Peter Bosz vertrekt bij Ajax, en gaat aan de slag als trainer van Borussia Dortmund. Journalist Auke Kok voorspelde het aan het begin van het seizoen al in Nieuwe Revu: 'Dikke kans dat Bosz met een al dan niet geacteerde droefenis verklaart het heel erg te vinden te moeten opstappen. Ajax was een geweldige club om voor te werken en dit aanbod kon hij echt niet laten passeren. Acteur of niet, opportunisme is Bosz niet vreemd.'
Fotografie ANP
De nieuwe trainer van Ajax is zijn hele leven zeker zo bekwaam geweest met zijn mond als met zijn voeten. Is de handige prater ook echt een toptrainer, of acteert hij alles? Eerste impressies van een coach die Ajax eindelijk weer moet laten aanvallen.
Het was een schitterende, misschien zelfs hemelse dag tegen het einde van de maand juni. Tenminste, als je Peter Bosz heette en je voor het eerst aan de wereld werd voorgesteld als de trainer van je droomclub Ajax. En als Bosz op die dag vol positieve aandacht en glimlachende gezichten niet alleen maar acteerde dat Ajax zijn droomclub is. Dat is namelijk wat oud-Feyenoorder Bosz al een tijdje omringt: de vraag of hij echt een toptrainer is of dat hij de rol van toptrainer speelt.
Als de toch alweer 52-jarige voetbalcoach inderdaad een acteur is, zoals Johan Derksen en sommige andere critici zeggen, dan waande Bosz zich op 29 juni in de Stadsschouwburg. Hij had het publiek in zijn zak. Hij was totaal in zijn element.
De vermeende acteur Peter Bosz speelde deze keer de rol van aardige vent. Het verzamelde journaille in de tot persruimte verbouwde gymzaal in de Amsterdam Arena genoot van zijn volzinnen, van de gretigheid waarmee Bosz meeging in de gestelde vragen, van de ontspannenheid waarmee de nieuwe Ajax-coach zijn geest kon laten waaien waar iedereen bij was.
Schuifie-schuifie-tijdperk
Hoe zijn verblijf bij de grootste en moeilijkste club van Nederland ook uitpakt: in zijn rol van welbespraakte, schijnbaar intelligente trainer is hij zijn voorganger Frank de Boer nu al gepasseerd. En hoewel er in heel Amsterdam en omstreken vermoedelijk niet één journalist rondloopt met een hekel aan de immer toegankelijke en eerlijke Frank de Boer: de pers was duidelijk ingenomen met de taalvaardigheid van zijn opvolger.
Het is alsof Bosz dat voelde toen hij De Boer met terugwerkende kracht een hart onder de riem stak. De vele kritiek op het saaie spel van Ajax vond hij overdreven, zei hij ongevraagd; als trainer van Vitesse had Bosz zelf gezien hoe uitgekookt Ajax speelde onder De Boer en hoe goed de Amsterdammers in Arnhem onder de druk hadden uitgevoetbald. Bosz heeft waanzinnig veel respect voor De Boer. Dat had Bosz als voetballer (1981-1999) al gehad en dat heeft hij na De Boers vier opeenvolgende landstitels (2011-2014) nog steeds.
De naast hem gezeten Edwin van der Sar bezigde ook al het woord respect.
De oud-keeper en Ajax-directeur had Bosz eens aangehoord en moest zeggen dat hij er respect voor voelde, zoals de nieuwe trainer praatte. Spreken in volzinnen is nu eenmaal niet de best ontwikkelde eigenschap bij Ajax, zeker niet nu de half geslaagde Fluwelen Revolutie oud-spelers als Van der Sar en Marc Overmars op het pluche heeft gebracht. (In hoeverre assistent-trainer Dennis Bergkamp in volzinnen praat kan pas worden beoordeeld vanaf het moment dat de vroegere aanvaller zijn mond opendoet, wat sinds zijn aanstelling in 2011 voor zover bekend nog niet is voorgekomen in aanwezigheid van meer dan twee toehoorders.) Dat maakte de opluchting onder de aanwezigen in de gymzaal haast voelbaar: is er in de clubleiding tenminste íemand die hun van hen kan onderscheiden. Die graag hardop denkt over voetbal en zo samen verder hoopt te komen, als liefhebbers onder elkaar. Sterker nog, en nu wordt ie helemaal mooi: Peter Bosz is ook nog een hou je vast boekenlezer. En dan niet eens amusante lectuur als Gijp of Kieft, maar serieuze boeken met een heleboel woorden, over zijn held Josep Guardiola bijvoorbeeld. De Spaanse coach van Manchester City is obsessief inzake tactische finesses, techniek, balaannames en het vastzetten van tegenstanders op de eigen helft. Zo wil Bosz ook zijn.
