Vijfenhalf jaar geleden verving ik Özcan Akyol op deze plek omdat hij als typecast-Turk mensen moest gaan knippen en scheren. Een gimmick om hemeltergend saaie interviews, die worden voortgesleept door geveinsde interesse, te verhullen onder ambachtelijke vorm. Hij mocht er mooi mee op televisie en mij restte slechts zijn plekje in de leesmap op de koffietafel van zijn kapsalon.
Knippen kan ie niet – een beetje Turk hanteert louter de tondeuse – maar laat gezegd zijn dat ik natuurlijk domweg jaloers ben op hoe iemand die vrij weinig kan toch al jarenlang avond aan avond op de treurbuis te bewonderen is, niet louter als televisiekapper, maar als format-figurant bij alles waar die dag vraag naar is. Dat is een talent dat ik nooit heb weten te ontwikkelen.
En het stopt daar niet, hè. Behalve zijn babbelschnabbels op de beeldbuis schrijft Eus ook nog driemaal per week in het Algemeen Dagblad ‘over wat hem bezighoudt’ en ook daarbij kun je regelmatig constateren: niet veel. Ik denk dat zijn gage en zijn gogme ver uit verhouding liggen, hoewel hij natuurlijk wel met een lepe gretigheid zijn troefkaart als gewillig hoepelspringend diversiteitstruukje uitspeelt.
Zodoende kun je struikelen over de headline: ‘Radicale moslim-bashers moeten niet raar opkijken als er debiele reacties volgen van terroristen’, waaronder hij uiteen probeert te zetten dat koranverbrandingen ook een vorm van terrorisme zijn, omdat islamitische fundamentalisten geen onderscheid kunnen maken tussen acties van ‘anti-islamhooligans’ en het handelen van een staat die de vrijheid van zo’n individu bij wet beschermt.
Oftewel: het had Theo van Gogh niet moeten verbazen dat Mohammed Bouyeri hem de strot afsneed. De tekenaars van Charlie Hebdo hadden kunnen weten dat een paar jihadi’s hun redactie overhoop zouden schieten. Enzovoorts.
Eus is zelf helaas niet anders gewend dan volgens de laagste verwachtingen beoordeeld te worden. Dat kunnen we allemaal desgewenst driemaal per week lezen in wat hem bezighoudt, maar veel erger voor hem is dat hij de lat van zijn eigen aspiraties ook nooit hoger zal leggen dan het minimale wat er in zijn ontelbare optredens als Deventer diversiteitskoekje van hem verwacht wordt.
Misschien moeten we daarom niet raar opkijken dat juist van deze AD-columnist een debiele reactie volgt op een koranverbranding. Eus gaat immers gewillig mee in het spelletje, want het betaalt lekker en het geeft nog wat roem en aanzien ook. Helaas krijgen zijn lezers daarvoor de kromme retoriek van iemand voor wie opportunisme een volkomen vanzelfsprekende overtuiging is.
Want als het aan Eus ligt, gaat niemand ooit aan radicale moslims vertellen dat het hún taak is om zich niet verlustigd en verblind te vergrijpen aan het uitdagend korte rokje van de vrijheid van meningsuiting. Als gewillig slachtoffer is je mediabereik immers vele malen groter.