Met de recente ontslagronde onder zijn naaste medewerkers wil Vladimir Poetin als een moderne tsaar alle macht in handen hebben en die niet meer delen met een binnenste cirkel van vertrouwelingen. Als het verleden Poetin iets moet hebben geleerd, is het dat hij op zijn hoede moet zijn voor een Judas onder zijn discipelen. Is de zuivering aan de top een aangekondigde politieke dood?
Illustratie Steve Nestorovski
In de afgelopen twee jaar heeft de Russische president Vladimir Poetin veel naaste medewerkers de laan uitgestuurd; vertrouwelingen en zelfs vrienden die hij al jaren kent en die tot zijn absolute inner circle behoren. De ene na de andere oudgediende wijst hij de deur in een proces dat veel weg heeft van een grote zuivering aan de top, die door Poetin in zijn eentje wordt geregisseerd. Het meest opvallende ontslag was dat van de stafchef van het Kremlin en Poetins rechterhand, Sergej Ivanov, afgelopen augustus. Maar hij is zeker niet de enige en vermoedelijk ook niet de laatste.
Ter vervanging van zijn vertrouwelingen worden veelal medewerkers uit de contreien van de veiligheidsdiensten aangesteld. Vrijwel allemaal hebben ze hun carrière te danken aan Poetin zelf en hebben ze weinig tot geen ervaring in de politiek. Het zijn gezapige jaknikkers die honds loyaal zijn aan de president. De overeenkomsten met Poetins eigen opkomst in het Russische politieke systeem zijn treffend. Ook hem ontbrak het namelijk aan elke vorm van politieke ervaring voordat hij zijn intrek nam in het Kremlin. Bovendien had hij jaren voor de geheime dienst KGB gewerkt en stond hij bekend als zeer loyaal aan zijn superieuren. Maar waarom is Poetin begonnen aan de recente opschoning? Is hij bang dat iemand hem van de troon stoot? En kunnen de new kids on the block in de politieke elite geen gevaar vormen voor Poetins positie? Poetins verleden biedt een mogelijk antwoord.
Tweede man Sint-Petersburg
Voordat Poetin in 1999 door de toenmalige president Boris Jeltsin werd aangesteld als premier, was hij nog onbekend bij het grote publiek. Zijn professionele loopbaan was in de jaren zeventig begonnen bij de KGB, waar hij aan de slag ging bij de buitenlandse inlichtingendienst op het hoofdkwartier in Sint-Petersburg, destijds nog Leningrad geheten. Hij was een van de vele ambtenaren van het Sovjetsysteem die bij de inlichtingendienst werkte en zijn positie was daardoor allesbehalve enerverend.
De eerste keer dat Poetin iets te maken kreeg met politiek was in 1991, toen hij een functie verwierf bij de gemeente Sint-Petersburg. Poetin werd de rechterhand van Anatoli Sobtsjak, de burgemeester van de tweede stad van Rusland, die bekendstond als een liberaal en een democratische hardliner. Tijdens hun samenwerking ontfermde Poetin zich onder meer over het aantrekken van buitenlandse investeringen in de stad, maar een echte politicus was hij verre van. Hij was nog altijd een ambtenaar, zij het een hooggeplaatste inmiddels.
Poetin beschikte echter over een eigenschap die cruciaal bleek om zichzelf naar de politieke top te katapulteren: een haast onbegrensde loyaliteit. Hoewel Sobtsjaks naam langzaam maar zeker door diverse schandalen besmeurd raakte, en ondanks de uitzichtloze situatie waarin hij de stad had gestort, week Poetin nooit van zijn zijde. Hij bewees een bijna profetisch geloof in trouw en toewijding te hebben. Die loyaliteit ging zelfs zo ver dat toen Sobtsjak vervolgd dreigde te worden toen hij burgemeester af was, Poetin hem hielp het land uit te vluchten.
