar geen contact gehad, omdat ik dingen publiceerde waar hij niet zo blij mee was. We hebben daarom nu de afspraak dat we alleen nog maar appen over documentaires die we gezien hebben. Dat is veilig terrein voor hem.’

Heb je met je column nu meer invloed dan destijds op de radio?
‘Ik hoor in de wandelgangen dat mijn schrijfsels bij radiobedrijven het gesprek van de dag zijn of dat er in vergaderingen aan gerefereerd wordt. Paul Römer heeft weleens staan godveren bij Talpa als er weer eens wat uitgelekt was. Het komt dus op de juiste plekken terecht en dat bevalt me wel. Toen ik nog bij Veronica werkte, hield ik me heel saai op de vlakte met verhalen over de technische kant van de radio. Op het moment dat mijn vaststellingsovereenkomst met hen getekend was, kon ik losgaan. Na me jarenlang te hebben ingehouden bij radiobazen is het nu tijd voor mijn zoete wraak op Hilversum.’

Vuur op papier en bloed aan de pen...
‘Dat zal, maar ik merk ook dat het therapeutisch werkt. Er wordt wat afgekonkeld in Hilversum en iedereen houdt elkaar de hand boven het hoofd of sluit onderling dealtjes. De insteek van mijn verhalen is: als ik één of twee ruiten ingooi, dan kan ik net zo goed ook de rest van het flatgebouw onder vuur nemen. Dan mag alles aan diggelen. Zat mensen die dat waarderen, dus dan vervult het een functie. Alleen durven ze dat niet toe te geven. Mensen mogen me haten of van me houden, dat nog liever dan een grijze muis worden waar niemand überhaupt nog op reageert. Steken, porren, de mannen van Vandaag Inside doen niet anders.’

Zij zagen voetballers bij de enkels af.
‘Dan mag ik dat toch ook doen over radiomakers die substantiële bedragen verdienen, maar er geen pepernoot van kunnen? Ruud de Wild is bij Radio 2 alle vorm van vernieuwing allang verloren en Gerard Ekdom zit al vijf jaar lang woordgrapjes te maken bij Radio 10, maar mag straks voor hetzelfde salaris precies hetzelfde gaan doen bij Veronica. Die afgelikte boterham is een belediging voor de luisteraar. Verder is hij best een prima mens. Nu zullen mensen wel weer denken dat ik dit alleen maar zeg uit rancune omdat ik hem niet ben geworden.’

Dat is toch ook zo?
‘Oké, het speelt misschien voor 20 procent mee. Ergens is het ook wel weer knap dat Ruud en hij blijkbaar voor zichzelf nog een soort van vervulling weten te halen uit oude wijn in nieuwe zakken. En dan ook nog kampen met al die artiesten met al hun managers van tegenwoordig. Voor je eindelijk eens iemand in je studio hebt, gaat het eerst over twintig schijven. Dat heeft werken in de media voor een groot deel verpest. Ik zie de landelijke radio met het jaar minder leuk worden.’

‘Ruud de Wild is bij Radio 2 alle vorm van vernieuwing allang verloren en Gerard Ekdom zit al vijf jaar lang woordgrapjes te maken bij Radio 10’

Wat zou voor jou een reden zijn om te minderen?
‘Als ik aan mijn deur bedreigd word door een briesende radiodirecteur of dat iemand met kwade intenties mij iets naars wil aandoen. Zover is het gelukkig nooit gekomen, al moet ik zeggen dat ik mijn gezicht niet meer op het RadioRing-gala durf te laten zien. Daar, in het Gooiland-hotel, kwam Talpa-baas Menno Koningsberger eens heel dreigend naast me aan de bar staan. Hij bestelde twee biertjes, keek me vuil aan, liet een dikke vette scheet, staarde nog wat langer en liep toen zonder een woord te zeggen weer weg. Dat is ook een soort van intimidatie. Die bokito heeft mijn terugkeer bij Veronica overigens tot twee keer toe geblokkeerd. Toen dacht ik al bij mezelf: daar zit een luchtje aan. Maar ook: nu is het nog een scheet. Voor hetzelfde geld achtervolgt zo’n gek je de volgende keer naar je auto in de parkeergarage.’