Het schuifie-schuifie-tijdperk van De Boer werd zo ten grave gedragen. Ajax ging na jaren van slaapverwekkend breedtevoetbal eens kijken hoe zon vijandelijk doel er van dichtbij eigenlijk uitziet. Leuk hoor. Ik heb er zin in! vloog een Ajax-watcher op uit zijn stoel; het was alsof Bosz de bal eigenhandig tegen de touwen had geschoten.
Naar voren
Drie weken later hangt de vlag er alweer iets anders bij. Het door Peter Bosz gepredikte aanvalsvoetbal heeft tot bizarre resultaten geleid. Het avontuur dat op 29 juni zo verfrissend boven acteur en publiek hing, de uiteenzettingen over de vijfsecondenregel die moet maken dat Ajax net als FC Barcelona de bal razendsnel gaat terugveroveren, en al het gepraat over druk naar voren en verdedigen met enorme ruimtes in je rug is al aardig verbleekt na verliespartijen tegen bescheiden tegenstanders als het Belgische AA Gent en FC Liefering in Oostenrijk. Alleen tegen de amateurs van AFC en Olympique Marseille werd gelijkgespeeld.
Het geloof in de nieuwe welbespraakte trainer en spektakel in de Arena wankelde bij het zien van verdedigers die als dwazen naar voren renden of trapten, en ballen die als gevolg daarvan doelman Jasper Cillessen als warme bitterballen om de oren vlogen.
Tachtig procent van de aandacht zou de eerste weken naar het verdedigen uitgaan, sprak de aanvalscoach eind juni met gevoel voor paradoxen; misschien had dat toch maar honderd procent moeten zijn.
Naar voren! was het eerste credo van Bosz op Sportpark de Toekomst. Weer eens wat anders dan gemompel over risicoballen, die op straffe van tirades vermeden moesten worden. Een jonge selectie diende na jaren van oefenen op zekerheden voortaan risicos te nemen. Tijdens het trainingskamp in Tirol werd de jonge Tsjechische aanvaller Vaclav Cerny apart genomen: tijdens het afjagen van een vijandelijke verdediger mocht hij niet langer over de schouder kijken of de anderen hem volgden: Cerny en de anderen moesten er vanuit gaan dat de rest in zijn kielzog meekwam. Dat bevordert het tempo, het intimiderende van een team dat weet wat het wil. Hup, eropaf!
Heerlijk, zei Cerny voor de camera van ajax . Tv . Een coach die meteen zijn visie op tafel legt. Een nieuwe coach die nieuwe kansen biedt voor iedereen. Zoals voor hemzelf, de vlugge en technisch vaardige buitenspeler van achttien waar de Arena naar snakt.
Meer Frank de Boer
Helaas bleek in de Oostenrijkse Alpen hoe lastig dat is. Het calculerende wat er gedurende vijf jaar is ingeramd laat zich niet zomaar vervangen door het meer impulsieve en offensieve wat Bosz (en de clubdirectie) graag ziet. Het leek wel of Bosz daar in het Zillertal, in de groene vallei tussen de besneeuwde bergtoppen, meteen al tot inzichten kwam waar De Boer, gedwongen door de jaarlijkse uitverkoop van zijn beste spelers, zich vanaf 2013 aan overgaf: de overtuiging dat de spelers het niet kunnen. Jonkies en potentiële publiekslievelingen als Cerny en Robert Muric belandden tijdens de oefenpotjes al snel in het reserveteam. In de speelhelften waarin aanvoerder Davy Klaassen en de andere zekerheden het veld in kwamen, keerden de bekende gezichten terug. En al vóór de door Bosz als cruciaal bestempelde oefenwedstrijd tegen Olympique Marseille op 20 juli maakte hij duidelijk dat de speelstijl alweer zal worden gewijzigd. Zei de aardige vent op 29 juni nog dat hij geen concessies zou doen aan de aanvallende speelstijl, nu de onzekerheid door de ploeg woekert, grijpt Ajax in de voorronde van de Champions League enigszins terug op de aanpak van het afgelopen seizoen. De spelers drongen daar op aan. Vooral doelman Cillessen vindt de overgang van 21 keer moeten vissen in een heel seizoen naar veertien tegengoals in een handjevol oefenpotjes niet zo prettig. Bosz heeft ernaar geluisterd en dat betekent meer zekerheden tegen PAOK Saloniki, meer berekening, meer mensen achter de bal. Minder avontuur. Meer Frank de Boer.