De weg naar Moskou
Poetins devotie bleef niet onopgemerkt. In 1996 werd hij door Jeltsin, die net was herkozen, naar Moskou gehaald, waar hij een functie kreeg in het Kremlin. Twee jaar later werd hij aangesteld als directeur van de FSB, de opvolger van de KGB, en weer een jaar later, in 1999, benoemde Jeltsin hem tot premier. Maar waarom Vladimir Poetin? Aangezien Poetin tot hij de FSB ging leiden goeddeels in de schaduw van anderen had geopereerd, was de keuze opmerkelijk. Hij had geen politieke ervaring, was onbekend bij het volk en zijn voorkomen was eerder kil en grauw dan krachtig, zoals verwacht zou mogen worden van een premier. Poetin was een bureaucraat van het systeem, geen geboren leider.
Boris Jeltsin had echter een plan. Samen met diegenen die bekend waren geworden als Jeltsins Familie oligarchen die tijdens de jaren negentig steenrijk waren geworden dankzij de privatiseringen van staatseigendommen in de transitieperiode van het communisme naar het kapitalisme had de president het plan opgevat om Poetin tot zijn kroonprins te maken. Jeltsin en de Familie hoopten op die manier een vinger in de pap te houden bij de besluitvorming in het Kremlin. Aangezien Poetin in Jeltsins ogen onder Sobtsjak en tijdens zijn recentere werk in Moskou had bewezen dat hij een ontzettend loyaal persoon was, werd verwacht dat hij hun belangen zou blijven dienen uit dankbaarheid. Daarbovenop kwam dat de Familie van Jeltsin Poetin zag als een liberaal, eveneens door zijn jaren als rechterhand van de voormalige burgemeester van Sint-Petersburg. Jeltsin en consorten waren hierdoor in de veronderstelling dat als ze Poetin naar voren zouden schuiven als president, hun rijkdommen en machtspositie veiliggesteld zouden zijn zodra Jeltsin zou aftreden. Ze zagen in Poetin een levensverzekering voor zichzelf, die in het licht van de toenemende steun voor de communisten hard nodig was. Als de communisten opnieuw aan de macht zouden komen, was het immers niet uitgesloten dat Jeltsin en de oligarchen gerechtelijke vervolging boven het hoofd kwam te hangen. Het naar voren schuiven van Poetin was hun get-out-of jail-for-free-kaart.
En zo geschiedde. Op 31 december 1999 verscheen Jeltsin op de staatstelevisie met de boodschap dat hij per direct aftrad en dat Poetin als waarnemend president zou fungeren tot de presidentsverkiezingen van maart 2000. Doordat de oligarchen in de maanden daarna miljoenen roebels in de campagne van Poetin pompten en de populariteit van de plaatsvervangend president door zijn krachtige optreden in de Tweede Tsjetsjeense Oorlog een vlucht had genomen, was al enige tijd voor de verkiezingsdag duidelijk dat het een gelopen race was. Poetin was de president die Rusland het nieuwe millennium in zou leiden.
Oorlog tegen de oligarchen
Eenmaal geïnaugureerd als president, bleek Poetins loyaliteit niet wat Jeltsin en de oligarchen zich erbij hadden voorgesteld. Integendeel. Alhoewel Jeltsin zo verstandig was geweest om Poetin voor zijn aftreden een decreet te laten ondertekenen dat hem vrijwaarde van elke vorm van juridische vervolging of inbeslagname van eigendommen, opende Poetin in zijn eerste jaren als president een heksenjacht op de Familie van Jeltsin. De oligarchen werden stuk voor stuk opgejaagd, vervolgd of gedwongen tot een leven in ballingschap. Nadat ze Poetin in het zadel hadden geholpen met de door hen gefinancierde verkiezingscampagne, moesten vrijwel alle miljardairs die onder Jeltsin een gigantisch deel van de Russische economie in handen hadden gekregen het ontgelden.