Je kampte twee keer met een burn-out. Was dat nodig voor je ontwikkeling?
‘Absoluut. Het was een soort breekijzer voor me. Ik zat in een positie met een lekker salaris en kreeg heel veel aandacht. Als ik niet in die burn-outs terecht was gekomen, dan was ik met hangende pootjes teruggekeerd en zat ik nu nog voor de duizendste keer Bryan Adams aan te kondigen. Dat kan ik niet meer. Twee uurtjes aanklooien in het weekend, voor de lol, als het pand leeg is, dat zie ik nog wel zitten. Gewoon om te laten zien dat ik het nog steeds in de vingers heb. Belachelijk eigenlijk dat niemand mij daar meer voor vraagt. Het frustreert me dat ik al snel als een pain in the ass gezien word, terwijl het niets meer is dan enthousiasme.’

Maar als je morgen onder een bus komt...
‘Dan zullen er een hoop vakgenoten de polonaise lopen. Radiomakers zijn tere zieltjes en zijn al snel op hun pik getrapt. Nieuwslezeres Hannelore Zwitserlood haat mij intens omdat ik ooit eens schreef dat het goed was dat ze verdween uit de ochtendshow van Frank Dane. Dan ben je dus meteen een klootzak. Dit vak ligt nu eenmaal onder een vergrootglas, dus je moet redelijk gevoelloos kunnen zijn voor kritiek. Het is maar een mening, hè. Die hoeft niet per definitie waar te zijn. Zie mijn columns als een auto-ongeluk. Mensen komen kijken. Roddel en achterklap is er altijd geweest in de radiowereld, alleen nu is het zichtbaar.’

Ga je je vijftigste verjaardag groots vieren?
‘Wat heb ik nou gedaan om deze leeftijd te bereiken, los van gewoon doorleven? Misschien dat ik mijn vader even opzoek. Hij wordt dit jaar 75, dat valt dan mooi samen met mijn vijftigste. Ik ben niet in alle opzichten meegegroeid met mijn leeftijd. Zo zou ik het nooit op een vrouw van vijftig kunnen. Bij mannen wordt een dikke buik of kaal hoofd nog wel geaccepteerd, vrouwen zonder haar of een maatje te veel kunnen dat over het algemeen minder hebben. Zij worden veel meer op hun uiterlijk afgerekend.’

Leef je het leven wat je er vroeger van had voorgesteld?
‘Dat je alleen in een huis woont met veel te veel spullen en genoeg geld om alles te kunnen doen, maar geen motivatie om er ook echt naar te handelen? Nee, niet echt. Ik zit een beetje in mijn penopauze. Er is echt nog maar heel weinig wat me interesseert. Ik maak bijna geen geld op, koop geen nieuwe kleren en rij nog steeds in dezelfde BMW die ik in 2007 kocht. Ik hoef niet per se op vakantie naar Curaçao, want dan sta je bij terugkomst midden in de nacht frikadellen te frituren in de Airfryer omdat je een jetlag hebt. Ik hoop niet dat dit al te depressief klinkt, want zelf heb ik daar totaal geen probleem mee. Er zijn zat andere mannen van mijn leeftijd die hier ook mee worstelen, maar er niet voor uit durven komen.’

