Er zijn niet veel mensen die het weten, maar de bekendste en belangrijkst erotische trekpleisters van de Wallen in Amsterdam zijn in handen van een en dezelfde selfmade – ‘ik heb alleen de lagere school’– ondernemer: de 78-jarige Jan Otten. Otten heeft als iconisch visitekaartje een indrukwekkend grijze krullende haarbos.
Jan Otten, in zijn jonge jaren actief als worstelaar, begon in 1975 als beveiliger en iets later als kaartjesverkoper voor het wereldberoemde erotische sekstheater Casa Rosso. Omdat dat op de stoep gebeurde in de buurt van het theater, heette die functie stoepenier. Voordat Jan Otten stoepenier werd, had hij een SRV-wagen, een supermarkt op wielen, waarmee hij door Purmerend reed.
Anno 2020 is hij een van de succesvolste en een van de bekendste ondernemers op de Wallen. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat Jan Otten in zekere zin de Wallen is. Hij is dan ook bijna elke dag op de Wallen te vinden en dan vooral op ‘zijn’ stuk, de Oudezijds Achterburgwal. Aan die rosse gracht bevinden zich bijna al zijn bedrijven: de Casa Rosso, de Bananenbar, de Hospital Bar (‘erotische thema-bar waar verpleegsters een lapdance geven’), de Bananenclub, de Sexy Loo (‘het spannendste openbare toilet in Amsterdam’), het Erotisch Museum en de Sex Palace Peepshow. ‘De enige peepshow in Nederland. Gluren voor 2 euro per twee minuten.’
Eenrichtingsverkeer
Jan Otten kent iedereen op de Wallen en iedereen kent hem. Bijna vijftig jaar lang, dag in dag uit, in weer en wind, staat Otten nu al in de buurt van de ingang van zijn Casa Rosso, omdat Otten graag met eigen ogen ziet wie zijn ‘baby’ komt bezoeken.
Gelukkig kan Otten een deel van zijn zakelijke beslommeringen overlaten aan Cor van Dijk, algemeen directeur van de Otten Groep en Janot Entertainment. Van Dijk bemant de headquarters van de Otten Groep dat, hoe kan het ook ander, recht tegenover de Casa Rosso ligt. Normaal gesproken is het op een gewone zaterdagavond in het Wallengebied stapvoets schuifelen. Dat vertrouwde straatbeeld veranderde drastisch toen halverwege maart corona zijn intrede deed. Op de Wallen, twee jaar geleden door de Amsterdamse ombudsman Arre Zuurmond fijnzinnig omschreven als ‘wetteloze jungle’, werd het plotseling stil. Casa Rosso en de Bananenbar sloten zondagmiddag 15 maart hun deuren. Achter honderden ramen was het leeg. Kroegen en restaurants gingen dicht, net als uiteindelijk de souvenirwinkels en de gokhallen.
Maar nu beginnen de Wallen langzaam te ontwaken. Toeristen vinden voorzichtigjes de weg naar de stad en sekswerkers mogen sinds 1 juli weer hun beroep uitoefenen. De gemeente Amsterdam heeft inmiddels wel de nodige maatregelen getroffen om al te grote drukte in het gebied te voorkomen. Zo geldt er op drukke avonden eenrichtingsverkeer voor alle Wallenwandelaars en mogen winkels in het gebied in ieder geval tot 1 september geen alcohol verkopen. Het alcoholverbod geldt overigens niet voor de horeca op de Wallen.
Onder een vergrootglas
‘We waren bezig aan weer een goed jaar,’ zegt Cor van Dijk, in het kantoor van Otten Groep waar onder andere ingelijste, gesigneerde voetbalshirts (Ajax) en Formule 1-shirts (Max Verstappen) de muren sieren. ‘We hadden goede vooruitzichten. De laatste jaren draaiden we natuurlijk sowieso goed, op de Wallen. En toen kwam corona. Inmiddels hebben we moeten duimen voor ons voortbestaan. Op zondag 15 maart ging ineens alles dicht hier, behalve wat winkels en bijvoorbeeld een sympathiek zaakje waar je lampen en broekriemen gemaakt van oude fietsonderdelen kan kopen, The Upcycle bij het Oudekerksplein. Geinig, ja, absoluut. Maar als het andere entertainment hier dicht is, de horeca en het erotische vermaak, hebben zij ook veel minder te doen. Alles hangt hier met elkaar samen. De Wallen vormen een dorp op zich in de stad Amsterdam.