Zo werd Mikhail Chernoy, een grootindustrieel uit de metaalsector, aangeklaagd voor witwaspraktijken, waarop hij naar Israël vluchtte. Vladimir Gusinsky, een mediatycoon, beschuldigde Poetin van oorlogsmisdaden in Tsjetsjenië, werd opgepakt en pas weer vrijgelaten nadat hij de aandelen in zijn mediabedrijf had overgedragen aan de staat. Daarna vluchtte hij direct naar Spanje. Ook Boris Berezovski, die onder andere aandelen in de staatstelevisie en Aeroflot had, nam de benen nadat er een arrestatiebevel tegen hem was uitgevaardigd. Hij leefde jarenlang in ballingschap in Londen, waar hij in 2013 dood werd aangetroffen in zijn appartement. Alhoewel de officiële lezing van de doodsoorzaak zelfmoord was, is Moskou meermalen met de dood van Berezovski in verband gebracht.
Mikhail Chodorkovski, destijds de facto eigenaar van oliegigant Yukos, werd in 2005 veroordeeld tot acht jaar gevangenis in een strafkamp in Siberië vanwege belastingontduiking, fraude en verduistering. Sinds zijn vrijlating in 2013 leeft hij in ballingschap in Zwitserland. Het zijn slechts enkele voorbeelden van de keiharde strijd die Poetin tegen de oligarchen voerde, maar het was voor iedereen duidelijk dat Poetin de belofte die hij in maart 2000 op de radio had gemaakt nakwam: Er zal geen speciale klasse van oligarchen meer bestaan.
Opschoning inner circle
Met de recente ontslagronde onder zijn naaste medewerkers, lijkt het alsof Poetin deze uitspraak nieuw leven inblaast. Wellicht wil hij voorkomen dat zijn oudgedienden, die zich eveneens enorm hebben verrijkt onder Poetins presidentschap, te veel macht krijgen in het Kremlin, en snijdt hij ze daarom los van de hoogste politieke orde. Opmerkelijk is het zeker, des te meer omdat het mensen betreft die Poetin al decennia lang kent en als zijn vrienden beschouwt. Het zijn personen die juist dankzij het nepotisme onder Poetin de positie hadden die ze hadden. Toch zijn er wel degelijk redenen aan te wijzen voor de politieke inquisitie, waarvoor het startschot werd gegeven in 2015, toen Igor Setsjin door Poetin op de vingers werd getikt omdat hij de staatsbelangen niet boven zijn zakelijke belangen als CEO van Rosneft, het grootste oliebedrijf in het hedendaagse Rusland, zou stellen.
De echte stoelendans van functionarissen begon vlak hierna. Allereerst werd Vladimir Yakunin, de baas van de Russische spoorwegen, ontslagen. Daarna volgden Viktor Ivanov, directeur van de Russische narcoticabrigade; Evgeny Murov, het hoofd van de FSO, de dienst die is belast met de beveiliging van regeringsfunctionarissen, inclusief Poetin zelf; Andrey Belyaninov, directeur van de douanedienst; en Konstantin Romodanovsky, het hoofd van de Federale Migratie Dienst. Stuk voor stuk zijn het oude vrienden van Poetin, die hij kent vanuit Sint-Petersburg of van zijn tijd bij de KGB. Stuk voor stuk hebben ze hem jarenlang gediend tijdens zijn presidentschap. Ditzelfde geldt voor het meest recente slachtoffer van Poetins zuivering: Sergej Ivanov, van wie lang werd gedacht dat hij weleens Poetins troonopvolger zou kunnen zijn.