Lieve oom
Wat de lerende trainer, zoals Bosz zich ondanks zijn leeftijd noemt, zegt en doet loopt niet altijd parallel. De data van de voorrondes van het miljoenenbal waren al maanden bekend; het spelersmateriaal was dat ook. En nog maar kort geleden zei Bosz dat hij bij Heracles en Vitesse ruimschoots gewend was aan hectische voorbereidingen op een nieuw seizoen.
In Arnhem werden hem vlak voor de start soms zomaar zes talenten van moederclub Chelsea in de schoot geworpen. En mooi dat Bosz zijn ploeg van meet af aan liet aanvallen op een manier die het bioscooppubliek in Arnhem in grotere drommen dan voorheen naar de Gelre- Dome zou lokken.
Concessies waren er zelden bij. Waar Bosz en zijn eeuwige vazal Hendrie Krüzen neerstreken, kreeg het publiek goals en resultaten. Meestal niet meteen, maar ondanks aanvankelijk wat stroeve opvoeringen en verliespartijen hield de Nederlandse Pep Guardiola het roer vast en joeg hij zijn jongens naar voren. Wie geen risicos durfde te nemen was een schijtbak. Dan werd Bosz link heel anders dan de gezellige oom die hij in de inmiddels onder Ajax-volgers al veel bekeken vlog van zijn nichtje Joy neerzette. (Acteerde, misschien wel.) Knus in de slaapkamer van Joy ging het over vakanties op Curaçao en ijsjes eten op slippertjes, maar de schijtbakken in Almelo en Arnhem hadden het soms zwaar te verduren.
De Pep der Lage Landen wil de bal snel vanuit de defensie naar voren getransporteerd zien. Niet dat de geboren Apeldoorner bekendstaat als een briesende driftkikker; net zoals de andere didactisch slimme coach laat hij een slecht verlopen eerste helft eerst vijf minuten indalen in de kleedkamer. Dan pas zegt hij kort waar het aan schortte en hoe het beter kan. Even didactisch slim is zijn streven om zijn visie in hapklare brokjes op te dienen; daarom bleven zijn avondlijke praatsessies tijdens de week in Oostenrijk praatsessies: op zich al contrasterend met Frank de Boer beperkt tot een kwartier. Als ex-prof kent Bosz de beperkingen van voetballers om informatie op te nemen.
Maar een lieve oom is hij lang niet altijd. Volgens Nieuwe Revu-journalist en Vitesse-fan Marcel van Roosmalen is Peter Bosz gewoon een lul, een narrige humorloze man die slecht tegen kritiek kan. Compleet het tegendeel dus van de distributeur in bedachtzame volzinnen van die gelukzalige dag van eind juni.
Wat de waarheid is? Mogelijk plooit Bosz zijn gedrag naar de omstandigheden. En zo beschouwd beleeft hij deze weken zijn eerste echte vuurdoop. Nooit eerder zal zijn gedrag zo onder de loep zijn gelegd als in en rond de slangenkuil van Amsterdam-Zuidoost.
Even wennen
Verrassend: in het Zuid-Franse Béziers bleek hij tegen Olympique Marseille zijn plannen toch weer niet te hebben bijgesteld. Vanaf de eerste minuut joeg Ajax op de bal, het hele team drukte naar voren. Er waren speelse combinaties en bij balverlies was er een lang niet meer vertoonde gretigheid om de bal te heroveren. Even wennen om tien veldspelers in witte shirts met een rode baan na jaren van breedtevoetbal fris aanvallend te zien spelen. Indien met name Anwar El Ghazi niet zo slordig met zijn kansen was omgegaan, had het bij de rust 3-0 gestaan in plaats van 1-0. In de tweede helft werd alles minder, maar belangrijker dan de uitslag 2-2 was die eerste helft: zo zijn dus nog steeds de plannen. Opvallend was hooguit dat de middelste middenvelder niet aanvallend was, zoals Klaassen het afgelopen seizoen, maar verdedigend, een rol die Jaïro Riedewald behoorlijk vervulde. Daarnaast wekte de 18-jarige Deen Kasper Dolberg de indruk een goede en wendbare centrumspits te zijn. Het was in zijn algemeenheid zoals het meestal gaat met Bosz bij een nieuwe club: aanvallend spel leidde zowel tot leuke acties als tot vrij baan voor tegenaanvallen van de opponent. Saai was in ieder geval anders.