We hadden die zondagmorgen zelf al besloten, Jan Otten, mijn directe collega Chris en ik, dat we dicht zouden gaan. Het was gewoon geen doen, voor ons en voor onze mensen. We hadden al maatregelen genomen, die anderhalve meter zat er bij ons al in, bijvoorbeeld in de Casa Rosso. Daar mochten van ons al veel minder mensen naar binnen dan normaal, zestig in plaats van 184. Maar er kwam zo goed als niemand meer. En onze kosten liepen wel door. Onze artiesten doen het niet voor niets, en terecht.
Halverwege maart werd het ineens stil in de wetteloze jungle die de wallen heet
Veel van hen wilden ook naar huis, naar hun familie. “Want zul je zien, straks mag dat ook niet meer,” die geluiden hoorden we. We hebben hier in de Casa Rosso mensen uit heel de wereld op het podium. Ook de meiden uit bijvoorbeeld de Bananenbar komen uit alle windstreken. Oost-Europa? Ja, ook. Maar wij checken alles. Iedereen
werkt bij ons omdat hij of zij dat zelf wil. We liggen sowieso onder een vergrootglas, maar al was dat niet zo, wij nemen altijd onze volledige verantwoordelijkheid. We zouden niet anders willen, we vinden dat we een absolute voorbeeldfunctie hebben.
Al onze entertainers, gastheren en gastvrouwen staan bij ons op de loonlijst, maar een aantal tijdelijke contracten hebben we niet kunnen verlengen. Dat doet pijn, want het is hier één grote, warme familie. Daar zorgt Jan voor. Bij hem ben je in goede handen. Er is geen lievere man dan Jan. Nog voordat je aan hem kunt vragen of hij je misschien kan helpen, staat hij al voor je klaar. Een ander deel van ons personeel komt “gewoon” van Tempo Team. Dat is voor ons iets duurder, maar wel flexibeler.’
Twee keer modaal
‘We betalen goed. Ik schat gemiddeld zo anderhalf tot twee keer modaal. Dat vinden we ook logisch. Ik trek altijd de vergelijking met een voetballer. Die doen op hun veertigste ook niet meer aan betaald voetbal. Ook het werk bij ons kent een houdbaarheidsdatum. Dus je moet je geld in kortere tijd verdienen.
Ik weet het, er is een zeker spanningsveld tussen de ondernemers op de Wallen aan de ene kant en de bewonersgroepjes van de Wallen aan de andere kant. Dat moet je wel beseffen, de Wallen bestaan uit twee gedeelten. Je hebt het red light district, dat is het gedeelte waar de ramen zitten. De ramen zijn de belangrijkste bezoekersmagneet van de buurt. De magneet wordt aangevuld door kroegen, door musea, door erotisch entertainment zoals wij aanbieden; die mix maakt het uniek. En je hebt het Wallengedeelte waar je geen rode lichtjes ziet. Ik heb het idee dat juist de bewoners uit het stille stuk het meeste klagen, voornamelijk over de drukte.
Maar de drukte bevindt zich natuurlijk vooral hier, in dit stuk. We hebben de drukte lange tijd gemeten aan de hand van de hoeveelheid verschillende wifi-signalen van mobiele telefoons. Toen kwamen we uit op ongeveer 3,1 miljoen bezoekers in heel 2017, die dus hier de Oudezijds Achterburgwal waren gepasseerd. Ga er maar vanuit dat het aantal bezoekers sindsdien toegenomen is. Tot corona losbarstte. Toen kon je ineens een kanon afschieten hier. Het was heel verdrietig. De Wallen, de meest levendige buurt van Amsterdam, waren een uitgestorven, doodstille spookstad geworden. Heel onwerkelijk.’
