Longread | portret van Simon Brester, de filmtsaar van Amsterdam

Wie in Amsterdam wil filmen, moet zich eerst melden bij de gemeente. Daar behandelt en begeleidt Simon Brester alle aanvragen. Vrijwel alles mag volgens de filmtsaar van Mokum. Bij het filmen van een overval op een sigarenboer werd door omwonenden een echt arrestatieteam gealarmeerd.’

Simon Brester

Wie in Amsterdam wil filmen, moet zich eerst melden bij de gemeente. Daar behandelt en begeleidt Simon Brester alle aanvragen. Vrijwel alles mag volgens de filmtsaar van Mokum. Bij het filmen van een overval op een sigarenboer werd door omwonenden een echt arrestatieteam gealarmeerd.’

Een groepje van acht tot de tanden toe gewapende politiemannen stormt het Leidseplein op om een Mexicaans drugskartel uit te schakelen, dat een deal wil maken met een Nederlandse cocaïnebazin. Kogelvrije vesten, veel machtsvertoon, AK47's. Een wat oudere, grijzende voorbijgangster die niks met de drugsdeal te maken heeft, steekt haar handen voor de zekerheid de lucht in als het arrestatieteam wild voorbij komt rennen. Er wordt geschreeuwd, geschoten, gevochten. Binnen twintig seconden ligt het plein bezaaid met lichamen, dood en levend. Een politieman in burger kijkt kil naar het lijk dat onder hem op de grond ligt. Zijn pistool houdt hij losjes in de hand. Voor zich ligt nog een gun op de grond, in het heetst van de strijd verloren door het bebloede slachtoffer dat vlak naast het zebrapad ligt. Op de achtergrond rijdt een tram doodgewoon zijn dagelijkse rondje, nog slaperige passagiers kijken vertwijfeld naar het schouwspel.

Geen porno

Amsterdam wordt steeds populairder als filmdecor. Filmploegen uit binnen- en buitenland waren in 2015 opgeteld ruim tweeduizend dagen aan het werk in Amsterdam; de helft meer dan in 2014. Simon Brester, sinds 2010 Film & TV Commissioner van de gemeente Amsterdam, verwacht dat de belangstelling van producenten de komende jaren nog verder zal groeien. Echter, zomaar een dagje draaien in de stad voor een film of serie, dat is er anno 2016 niet meer bij. Of dat nou geldt voor een tamelijk omvangrijke productie met veel bombarie, zoals de hierboven geschetste scène uit Penoza, of een simpel item voor een kookprogramma; iedereen die in Mokum wil filmen moet eerst langs Brester.

Simon Brester krijgt aanvragen voor iedere minuut die landelijke media én de rest van de wereld willen komen filmen in onze hoofdstad. Daar zitten kleinere items tussen, zoals videoclips, reisprogramma's, documentaires en tv-commercials, maar ook spannende en omvangrijke Hollywoodproducties. Hoe opmerkelijk: er komen nooit verzoeken binnen voor porno. En dat is vreemd, want in Los Angeles beslaan seksfilms wel twintig procent van alle aanvragen,’ verbaast Brester zich. Gezien de achtergrond van Amsterdam zou je verwachten dat hier wel het een en ander wordt gedraaid. Dat gebeurt waarschijnlijk ook wel, maar dan stiekem. Ik denk dat vijf of tien procent van alles wat wordt gefilmd in de stad, porno betreft. Maar blijkbaar kent men de regelgeving niet, want ik krijg er geen aanvragen voor binnen.’

Binnenstad onder druk

In de afgelopen zes jaar gaf Brester die zelf een achtergrond heeft als locatieproducer en de filmwereld dus kent als zijn broekzak groen licht voor opnames van honderden kleine en grote producties, waaronder bijvoorbeeld De Heineken Ontvoering (2011), The Fault in Our Stars (2014), de sciencefictionserie Sense8 (2015) en Das Tagebuch der Anne Frank (2015). Het spreekt voor zich dat bepaalde delen van onze hoofdstad extra in trek zijn bij buitenlandse filmploegen. De grachtengordel met haar prachtige gevels en sprookjesachtige stadsgrachten zijn gewild, net als de Wallen. Daardoor komt de binnenstad extra onder druk te staan, schetst Brester.

Dat er bij zijn functie meer komt kijken dan alleen een straatje afzetten, wordt duidelijk als Brester vertelt waar hij in het voortraject zoal aan moet denken als een filmploeg wil komen draaien: Welke zaken spelen er in de betreffende wijk? Zijn er optochten, concerten, demonstraties of andere evenementen in de stad? Bijzondere verkeerssituaties? Hoe staat het met de veiligheid op die locatie? Dat knopen we aan elkaar en dan pas gaan we kijken naar wat er precies wordt opgenomen. Gaan ze de grachten in, wordt er geschoten, moeten er grote wegen worden afgezet? Daarna doet de producent een formele aanvraag via het Digitale Loket van de gemeente. Met drie partijen beoordelen we dat verzoek: de politie, het stadsloket, dat de vergunning moet afgeven, en ik.’

