Wat hebben Jantje Rolex, Cor Kut, Jan de Bollenbakker, Parijse Leen, Zwarte Lola, Koplamp, Jode Anne, Mooie Manus, Vette Lap, Blonde Mien, Hupmetjekut, Zwarte Joop en Haring Arie met elkaar gemeen? Ze behoorden ooit tot de Amsterdamse penose. Arnold-Jan Scheer leidt ons rond over de Wallen.
Fotografie HH
Haring Arie begon meteen te vloeken toen hij me zag. Toen hij me een mes op de borst zette tijdens het maken van de foto bij mijn verhaal, begreep ik hem best. Ik hield immers ook wel van een aardigheidje. Arie wilde demonstreren dat hij nog steeds zn mannetje stond.
Arie en Pistolen Paultje waren de eerste penoseleden die ik leerde kennen. Paul zocht ik vaak op in zijn woning in de Van Breestraat van waaruit hij klokjes en revolvers verkocht, maar ook af luisterapparatuur, goud, vervalste schilderijen en valse perskaarten. Internationaal Persbureau Hollandia bestond helemaal niet. Als journalist kreeg je er natuurlijk een van hem cadeau met stempels over je foto, want hij was gek op publiciteit.
Ook Pistolen Paultje behoorde tot het type: ruwe bolster blanke pit. Ga zitten kerel, wil je iets drinken? Hij rook naar dure aftershave, sprak louche, wekte de indruk dat alles aan hem voorbijging, maar dat was om de dooie dood niet zo. De wand was behangen met rijen geweren, pistolen en mitrailleurs. In de fruitschaal slingerden scherpe patronen. Want een kogel kun je niet terugkoppen, een van zijn geliefde uitdrukkingen.
Tegen zijn vissen in het tropisch aquarium, blauwe tl-buisjes die zwijgend steeds hoekjes omsloegen, praatte hij ook. Ik heb gisteren nog een aquarium besteld, maar mijn vrouw mag het niet weten, want er komen piranhas in, vleesetende vissen. Als je je hand erin steekt, vreten ze hem binnen een minuut kaal.