Houd moed, stond er boven de e-mail die mijn vader aan Özcan Akyol schreef. Onze Eus is na Sylvain Ephimenco in Trouw zijn favoriete columnist, zijn wekelijkse column in Revu leest hij altijd als eerst na het hoofdredactioneel commentaar, althans daarop moet ik hem op zijn woord geloven.
Het valt me op dat Eus in zijn tv-serie De Neven Van Eus een bijzonder genuanceerd beeld over de toestand in Turkije schetst. Elke keer als je bepaalde zaken wilt nuanceren, heb je te maken met een hele meute geïndoctrineerde onruststokers, schreef hij in zijn vorige Revu-column. En zowaar: Eus werd tijdens de opnamen door een boze groep mensen van een plein gestuurd, want Europa wil toch alleen maar een slecht beeld van het land schetsen.
Mijn vader stuurde de mail zodat Eus ook eens een keer wat anders dan haatmail in zijn inbox kreeg, want dat is de prijs die hij betaalt door in een tijdschrift en op tv de analyse van zijn zoektocht in het land van zijn ouders te presenteren. En nu wordt hij met de dood bedreigd.
Iets anders: voor ons coververhaal volgden we de beruchte graffiti-spuiter Farao. Ik snap niet wat die mensen bezielt, zei de man die voor het gemeentelijk vervoersbedrijf in Amsterdam verantwoordelijk is voor het graffiti-vrij maken van bussen, trams en metros afgelopen week in Het Parool. Om die vraag te beantwoorden, liep Revu een nachtje met Farao mee. We volgden hem tijdens een nachtelijke ronde, en hebben hem op geen enkele manier aangespoord om tot vandalisme over te gaan. Hij had zijn tags die nacht toch wel gezet, wij waren als fly on the wall slechts getuige van zijn werk.