De gemeente Amsterdam hanteert een opvallend soepel beleid met veel respect voor de creatieve sector. Brester: Ons stadsbestuur wil op artistiek gebied eigenlijk niets verbieden in de stad. Als iets te moeilijk of gevaarlijk wordt, proberen we mee te denken over alternatieven om het wél door te laten gaan. Inhoudelijk wil de gemeente zich niet mengen in een creatief proces; we gaan niet bij een schrijver op schoot zitten om te bepalen welke zin hij mag schrijven en we nemen een schilder de kwast niet af om een ander beeld voor hem te schetsen. Op dezelfde manier willen we filmmakers niet belemmeren in hun creatie. Dikwijls krijgen mensen die in Amsterdam wonen of werken te maken met overlast als er een ploeg komt filmen. Als er een weg, parkeerstrook of deel van een wijk moet worden afgezet, levert dat vertraging, parkeerproblemen en andere irritatie op. De gemeente probeert dat zo goed mogelijk te ondervangen met tijdige communicatie, duidelijke omleidingen en gratis alternatieve parkeergelegenheid voor omwonenden.

Werkgelegenheid creëren

Zelf noemt Simon Brester het geen citymarketing wat hij doet, maar het staat als een Amsterdammertje boven water dat de interesse in de stad groeit op het moment dat een groot nationaal of internationaal publiek Amsterdam als decor ziet van een film, serie of tv-programma. Ik zie het meer als businessmarketing. In het algemeen ziet de gemeente het als haar verantwoordelijkheid om ondernemingen die in de stad zaken willen doen, te koppelen aan bedrijven binnen de gemeente. Op het gebied van film en televisie ben ik daarvoor aangesteld. Ongeveer driekwart van het Nederlandse medialandschap zit in Amsterdam vanwege de uitstekende internationale verbinding met Schiphol, de wetgeving die op orde is en de fraaie locaties in de stad. Die mensen willen we graag aan het werk houden en dus proberen we ervoor te zorgen dat het klimaat qua vestiging, investeringen en uitvoering optimaal is. Ons primaire doel is werkgelegenheid creëren.’

Met dat uitgangspunt in het achterhoofd keek Brester handenwrijvend toe toen de cast en crew van The Hitman's Bodyguard samen zo'n 350 man in zijn stad neerstreek. Een slordige drie miljoen euro vloeide naar Amsterdam; niet naar de gemeente, maar bijvoorbeeld naar autoverhuur, hotels, Nederlandse talenten en filmcrew. Brester: En als je bedenkt dat 350 man tien dagen lang drie maaltijden op een dag hebben genuttigd, kun je je voorstellen dat de lokale groothandels er ook hun voordeel mee hebben gedaan.’

De overlast die filmen met zich meebrengt, probeert de gemeente om te draaien als kans. In de Amsterdamse film- en televisiewereld waarin Simon Brester zich beweegt, is het gebruik van de juiste aggregaten een stokpaardje. Aggregaten vormen een terugkerend probleem, want ze stinken, ze trillen en ze maken geluid. Je zal er midden in de nacht maar eentje tegen je gevel hebben staan. We wijzen filmmakers op innovaties, bijvoorbeeld grote batterijaggregaten. Dat is een fantastische uitvinding die in Nederland wordt ontwikkeld. Ze zijn nog net niet sterk genoeg om al die felle lampen en andere apparatuur van stroom te voorzien, maar daar gaan we wel naar toe. Bij The Hitman's Bodyguard en Sense8 hebben we ze al gebruikt; ze zijn totaal stil, stinken niet, trillen niet en kunnen een hele hoop elektriciteit afgeven vanuit zonne-energie. Die ontwikkeling jaag ik enorm aan bij producenten die aanvragen komen doen. Over een jaar of vijf zijn de batterijaggregaten naar verwachting dusdanig goed dat we die als voorwaarde kunnen stellen voordat we toestemming geven. Vanzelfsprekend verwijzen we dan naar Amsterdamse bedrijven die de moderne aggregaten aanbieden.’