De soms wel erg gestrest achter zijn brillenglazen turende Bosz verklaarde achteraf blij te zijn dat hij nu eindelijk het Ajax had gezien dat hem voor ogen stond: Ik denk dat we op de goede weg zijn. De meeste spelers zijn conditioneel nog niet op peil; ze hadden nu pas, een week voor het belangrijke duel met PAOK Saloniki, een volledige wedstrijd gespeeld. Met zijn kale schedel glimmend onder de stadionverlichting zette Bosz grote ogen op: al met al was de voorbereiding, met dat zwakke spel en die nederlagen, onvoldoende geweest. Duidelijke taal van de man die zo goed en graag spreekt. Want hoe het ook loopt tegen PAOK: Bosz zal er alleen al verbaal een mouw aan weten te breien. Linksom of rechtsom zal de vroegere speler van RKC, SC Toulon, Feyenoord, JEF United, Hansa Rostock, NAC en weer JEF in Japan zijn woorden in overeenstemming brengen met het getoonde spel. Noem het een voordeel van taalvaardigheid en slimheid.
Dromen
Begin jaren negentig stond Bosz bij Feyenoord bekend als de verdedigende middenvelder die het behalve van zijn voeten van zijn mond moest hebben. Op zijn medespelers inpraten deed hij bijna net zo graag als de bal naar voren schieten. En in die periode wist Bosz al dat hij trainer zou worden; tijdens het EK 1992 noteerde hij de opmerkingen en oefenstof van bondscoach Rinus Michels dagelijks in zijn schriftje. Ook de aanpak van andere trainers legde hij tot het einde van zijn actieve loopbaan vast. Vrijwel geen voetballer doet zoiets; de meesten zijn er te lui voor. Peter was anders, leergieriger, handiger, zakelijker. Zo was hij het Bosman-arrest van 1995 jaren voor door zich vrij te kopen van zijn clubs om zodoende vrij te zijn om te doen en laten wat hij wilde. Die onderhandelingen voerde hij het zal niet verbazen zelf.
Het is, in zijn eigen woorden, dan wel een droom voor Ajax te werken; vroeger was het een droom voor Feyenoord te spelen en een droom om trainer van Vitesse te worden. Dromen die hij inruilde voor andere dromen terwijl zijn contract nog doorliep. Eerst stapte Bosz in december 2015 op in Arnhem. De kans om in Tel Aviv voor veel geld trainer te worden bij Maccabi was te aanlokkelijk Vitesse kon halverwege het seizoen een nieuwe coach gaan zoeken. En in Israël tekende Bosz vervolgens een contract voor anderhalf jaar, dat hij slechts voor een derde uitdiende omdat Amsterdam ook best een uitdagende stad is. Acteur of niet, opportunisme is hem niet vreemd.
Onder de loep van de hoofdstedelijke kritiek zal blijken wie Bosz nu eigenlijk is. Buigzame praatjes zullen hem hier waarschijnlijk niet kunnen redden. Onder hoogspanning zullen we zien hoe hij reageert op mee- en tegenvallers, op een tierende Sjaak Swart in de kantine van De Toekomst en op een euforische of kwaadaardige Arena. Tenzij het onwaarschijnlijk goed gaat, natuurlijk.
Stel dat Ajax tegen PAOK en de maand daarop volgend inderdaad lekker aanvallend en succesvol speelt. Dikke kans dat ergens in het buitenland een nieuwe droomkans langskomt dat Peter Bosz met een al dan niet geacteerde droefenis verklaart het heel erg te vinden te moeten opstappen. Ajax was een geweldige club om voor te werken en dit aanbod kon hij echt niet laten passeren. Maar de kans dat zijn ploeg eerst nog wat keren zal struikelen lijkt groter. We gaan het zien.