Onzinnige regels
‘Ik hoop dat elke ondernemer op de Wallen het redt. Maar er zijn hier harde klappen gevallen. Alle ramen dicht, al het erotische entertainment dicht, alle horeca op slot. Het scheelt voor ons in elk geval dat de meeste panden waarin onze zaken zitten, ons eigendom zijn. Ik denk wel dat we het gaan redden, ik ben ook een optimist en we waren het met de meeste coronaregelgeving wel eens. Met sommige andere regelgeving niet – en daar hebben wij ook mee te maken. Bijvoorbeeld: de Casa Rosso wordt van overheidswege bestempeld als seksinrichting. Klopt niet. We zijn een theater. Op de bühne zie je wat anders dan wat je in Carré ziet, dat klopt als een bus, maar verder is er geen enkel verschil. Ook hier zit het publiek uitsluitend op een stoel. En als ze alle acts gezien hebben en ze bemerken van: hé, dat ken ik al, dan verlaten ze het theater. Ja, in pre-coronatijd draaiden we non-stop. Maar de mensen gaan uit zichzelf wel weg, onze stoelen stonden in pre-coronatijd in Transavia-opstelling. Dat heb je na een uurtje wel gehad.
Omdat Casa Rosso door de overheid wordt gezien als een seksinstelling, moet de Casa Rosso voldoen aan alle eisen waar bijvoorbeeld ook een bordeel aan moet voldoen. Dat is volstrekt onzinnig, want de Casa Rosso is geen bordeel. Het kost handenvol geld, dat we veel liever aan andere, meer zinnige dingen zouden willen besteden. Mag ik nog een ander voorbeeld van onzinnige regelgeving geven? Onze zeer gewaardeerde buurtgenoot Rob van Hulst, die veel mensen nog kennen als dokter Eric Koning uit Medisch Centrum West, geeft hier al veertig jaar lang rondleidingen. Hij weet alles over dit oudste stukje van Amsterdam en kan er fantastisch over vertellen.
Sinds 1 april dit jaar mag hij geen rondleidingen meer geven in het red light district, omdat rondleidingen hier sinds die datum verboden zijn. Rondleidingen zouden voor overlast zorgen. Nee, niet dus. Je krijgt pas overlast als die rondleidingen niet meer mogen. Een vakman als Rob heeft zijn groepen altijd onder controle. Je krijgt pas ellende als groepen niet meer met Rob of een andere goede gids het red light district in mogen. Want dan gaan ze op eigen houtje. En dan krijg je dus juist problemen, er is niemand die die groepen aan- en bijstuurt. Ik vind het ronduit onverstandig om vakmensen buiten spel te zetten. En dan moet je ook nog eens bedenken dat het Rob is, die commissarissen van politie, politici, ministers en leden van het Koninklijk Huis wegwijs maakte in dit deel van de stad. Iemand als Rob buitenspel zetten is ondoordacht. De gemeente heeft een kans laten liggen. De gemeente had hier de mogelijkheid om via een vergunningstelsel een en ander goed te regelen – ook het aantal gidsen te beperken – en had een kwaliteitseis aan de vergunning kunnen koppelen. Kortom een middel om met groepen beter te kunnen sturen.
Bluswater
‘Bedenk ook: drukte op zich zorgt niet voor zo heel veel overlast. En indien wel: dan kun je dat managen. Sommige buurtbewoners noemen de Wallen “een pretpark” en dat bedoelen ze dan neerbuigend, negatief. Maar wat mij betreft slaat dat pretpark op het gedrag van mensen, van bezoekers, van toeristen. Als mensen tegen je huis aan plassen of kotsen, dat is overlast. Dan stap je ’s morgens je huis uit, pats, in de smerigheid. Dat vind ik ook smerig. Dat vindt iedereen smerig. Dat is niet prettig. Maar er is niemand van mening dat dat mag, wildplassen of kotsen op de Wallen, dat mag niet. Er wordt alleen niet voldoende op gehandhaafd. En dat is het probleem.
