Gimme Danger Jim Jarmusch slaagt met liefdevolle ode aan legendarische rockband.
De carrière van rockband The Stooges duurde eigenlijk maar een jaar of vijf, maar niemand kan ontkennen dat de formatie rond podiumbeest Jimmy Osterberg aka Iggy Pop de basis heeft gelegd voor de latere alternatieve rock en punk. Met het titelloze debuutalbum (1969), Fun House (1970) en Raw Power (1973) stond de band vol ongeleide projectielen lijnrecht tegenover de hippie- en glamrockbands uit die tijd, de voornaamste reden dat het gezelschap nogal roemloos ten onder ging in 1973 (met een kleine assist van een wagonlading drugs).
In Gimme Danger schetst regisseur en fan Jim Jarmusch een fascinerend portret van de opkomst, ondergang en wederopstanding van The Stooges aan de hand van archiefbeelden, grappige animaties en interviews, met een logische hoofdrol voor de eeuwig jonge frontman Iggy. Zijn anekdotes (over onder andere het per ongeluk uitvinden van de stagedive) maken vooral de eerste helft van de documentaire verplichte kost voor (rock)muziekliefhebbers, met een overdaad aan beelden van liveoptredens die overduidelijk laten zien hoe ver de band zijn tijd vooruit was. Het is voldoende compensatie voor het wat lauwe slotakkoord over de korte comebackperiode begin deze eeuw dat meer aanvoelt als een verplicht nummer. Jarmusch heeft dan zijn stelling dat The Stooges de grootste rockband ooit was al ruimschoots bewezen.