Alle macht in handen
Vraag is en blijft waarom al deze mannen het moesten ontgelden. Zoals wel vaker in Rusland kan als antwoord slechts een educated guess gedaan worden, aangezien achter beslissingen op hoog niveau over het algemeen een wirwar aan paleisintriges schuilgaat. Allereerst lijkt het erop dat Poetin de autocratie die hij de afgelopen zestien jaar heeft opgebouwd, wil versterken. Hij wil botweg alle macht in handen hebben en die niet meer delen met een binnenste cirkel van vertrouwelingen. Als een moderne tsaar. In plaats van adviseurs wil hij apostelen, en in plaats van oude kameraden wil hij mensen die hem als hun baas zien. Poetin lijkt te willen voorkomen dat zijn eigen Familie eenzelfde machtspositie verkrijgt als die van Jeltsin in de jaren negentig. Om met ijzeren vuist door te regeren, heeft hij dienaars nodig zonder eigen belangen, en die vindt hij in het bureaucratische systeem van het land en niet in zijn oude Petersburgse clan. Het hogere doel hierachter lijkt glashelder: de herverkiezing in maart 2018.
Daarnaast is er een duidelijke parallel zichtbaar met zijn eigen opmars binnen het politieke systeem. Onderweg naar de absolute top heeft Poetin de grens tussen loyaliteit en afhankelijkheid leren kennen. Tijdens de laatste jaren van Jeltsin keek Poetin vanaf de eerste rij toe hoe de president feitelijk de macht verloor aan zijn Familie. Door hun grote rijkdommen konden ze te allen tijde de vinger aan de pols houden in het Kremlin. Ze hadden hun invloed in het Kremlin gekocht.
Poetin is niet van plan om in dezelfde val te lopen als zijn voorganger. Om te voorkomen dat derden te veel macht in Moskou en over hemzelf vergaren, herverdeelt Poetin de hoge functies. Hij ontzet oude vrienden uit hun ambt of degradeert ze naar een lagere positie om ze nog wel enigszins tevreden te houden. Hij zal koste wat kost voorkomen dat hij een marionet wordt van de Familie die hijzelf om zich heen heeft gecreëerd tijdens zijn eigen presidentschap. Hierbij dient zijn politieke verleden als een spiegel.
Judas onder zijn discipelen
Tot slot lijkt de huidige internationale situatie Poetin en zijn kameraden nog verder uit elkaar te drijven. Door de economische sancties van het Westen en een kelderende olieprijs, veranderen Poetins belangen langzaam ten opzichte van die van zijn vriendjes. Veel van Poetins oude kameraden zijn inmiddels op de zwarte lijst beland van het Amerikaanse Office of Foreign Assets Control, dat handelsrestricties en andere financiële sancties oplegt. Aangezien Poetin er weinig oor naar heeft om iets aan de aanleiding voor die sancties te doen de annexatie van de Krim, de oorlog in Oost-Oekraïne en de steun voor Assads regime in Syrië zal de relatie tussen Poetin en zijn oude vrienden alleen maar verder onder druk komen te staan. Door de huidige geopolitieke omstandigheden kan Poetin ze niet meer geven wat ze willen. Dat leidt ongetwijfeld tot spanningen en dan is het beste recept dat voorkomen beter is dan genezen. En dus mogen zijn kameraden hun zakelijke belangen in olie, gas, staal, media en banken behouden, maar dienen ze wel te vertrekken uit de machtsstructuren van de Russische overheid en het Kremlin.
Redenen om de oudgedienden eruit te knikkeren heeft Poetin dus genoeg. Vooropstaat dat Poetin voorlopig nog niet van plan is een stap opzij te doen. Hoewel hij er beducht op lijkt te zijn niet ten prooi te vallen aan zijn binnenste cirkel en zodoende niet in dezelfde val als Jeltsin te lopen, is het de vraag of het aanstellen van een minileger aan apostelen hem op den duur niet gaat opbreken. De kans bestaat dat hij juist in zijn eigen val loopt. Zelf verscheen hij immers ook ten tonele als een ongeschreven blad uit het gelid van de KGB, zonder politieke ervaring en compleet onbekend bij de massas. Hij was net als de mensen die hij nu om zich heen verzamelt een grauwe bureaucraat die vooral loyaal was aan zijn superieuren. En dat heeft hem op zijn zachtst gezegd geen windeieren gelegd.
Als het verleden Poetin dus iets moet hebben geleerd, is het dat hij op zijn hoede moet zijn voor een Judas onder zijn discipelen.