Ook wij draaien nu met verlies, zonder de steunmaatregelen van de overheid zouden we het niet redden
Er zijn nu weer nieuwe verbodsborden geplaatst, hoorde ik, want ik heb ze zelf nog niet gezien. En daarop staat dan bijvoorbeeld een blikje bier met een rood kruis erdoor. Nou, prima, want je moet nu eenmaal uitdragen wat niet mag in deze buurt. Maar als je niet handhaaft op niet-drinken op straat, dan gaan er toeristen naast staan, met een blikje bier in hun hand en die maken dan een foto. Die foto sturen ze via hun mobieltje naar huis. En dan is zo’n foto weer het verkeerde bewijs dat hier alles kan en mag, in Amsterdam, op de Wallen. Momenteel heb je hier heel erg die twee kampen. Ondernemers versus bewoners – en misschien laat de gemeente iets te veel haar oor hangen naar de bewoners. Het evenwicht is een beetje zoek, vind ik.
Neem de Nieuwmarkt, hier om de hoek. Op dat plein staat de horecaondernemers het water tot aan de lippen. Oplossing: maak een groot terras op het plein. Zijn een paar bewoners voorgesprongen, mag het niet meer. Ik vergelijk dat maar met: je huis staat in brand, de brandweer komt en ze bellen vervolgens eerst aan bij de buren om te vragen of ze mogen blussen. “Of ervaart u te veel last van het bluswater? Want dan doen we het niet, dan laten we de boel wel aff ikken.”’
Acht meiden
‘We zijn hartstikke blij dat we weer open mogen. Ik ben ook heel blij voor al onze collega’s hier uit de buurt, van barman tot sekswerker. Maar het is niet meteen allemaal weer goed. Ik sprak drie weken geleden eigenaren van een café die me vertelden: “Cor, ik ben open van 12.00 uur tot 00.00 uur, en dan heb ik 22 euro in de kassa.” Dat is niet leuk.
Wat we hebben gezien is dat, toen de coronaregels versoepelden en de cafés weer open mochten, maar de sekswerkers nog niet, deze buurt heel moeizaam op gang kwam. We hebben elkaar allemaal nodig. Ook wij draaien nu met verlies, zonder de steunmaatregelen van de overheid zouden we het niet redden. In de Bananenbar laten we nu zestien mensen per keer naar binnen. Normaliter zijn dat er ongeveer zeventig. In de Bananen-club lopen nu een stuk of acht meiden rond. Dan zijn er normaal 25, maar roosteren wij die nu in, dan zijn er meer meiden dan klanten.
Ik hoop voor ons allemaal dat er heel snel een ander “nieuw normaal” komt. In Italië, daar was ik vier weken geleden, is de corona-afstand één meter. Dan kun je al veel meer. Maar ik wil ook graag vertellen dat corona er verrassend genoeg ook voor gezorgd heeft dat wij als ondernemers hier naar elkaar toe zijn gegroeid. We hebben nog meer mensen en ondernemers leren kennen en er is nog meer het gevoel ontstaan: we moeten het samen doen. Wat ik eerder vertelde: staan de ramen hier op zwart, dan lopen er veel minder mensen rond. Zijn de kroegen dicht, lopen er nog minder mensen rond. Alles grijpt in elkaar. We hebben elkaar allemaal nodig. Niemand runt in zijn eentje de Wallen. Dat kan niet, dat lukt niet.’
Eén grote familie
‘Ik zou heel graag willen dat we in deze tijd ook proberen om als ondernemers weer dichterbij de buurtbewoners te komen. Ik wil die strijd wij-tegen-zij helemaal niet, ik baal ervan. Iedereen moet zich hier prettig voelen. Of je hier nu woont of dat je hier onderneemt. Ik wil heel graag dat het, net zoals iedereen die voor Jan werkt, één grote familie wordt. Dat we naar elkaar luisteren en elkaar begrijpen.
Ik weet waar ik over praat. Ik ben 32 jaar lang ambtenaar geweest, onder andere in Blaricum, Amsterdam, Weesp en Diemen. Ik heb me bemoeid met de publieke ruimte. In Diemen was ik hoofd burgerzaken. Ik kan echt wel luisteren en wij willen ook luisteren, ook naar de buurtbewoners, natuurlijk! We zijn niet alleen maar op de Oudezijds Achterburgwal aanwezig om geld te verdienen. Dit is ook óns thuis. Wij houden ook van deze buurt. Laatst had ik het nog: ik rij thuis weg, mijn buren zitten te barbecueën in de tuin, ik denk: zij wel, ik moet naar die gracht. Maar dan kom ik hier, en dan ben ik die gedachte meteen kwijt. Hier mogen werken, hier mogen zijn is een voorrecht.
