‘Fijne sport, dat tennis’

Mijn loopbaan als tennisreporter was, om in grastennisterminologie te blijven, een kort leven beschoren. Midden jaren 90...

Mijn loopbaan als tennisreporter was, om in grastennisterminologie te blijven, een kort leven beschoren. Midden jaren 90 klom ik bij De Telegraaf al snel op tot derde tennisverslaggever. In die hoedanigheid woonde ik een toernooi in Essen bij waar kleptomaan/drugsverslaafde Jennifer Capriati haar rentree maakte, een paar maanden later mocht ik wat verder Duitsland in, het grastoernooi van Halle. Waar ik vanwege mijn hooikoorts door de beveiliging van de tribune werd gehaald, omdat de spelers zich stoorden aan mijn nasale lawaai.

Fotografie ANP

Het hoogtepunt was mijn eendaagse bezoek aan Wimbledon, waar ik vooral heenging om de eeuwenoude tradities (lees aardbeien met slagroom weggespoeld met een glaasje Pimm’s) te beschrijven.

Ook kwam ik terecht op het ATP-toernooi van Rosmalen, waar alles aantrekkelijker bleek - met name de verschillende bars - dan het aanbod aan vrouwentennis. Ik kon me nog net beheersen om ‘Vrouwentennis zonde van het gras’ boven m’n verhaal te zetten, zoals ik ooit wel had gedaan bij het vrouwenvoetbal.

Maar soms kun je ook wel veel plezier hebben bij tennis, zoals ik bij m’n tweede bezoek aan Wimbledon ondervond in 2011. Voornaamste ingrediënten: een hilarisch gesprekje met dubbelspelspecialist Jean-Julien Rojer, een woedende Jacco Eltingh die een kritisch stukje over zijn medewerking aan een goksite zeer persoonlijk opnam en een perslounge die een prachtig uitzicht bood op baan 14, waar Robin Haase het opnam tegen Mardy Fish. Om de saaie partij wat te verluchtigen, schreef ik een prijsvraag uit onder de collega’s hoe we de partij Haase-Fish het beste in woordspelingen konden vatten.

Aan het einde bedroeg de Fishvangst onder andere: Fish weet hoe de Haase lopen, Haase houdt van Fishfucking, Je weet nooit hoe een Haase een Fish vangt, A Fish called Haase, Fish laat Haasewind en Fish recht Haaserug. De onbetwiste winnaar: Water staat Fish tot aan de Haaselippen. De tranen liepen over onze wangen. Toen ik eindelijk weer wat zicht had, zag ik nog net Haase geblesseerd van de baan strompelen.

Fijne sport, dat tennis.