‘Hij bestelde twee biertjes, keek me vuil aan, liet een dikke vette scheet, staarde nog wat langer en liep toen zonder een woord te zeggen weer weg’

Het is vooral eerlijk.
‘Ik heb met een carrière van 21 jaar bij zowel de publieke als de commerciële omroep twee keer een lot uit de loterij ontvangen, dus dan mag je ook wel eerlijk zijn. Schaamte is mij door de jaren heen wel een beetje vreemd geworden. De conclusie waarom ik nu zo uitgeblust ben, is omdat ik ooit van mijn hobby mijn werk gemaakt heb. Tot je op het punt komt dat je zoveel verdiend hebt en je zoveel hebt mogen uitproberen, dat je er niets meer aan vindt. Dan ben je dus én je werk én je hobby kwijt. Laat dat een waarschuwing zijn voor mensen die in een creatief vak terechtkomen. Wat wel fijn is, is dat de druk van het moeten presteren minder is geworden. Die zwaarte is van mijn schouders. Dat is lekker.’

Net als een leuke relatie.
‘Na dertig jaar daten ben ik erachter gekomen dat ik daar niet zo goed in ben. Al heb ik natuurlijk heus wel leuke tijden gekend. Hoe meer relaties je hebt gehad, des te groter zijn de achtergelaten sporen. Je legt de lat bij de volgende dan zó hoog dat het steeds moeilijker wordt om daar nog aan te beginnen. Ik heb een stuk of twintig goede vrienden. Dat vervult ook. Mijn naam werkt ook niet altijd mee. In mijn Veronica-tijd kreeg ik de opdracht om heel vrouwonvriendelijk te zijn en bedacht ik bijvoorbeeld de rubriek “het kontje van de dag”. Nou, dat had mijn toenmalige schoonvader ook gehoord. “Waar kom je nou mee aan?” vroeg hij zijn dochter geschrokken. Moest ik vervolgens een half jaar lang tegenover hem mijn imago ontmantelen om te bewijzen dat ik privé helemaal niet zo seksistisch ben. Dat het slechts een rol was die ik speelde.’

Lijk je veel op je ouders?
‘Ik heb de humor en intelligentie van mijn vader en het zorgvuldige van mijn moeder. Toch heb ik me ook tegen hen afgezet. Ik kom uit een angstig katholiek Limburgs gezin waar alles onder het tapijt geveegd werd. Mijn ouders wilden het perfecte gezin tonen aan de buitenwereld. Als er ruzie was en de deur stond open, dan waren ze bang dat de buren dat zouden horen. Dat werd mijn drijfveer om later alles wat mij ter ore kwam maar op straat te gooien. Het maakte een soort kracht in mij los waarin ik minder behouden werd, minder bescheiden en juist wél het achterste van m’n tong liet zien.’

Totaal het tegenovergestelde.
‘In de psychologie noemen ze dat contrafobisch gedrag. Ik wil me nergens aan conformeren. Met tweehonderd over de snelweg rijden of tegenover duizenden mensen op een podium staan? Kom maar op. Het doet me niks. Terwijl het dat diep vanbinnen natuurlijk wel doet. Toen mijn ouders erachter kwamen dat het toch geen zin had om mij te temperen, hebben ze mij m’n gang maar laten gaan. Zo heb ik een keer of tien aan de desk bij Ongehoord Nederland gezeten, puur omdat iedereen zei: “Dat moet je toch niet willen?” Dan doe ik het juist. Het leuke is dat pa en ma dan ’s middags wel weer voor de televisie zitten om het te zien en ooms en tantes bellen: “Patrick was op tv. Heb je het gezien?”’

Heb je nog dromen voor de toekomst?
‘Het enige wat ik me kan voorstellen is dat ik in een soort community kom te wonen waar iedereen elkaar helpt, maar je je ook kunt terugtrekken als je daar behoefte aan hebt. Ik zie dat weleens in documentaires. Dat ze allemaal in van die trailers bij elkaar wonen en het lijkt op een soort sekte, maar het dat in werkelijkheid niet is. Gezellig met z’n allen rond het kampvuur, niet te snel oordelen, maar dat je wel altijd eerlijk bent. Dat zou een mooie oplossing kunnen zijn voor de eenzaamheid die ik zo nu en dan ervaar. Ik heb leuk contact met mijn buren, maar ik moet wel altijd zelf de deur uit om gezelschap te krijgen.’

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct