Jurriaan van Eerten

‘Het verschil met 2016 is de dreigende taal vanuit beide kampen, alsof het einde der tijden nabij is’

Columnist Jurriaan van Eerten woont en werkt in de VS. Voor Nieuwe Revu volgt hij de race tussen Trump en Biden naar het Witte Huis op de voet. Deze keer: staat Amerika echt op de drempel van een burgeroorlog?

Jurriaan van Eerten

Burgeroorlog. Het is een bizar idee, hier in de Verenigde Staten. Toen ik in 2016 tijdens de Clinton/Trump-race door Alabama en Mississippi reisde, vertelden geregeld vuurwapenfanaten me al schuimbekkend dat ze er klaar voor waren. Maar dat was de fringe, een stel mafkezen in het diepe zuiden.

Nu is het anders.

De eerste doden zijn intussen gevallen. Bij een Pence-rally hoorde ik iemand roepen dat hij klaar was voor oorlog. Hij kreeg nog applaus ook. Rond dezelfde tijd lekte een interne mail van de FBI uit: ze waarschuwen de komende maanden voor ‘onrusten’, met een ‘flashpoint’ rondom verkiezingsdag. Dus misschien is de dag gekomen dat we het idee serieus moeten nemen: kunnen we een Tweede Amerikaanse Burgeroorlog verwachten?

Trump heeft afgelopen jaren veel ruzie gemaakt, waaronder met meerdere hooggeplaatste generaals. Dus als hij wordt weggestemd, lijkt de kans klein dat hij met hulp van het leger in het Witte Huis probeert te blijven. Hoe de burgeroorlog er eerder uit zal zien, is een rommelige strijd tussen felle aanhangers van Democraten en Republikeinen.

Aan de rechterkant bereiden verschillende bewapende milities zich voor op de strijd. De patriottistische Boogaloo-boys bijvoorbeeld, waarvoor de FBI in hun mail specifiek waarschuwde. Denk daarnaast aan die colonnes pick-ups die naar de steden trokken waar geprotesteerd werd, wapperend met Trump-vlaggen. Maar ook links is er fiks militantisme. Er zijn demonstranten die vredige protestmarsen bewust laten escaleren, demonstranten die de zwarte burgerrechtenbeweging Black Panther Party vereren – die geweld als legitiem middel beschouwden.

Wat veel Nederlanders zich daarnaast ook niet realiseren: trots vuurwapenbezit is niet alleen een Republikeins idee. Vooral in het uitgestrekte Amerikaanse westen wonen veel Democraten die thuis een compleet wapenarsenaal hebben. Of ze beginnen er eentje aan te leggen – een Democratisch stemmende vriend van me kocht vorig jaar zijn eerste pistool, uit vrees voor ongeregeldheden. Geregeld schieten we nu voor de lol samen op blikjes in de woestijn.

Een ander groot verschil met 2016 is de dreigende taal die vanuit beide kampen opstijgt, alsof het einde der tijden nabij is. Prominente Democraten waarschuwen dat het in november niet zomaar verkiezingen zijn, maar dat het draait om de vraag of de VS nog als democratie bestaat. Nog vier jaar Trump is het einde van vrije verkiezingen, vinden zij. Maar aan Republikeinse kant hoor je dezelfde boodschap. Praktisch iedere Republikein die ik spreek, begint over de ‘infiltratie van de socialisten’ onder de Democraten. Als Biden wint, zakt volgens hen het land af tot een regime à la Venezuela. Trump en de zijnen spelen daarop in door te zeggen: jullie stemmen over het voortbestaan van het vrije Amerika. Dit is de laatste kans.

Het kruit ligt klaar. Het is wachten tot iemand rondom verkiezingsdag de lont aansteekt.

Column
  • ProShots