Momenteel is het hier ondernemers versus bewoners – en de gemeente laat iets te veel haar oor hangen naar de bewoners
En, wat geld verdienen betreft, kijk eens naar die ingelijste shirts hier aan de muur. Die koopt Jan voor grote bedragen op veilingen voor goede doelen, maar daar loopt hij niet mee te koop. Dat wil hij niet. Daarom hangen ze ook hier en niet in de Casa Rosso. Hier in de kelder beneden hebben we er nog heel veel meer, maar dat weten de mensen allemaal niet. En wat Jan niet allemaal doet voor de mensen die voor hem werken. We zijn een heel sociaal bedrijf.
Er gaat ook veel goed in deze buurt, dat wil ik ook heel graag benadrukken. We hebben heel goed contact met de politie. We mogen 24 uur per dag een 06-nummer bellen als we denken dat er iets misgaat. Vervolgens hebben we hier binnen een minuut een motoragent op de stoep staan. De politie is geweldig, maar handhaving is een andere afdeling, jammer genoeg. De handhaving kan en moet beter. Het gaat ook om de benadering: dit is een buurt met heel vaak buitenlandse bezoekers. Het gebeurt ook dat deze een paar drankjes op hebben. Dan is het belangrijk hoe je ze aanspreekt, het is de toon die de muziek maakt. Het vraagt dus om een extra kwaliteit. Een kwaliteit die je misschien in een ander deel van de stad minder nodig hebt.
De gemeente werkt hier sinds vorig jaar op drukke avonden vaak met zogenaamde hosts, gastheren en gastvrouwen van de stad. Daarover ben ik ook erg enthousiast. De Oudekennissteeg hier even verderop is bijvoorbeeld vaak echt een bottleneck, als het druk is. De hosts verleggen dan de voetgangersstromen naar de volgende steeg en dat doen ze hartstikke goed. De Ondernemers vereniging BIZ Burgwallen, daar ben ik voorzitter van, heeft in het verlengde daarvan een plan ingediend, om de doorstroom nog meer te ondersteunen. Wij zien veel in het verruimen van de beperkte openbare ruimte door de fietsnietjes tijdelijk te verwijderen en een alternatief hiervoor te maken aan de rand van de buurt. Oudezijds Achterburgwal is kampioen fietsnietjes in Nederland – als je het deel red light strip tussen Damstraat en Korte Niezel bekijkt, dan lijkt het wel de 250 meter horden.
Maar qua karakter moet je de Wallen met rust laten. Ik ben het eens met Mariska Majoor, een zeer gewaardeerd oud-sekswerker uit ons red light district en de oprichter van het Prostitutie Informatie Centrum. Ze schreef onlangs het mooie boek: De Wallen – Toekomst van ons verleden. Een boek over haar jaren op de Wallen en de veranderingen die de buurt heeft ondergaan. Ook voor corona.’
Alweer op 60 procent
‘Kijk, de Wallen gaan het uiteindelijk wel redden. De Wallen hebben alles overleefd. Voor Casa Rosso was de grootste ramp de aangestoken brand in 1983. Daarbij vielen dertien doden. Maar de Casa Rosso herrees uit haar as. Ik hoop dat elke ondernemer hier, maar ook elke ondernemer elders, weer snel volle bak vooruit kan. En dat we de moeilijke tijd die achter ons ligt, snel kunnen vergeten.
En het gaat inmiddels langzaamaan alweer de goede kant op. De gemeente meet hier nu de bezoekersstromen zelf. Afgelopen zaterdag zaten we op 60 procent van de bezoekersaantallen die we gewend waren voor corona. Daar word ik blij van, vooral als iedere bezoeker, zich netjes gedraagt. Dan is iedereen blij.’
Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?
Abonneer nu en profiteer!
Probeer direct- ANP