Twintig jaar geleden speelden de Fugees een uniek benefietconcert op Haïti. Het liep uit op een eclatante mislukking. Dat, plus die baby in Lauryn Hills buik, zou de ondergang worden van de grootste hiphopband ter wereld. Een reconstructie van desastreuze liefdadigheid en een onmogelijke driehoeksverhouding.
Fotografie Getty Images
Wyclef Jean wordt in 1969 geboren in Croix-des- Bouquets, een buitenwijk van de hoofdstad Portau-Prince. Zijn vader, een dominee, heeft het regime van Papa Doc ontvlucht en werkt in een kledingfabriek in Miami. Nadat hij een verblijfsvergunning heeft verkregen, strijkt het gezin neer in een achterbuurt in Brooklyn. Ze huren een appartementje in een van de Marlboro Houses, een totaal van 28 flatgebouwen vol sociale huurwoningen niet ver van Coney Island.
Wyclef is dan acht en spreekt alleen Frans en Creools, de talen van zijn vaderland. Engels leert hij door naar hiphop te luisteren. Rappers Delight van de Sugar Hill Gang en Kurtis Blows The Breaks kan hij al snel woord voor woord meerappen. Zonder risico is dat niet. Van zijn vader krijgt Wyclef een flink pak rammel iedere keer als hij naar hiphop luistert. Want hiphop is muziek van de duivel.
In de hoop haar zoons talent voor muziek aan te wakkeren en hem zo uit handen van de vele gangs in de buurt te houden, krijgt Wyclef van zijn moeder een gitaar. Als het gezin verhuist naar Newark, New Jersey, begint Wyclef zijn muziek steeds serieuzer te nemen. Hij gaat zingen in het koor van de kerk waar zijn vader predikt, en op de Vailsburg High School leert hij zoveel mogelijk instrumenten te bespelen.
Ook raakt hij bevriend met Prakazrel Pras Michel. Ook een zoon van Haïtiaanse immigranten en net als Wyclef bezeten van muziek. Pras zit in een bandje met een meisje dat hij kent van school. Hij nodigt Wyclef uit om langs te komen in de Booga Basement Studio, waar ze net een demootje aan het opnemen zijn. Lauryn Hill is pas dertien, maar beeldschoon en veel wijzer dan haar leeftijd doet vermoeden. Als ze uit de vocal booth stapt om hallo te zeggen zo schrijft Wyclef in zijn biografie Purpose: An Immigrants Story staat de wereld voor hem even stil. Damn wat is ze mooi, fluistert hij tegen Pras.