Nieuwe Revu portretteert de leiders van een nieuwe generatie. Zij helpen Nederland vooruit door de juiste vragen te stellen of door zelf de antwoorden te geven. Deze week: vanillekweker Joris Elstgeest (40).
Fotografie Gerard Wessel
Waarom is een kweker van pot- en hangplanten zo geïnteresseerd in vanille?
De markt voor groene planten staat al jaren onder druk. Daarom zei ik tien jaar geleden tegen mijn vader: Ik ben het zat om alleen maar de kaasschaaf over de kosten te halen. Dat gaan we anders doen. Wij worden het meest innovatieve tuinbouwbedrijf van Nederland. Sindsdien zijn we continu nieuwe soorten aan het ontwikkelen. En vanille is interessant omdat het een van de duurste specerijen ter wereld is. De consumentenprijs is momenteel 1500 euro per kilo. 90 procent van de vanille komt van Madagaskar. Daar heeft een cycloon onlangs de oogst verwoest. Dus vanille wordt alleen maar duurder.
Wie zijn jullie grootste concurrenten op de vanillemarkt?
Op Madagaskar zitten vijf beruchte families die als een soort maffia de boel domineren. Concurrentie dulden ze niet. Ik ken verhalen dat ze in Afrika grote plantages opkochten, de hele boel platspoten met gif en weer vertrokken. Mensen die veel zaken doen in dat land, hebben mij al drie keer gewaarschuwd. Dat ik maar beter niet naar Madagaskar moet komen als ik zo door blijf gaan. De vanillehandel is een cowboywereld. De diefstal op het eiland is enorm. Boeren gaan al een maand voordat die peulen goed zijn, op hun eigen plantages slapen. Ze vertrouwen hun buren, zelfs hun eigen kinderen bijna niet. Maar zelfs dan wordt er veel gestolen. Met als gevolg dat ze vaak onrijpe peulen oogsten. Het vanillinegehalte is dan te laag.