'Juffen en meesters zijn niet opgewassen tegen de verbale terreur van ouders'

Bijna de helft van de basisschooldocenten voelt zich na de uitslag van de eindtoets, die de toekomst van een scholier me...

Bijna de helft van de basisschooldocenten voelt zich na de uitslag van de eindtoets, die de toekomst van een scholier mede bepaalt, onder druk gezet door ouders die willen dat hun kinderen naar een hogere vervolgopleiding gaan. Dat blijkt uit een onderzoek van het ministerie van Onderwijs. Vaak als het resultaat toch al goed was, dringen de ouders alsnog aan op bijstelling naar boven.

Toen ik dit las, moest ik meteen denken aan de kleine enclave kakkers op mijn eigen bassischool, nu ongeveer 20 jaar geleden. Het werd me nooit duidelijk wat die lui op onze zwarte school deden, maar ik sluit niet uit dat het voortkwam uit een soort engagement voor de bühne, zo van: kijk ons eens modieus en progressief zijn. In de praktijk hadden we geen moeite met elkaar – we waren gewoon kinderen – maar op belangrijke momenten kwamen de onoverbrugbare verschillen wel boven water drijven.

Zo ook na de Cito-toets. Ik zal nooit vergeten hoe de vader van een klasgenoot op hoge poten, in het bijzijn van de hele school, onze directeur uitfoeterde, omdat zijn kind naar een mavo moest, net als mijn vriendjes en ik, trouwens. We wisten niet precies wat de verhoudingen tussen die twee waren, maar het werd spannend, de subtiele bedreigingen waren niet mals, en uiteindelijk mocht de onfortuinlijke klasgenoot alsnog naar het vwo.

Dat heeft hij niet lang volgehouden. Laatst kwam ik hem tegen in het centrum van Deventer, waar hij een gestolen telefoon aan me wilde verkopen. Aan zijn kop te zien, was het geld nodig voor een nieuw jointje. Ik wil maar zeggen.

In sommige gegoede kringen kunnen mensen het niet aan elkaar verkopen dat hun kinderen niet excelleren in alles wat ze doen. Dat vreemde en lachwekkende fenomeen kwam ik ook veelvuldig tegen bij de meisjes met wie ik een relatie had – ja, ik vond ze dikwijls out of mij league. Altijd was er die druk van papa en mama om niet onder te doen voor de rest, want dat zou dan breed worden uitgemeten op de tennis- of hockeyclub, en dat wilden ze natuurlijk niet. Het was zelfs onwenselijk om met een Turk thuis te komen, want die waren ook inferieur – maar dat is een ander onderwerp.

Met betrekking tot het onderwijs viel me vaak op dat onze juffen en meesters niet opgewassen waren tegen de verbale terreur van ouders die uit een hogere sociaaleconomische klasse kwamen. Het tegenovergestelde gebeurde bij ons: als iemand met een migrantenachtergrond onrecht werd aangedaan, was er geen enkele ouder mondig genoeg om een beslissing ongedaan te laten maken, simpelweg doordat ze de taal niet spraken of het systeem niet kenden.

Er wordt al een hele tijd door deskundigen gekissebist over wat de beste methode is om kinderen in het voortgezet onderwijs op de juiste plek te krijgen. Is een eindtoets achterhaald? Moet de scholier beoordeeld worden op een heel jaar? Of juist op ijver? Is een combinatie van al deze zaken niet de beste leidraad? Ik weet het eerlijk gezegd ook niet. De grootste uitdaging blijft om betweterige ouders, die vooral aan zichzelf denken en geen realistisch beeld van hun eigen kind hebben, ver buiten de poorten van het schoolgebouw te houden. Want zij zullen nooit accepteren dat een telg minder begaafd is dan gehoopt.