Behoorlijk bloederig

Dit jaar was de filmbaas van Amsterdam nauw betrokken bij de toestemming rond The Hitman’s Bodyguard. In deze miljoenenproductie van regisseur Patrick Hughes spelen sterren als Samuel L. Jackson, Salma Hayek en Ryan Reynolds. De actiefilm die in augustus 2017 wereldwijd op het witte doek zal verschijnen, eiste in de zomer van dit jaar nogal wat van onze hoofdstad. Brester: ‘Het kan er soms behoorlijk bloederig aan toegaan. Er moest een auto in brand vliegen, een SUV schoot in de gracht en een speedboot voer met hoge snelheid door de gracht. Je wilt niet weten wat daar allemaal voor moet worden geregeld. Wist je bijvoorbeeld dat wanneer een snelle boot in plané vaart, er veel minder golfslag naar de zijkanten ontstaat dan bij het afremmen? De woonboten in de grachten krijgen het zwaar te verduren als Samuel L. Jackson zijn zwarte speedboot tot stilstand brengt. De woonarken bonken door de golfslag tegen de kaden, waarbij de betonnen drijvers kunnen stukslaan. Daar moet je vooraf even goed over nadenken en adequate voorbereidingen treffen. En overleg plegen met de woonbootbewoners. Bij sommige scènes denken scriptschrijvers en producenten niet al te diep na over de gevolgen tijdens de opnames. Dat hoeft op zich ook niet, daar zijn wij voor. Maar je begrijpt dat het nogal wat verwarring kan opleveren als er hoog op het dak van een grachtenpand iemand op de rand staat, van wie het lijkt alsof hij zelfmoord wil gaan plegen. Zoiets moet worden doorgegeven aan de meldkamer, want daar mogen geen misverstanden over ontstaan. Buurtbewoners kunnen hulptroepen gaan inschakelen, die we vervolgens niet zomaar weer weg krijgen.’

Handen omhoog

Bij de opnames van de derde reeks van de Nederlandse misdaadserie Penoza zien we het openbaar vervoer en rondslenterende toeristen op de achtergrond traag passeren. Bestaat het gevaar dat een overijverige burger zich in een heldenrol werpt en een acterende overvaller wild te lijf gaat? Volgens Brester valt dat reuze mee. Hij vertelt ons dat scènes met wapens opmerkelijk genoeg vaak niet risicovol zijn. Pistolen en geweren zijn voornamelijk zichtbaar en door de shitload aan crewleden, regisseurs, karren met kabels, reflectieschermen en camera’s hebben passanten vrij vlot door dat er opnames gaande zijn. Ook is er vrijwel altijd duidelijk zichtbare bebording aanwezig en zijn verkeersregelaars actief.

‘Toch hebben we het een paar keer meegemaakt dat er een serieus arrestatieteam van de politie in opperste paraatheid klaarstond,’ vertelt Brester. ‘Een van die gevallen betrof een groep jongens die in overleg met de betreffende buurt in Amsterdam-Oost een sigarenboer aan het overvallen was. Ze hadden speelgoedwapens bij Bart Smit gekocht en filmden hun scène met een iphone. Ongeruste buurtbewoners zagen het gebeuren en belden de politie. Daar konden ze nergens terugvinden dat er opnames waren gepland; ik wist ook van niets. Dan kunnen ze maar één ding doen en dat is niet twijfelen. Er werd meteen een ingreep gedaan met een zwaar team en dat liep nog bijna écht uit de hand ook. Waarom? Mensen die geen echte overal plegen, reageren laconiek op het dwingende bevel: “Wapens laten vallen en handen omhoog.” Die jongens zeiden eerst nog kalm dat het allemaal niet echt was en hielden hun nepwapens gewoon vast. Kijk, dan wordt het link. Bijna was er echt geschoten. Nepwapens zijn verboden. Als men niet reageert op een bindende oproep van de politie, hebben zij het geweldsmonopolie.’

Een ander pijnlijk misverstand trad op bij een scène die wel was aangemeld. Bij het checken van de beelden bleek echter dat de bewuste actie niet helemaal naar wens was opgenomen. De filmmakers besloten een half uur later om het opnieuw te gaan doen, maar hadden de scène al afgemeld bij de meldkamer. Vervolgens zag een omstander dat er iemand in een auto onder schot werd gehouden en hij belde de alarmlijn. Brester: ‘De meldkamer twijfelde nog, omdat het wel precies dezelfde locatie betrof als de eerder gedraaide scène. Daarom stelde men een controlevraag om te kijken of ze het voertuig konden herkennen uit de aanmeldingen: wat voor auto is het? De bellende burger gaf het kenteken door. Je verzint het niet, maar de crew had de betreffende auto op het laatste moment vervangen. Ze hadden een auto van de sloop gehaald en uitgerekend díe wagen bleek van een veroordeelde crimineel te zijn geweest. En dus gingen alle alarmbellen af. Er werd onmiddellijk forse inzet op gepleegd en dat gaat dan vrij hard. In no time stonden er een paar dikke Audi’s naast en zweefde er een zwaarbewapende helikopter boven. En geloof me, dan moet je écht doen wat ze zeggen.’

Historie
  • Floris Feilzer en Leo Vogelzang